IVC

Het IVC heerst in Den Bosch. Da’s geen gevaarlijk virus hoor, maar toch wel een soort van virus. Het IVC staat voor het Internationaal VocalistenConcours. Morgen, zondag 28 september is het slotconcert en dat is allang dik uitverkocht, dus als u er naar toe wil moet ik u teleurstellen. Waarom er dan nog over schrijven, zo vroeg de hoofdredactie. Nou, zei ik, omdat ik op de eerste plaats eigenwijs ben, dus als ik ergens over wil schrijven dan doe ik dat ook, maar ook omdat je als rechtgeaard zangerd er niet níet over kunt schrijven (toch?).

Het IVC leek de afgelopen jaren een beetje ingekakt, maar de laatste paar jaar leeft het weer wat op. Vooral omdat voormalig mezzo-sopraan Annet Andriessen er voorzitster van is. Zij vindt dat het ‘internationaal’ inderdaad weer internationaal moet worden, met deelnemers uit alle hoeken en gaten van de wereld. Het leek een beetje een ‘provinciaals’ concours te worden en dan bedoel ik provinciaals in overdrachtelijke zin: het werd incrowderig, vooral Nederlandse zangers deden mee en winnen betekende niet dat je automatisch een internationale carrière te wachten stond. Dat is dus veranderd en dat is goed.

Ik ben niet zo’n fan van concoursen. Ik kan het niet, eraan meedoen bedoel ik, (inmiddels ben ik er trouwens (gelukkig) kilometers te oud voor, dus het hoeft niet meer ook, da’s wel weer een lekker uitgangspunt om moeilijk te doen over concoursen); ik ben er te faalangstig voor en ik kan niet in twee minuten heel mijn hebben en houwen op de vleugel leggen, ongehinderd door wat ik van de situatie vind. Ik was voor het eerst op het IVC met mijn toenmalige zanglerares in 1984 en keek er mijn ogen uit. Allemaal gestresste mensen die fladderig heen en weer renden, onduidelijke inzinggeluiden uit benauwde kamertjes en veel, heel veel bobo’s die gewichtig rondliepen.

Inmiddels zijn we 24 jaar verder en ben ik minder snel onder de indruk, maar ik blijf zéér gemengde gevoelen houden ten opzichte van concoursen. Ik snap de we de beste zangers en zangeressen moeten hebben om de prachtige muziek te vertolken die er in al die eeuwen vóór ons geschreven is. Maar of we ze op deze manier vinden is maar de vraag. Want veel van die mensen zijn erg goed, maar ook erg kwetsbaar en aan concoursen meedoen is niet de manier om je kwetsbaarheid om te zetten in goeie zangprestaties. Zorgvuldig opleiden en sterk en zachtaardig maken lijkt me een betere weg, maar hoe daartoe te komen, daarvoor heb ik niet één twee drie de beste oplossing. Want tegenwoordig moet je je bewijzen vóórdat je een podium op mag.

Er valt veel te genieten tijdens het IVC en tijden het Elisabethconcours in België en tijdens het Singer of the world-concours in Wales of daaromtrent, begrijp me goed, maar ik zie toch vooral zenuwen en angst en minder liefde voor het vak en sex-appeal en voordrachtskunst.

Maar het is goed dat het IVC weer meetelt in klassiek Nederland. Dat wel!

Pomp and circumstance

Ooit naar de Proms gekeken? En dan bedoel ik de Promsconcerten op de BBC die altijd ergens in de zomer zijn en die afgesloten worden met een groot concert (met geintjes) in de Royal Albert Hall in Londen. Er is altijd een leuke, op dat moment bekende zangerd of zangeres en/of instrumentalist en het publiek mag meezingen, deinen, serpentines gooien en zich bijzonder uitdossen. Laat dat maar aan Engelsen over: zich bijzonder uitdossen. Ik kijk altijd mijn ogen uit.
Op het eind is er altijd een speech van de dirigent (waar-ie volgens mij erg tegen op ziet, wie hij ook is) en dan komt de mars waar heel Europa zich altijd op verheugt, want je kan er zo leuk op door de knieën: The Pomp and Circumstance Military March, opus 39, nummer 1 (da’s de volledige titel). Het standbeeld van dirigent Sir Henry Wood, dat tijdens The Proms centraal in de Hall staat, lijkt zich altijd op te richten als de aanzet gegeven wordt.

Vandaag in 1930 (20 september) was de premiere van de vijfde mars, gedirigeerd door Sir Henry Wood. De titel van de marsen zou afkomstig zijn uit de derde acte van Shakespeare’s Othello, waarin de oorlog verheerlijkt wordt én van een gedicht van Lord de Tabley. Ik vraag het mij af, want 4 van de 5 marsen zijn gecomponeerd vóór de eerste wereldoorlog en volgens mij was Elgar niet zo krijgslustig. Volgens mij was het meer om de draak te steken met oorlog en vooral om duidelijk te maken dat het pedante paraderen (mooi alliteratie hè?) in schrille tegenstelling is tot de ellende van het slagveld. Ik denk dat Elgar dat nou juist wel door had.

Of het door de knieën gaan van het publiek op de maat van de muziek nou juist ook de draak steekt met dat pedante paraderen weet ik niet. Ik moet er altijd om lachen. Die hele proms-happening is er trouwens toch een naar mijn hart: eindelijk doen we eens gewoon over klassieke muziek. Wekenlang zijn er door heel Engeland concerten met klassieke of aanverwante muziek. En op de laatste avond gaat de golf van muziek en verbroedering door heel het United Kingdom. Ooit dat jongenssopraantje ‘O Danny boy’ horen zingen in Ierland en het droog gehouden? Dan bent u een bikkel!
En als je in Nederland al eens ‘Land of Hope and Glory’ zingt, het einde van mars nummer 1, dan verbroedert dat ook.
Kortom: in de link de gelegenheid om even mee te deinen. U kunt ze ook allemaal eens achter elkaar draaien, maar dan wordt het wel wat veel van het goeie, misschien krijgt u dan toch de neiging om te gaan paraderen en dat moeten we niet hebben.

Ouwe Italiaan

Weet u nog dat we het in deze kolommen al eens hadden over ouwe Italianen? U weet wel die Italiaanse componisten in de jaren van ongeveer 1650 tot pak ‘m beet 1800, die zulke mooie ouwe ariaatjes schreven, die op hun beurt zo prachtig kunnen dienen als voorstudies voor het grote opera-werk.
Francesco Durante, Italiaans componist, theoreticus en muziekpedagoog is er een van. Vandaag, 13 september zoveel jaar geleden stierf hij in Napels, 68 jaar oud. Sommige bronnen vermelden trouwens 30 september als sterfdag, dat u dat maar weet, dan hoeft u niet in de gordijnen te klimmen.
Hij schreef een van de mooiste ouwe Italiaanse aria’s ooit: ‘Vergin tutt’Amor’. Er zit een prachtige piano-begeleiding onder, met dikke vette accoorden, die al vooruit wijzen naar de klassieke en romantische periode uit de muziekgeschiedenis. Daarom hulde voor die goeie ouwe Francesco in deze rubriek.

Om het beeld maar even compleet te maken:
Hij werd geboren in Frattamaggiore bij Napels op 31 maart 1684. Hij studeerde aan het Conservatorium in Napels en was vermoedelijk rond 1700 leerling van Giuseppe Ottavio Pitoni in Rome. Korte tijd gaf hij les aan hetzelfde conservatorium waar-ie aan studeerde en ging later lesgeven aan het conservatorium in Loreto (trouwens ooit in Loreto geweest? Er staat een werkelijk grotesk enorme kathedraal, die over het geboortehuis van Maria is gebouwd. Volgens een legende zou het geboortehuis van Maria door engelen van Nazareth naar Loreto zijn getransporteerd, ja ja?)

Zijspoor, terug naar het hoofdspoor: Durante was een van de belangrijkste componisten van zijn tijd. Hij componeerde kerkmuziek (missen, psalmen en motetten), oratoria en muziek voor klavecimbel. Het is merkwaardig dat hij geen opera geschreven heeft (kan natuurlijk verloren zijn gegaan: 1684 is lang geleden, wat je niet allemaal kunt kwijtraken in die tussentijd?), want al zijn liederen zijn een beetje opera-achtig, een van de redenen waarom ik ze zo graag zing. Ik las wel ergens dat hij drie keer getrouwd was; misschien gaf hem dat genoeg ‘opera’.

Durante werd vooral bekend als leraar, minder bekend als componist. Hij schijnt erg streng en op de letter geweest te zijn voor zijn leerlingen. Zijn muziek ?klopt? en studeert mede daarom makkelijk in. Het spreekwoord ?those who can, do, and those who can?t, teach? is dus absoluut niet op hem van toepassing.
In Wenen ligt in de keizerlijke muziekbibliotheek een deel van zijn originele manuscripten.

Op zoek naar een mooie opname op You tube schrok ik van de middelmatigheid waarmee de aria gezongen werd. Dat had Durante niet verdiend, dus heb ik geen link opgenomen: u mag zelf zoeken.

Berichten uit de klassieke samenleving

Nou, sorry hoor, dat ik me vandaag pas meld…. Drie heerlijke wandeldagen gehad en effe mijn mond gehouden, nou ja, zangtechnisch gesproken dan, gekletst heb ik genoeg in die drie dagen, maar dan met een hele speciale vriendin… en mijn echtgenoot (zijdelings… hij liet ons vrouwen lekker kwetteren) al lopend door de Vulkaaneiffel (en de regen…). Het was heerlijk. Ik heb twee berichtjes voor u: een uit het heden en een uit het verleden.

In Bayreuth komt het weer goed: twee achterkleindochters van Wagner gaan er het door hem opgerichte theater leiden. Zij zijn halfzusjes (de precieze familie-achtergronden zijn mij ook niet bekend, die mag u zelf uitzoeken en schrik niet: de Wagnertjes zijn geen lieverdjes) en achterkleindochters van de grote Richard, u weet wel die van Der Ring des Nibelungen en zo…
Ze werden verkozen boven een achterkleinzoon, die weer geen broer van de zusjes is, maar een neef of zo (ja ja, zou mijn vader zeggen, en die moest oom zeggen tegen de Bummelse Meulen…) en boven Gerard Mortier, de wereldberoemde intendant die overal voor hoge kwaliteit opera zorgt en voor polemiek. Nou zullen de zusjes Wagner heus Mortier niet nodig hebben voor polemiek, die komt er toch wel wat ik u brom. Oef, wat ben ik blij dat ik daar niet werk, in Bayreuth.

Wist u dat Mozart en Haydn vrienden waren? (boem, zonder bruggetje zo in het verleden) Ze hebben elkaar een paar keer ontmoet. Haydn was er vóór, tijdens en na Mozart. Toen hij in 1791 in Londen was hoorde hij dat Mozart gestorven was en toen moet hij gezegd hebben: ’s werelds grootste componist is gestorven (of woorden van die strekking, ik was er niet bij). Ze boden nogal eens tegen elkaar op in die tijd: Mozart claimde dat hij een muziekstuk zo moeilijk kon maken dat Haydn het niet zou kunnen spelen. Het kwam tot een weddenschap: bij de eerstvolgende gelegenheid dat ze elkaar weer zagen was het stuk klaar. Haydn begon welgemoed te spelen en ja hoor, hij liep ergens in het midden vast bij een noot die zo lastig op de piano lag, dat hij hem niet kon raken, niet met alle tien vingers die hij tot zijn beschikking had. Hij erkende zijn nederlaag en schoof het stuk door naar ‘Woolfie’. Die begon te spelen en bij de lastige noot aangekomen, speelde hij die wel… met zijn neus. Als u weet om welk stuk het gaat: laat het me weten!

Volgende week weer een echt stukkie én een nieuwe aflevering van Vocalies.