Zangles (2)

Belofte maakt schuld: hier is het volgende stukkie over zingen in de praktijk. En ook dit keer zullen we (nog) niet aan zingen toekomen. Ik kon niet controleren hoor, dus ga toch gerust u gang als u de neiging niet kunt onderdrukken. De neiging tegenhouden is al helemaal niet goed voor u en ik wil niks ernstigs op mijn geweten hebben.
Dit keer gaat het over ademhaling. Ik heb er al eens eerder in stukkies losse opmerkingen over gemaakt, hier volgt een beknopte beschrijving van een paar ademoefeningen. Ik beoog andermaal geen volledigheid.

Er zijn wel eens mensen die opmerkten als ze bij me les hadden: het lijkt wel Yoga, of in geval van vrouwen die ooit kinderen hadden gehad: het lijkt wel zwangerschapsgym. Nou dat lijkt er hier en daar sterk op. En let op: het is mijn interpretatie van een goede ademhaling, er zijn er talloze meer die het ook goed doen. Allemaal met voor en nadelen; een nadeel is in dit geval dat uw buikspieren wat lui worden als u niet naast mijn oefeningen ook versterkende oefeningen doet die speciaal op uw buikspieren toegesneden zijn. Beste bewijs daarvan is dat ik een beetje een ballon-buikje heb: ik heb namelijk niet genoeg discipline om die spieren separaat onder handen te nemen.

Weer geldt als basisregel: u hebt uw eigen lichaam als instrument: ga er goed mee om. Rook bij voorkeur niet, drink met mate (niet ‘met maten’), eet gezond en niet te veel, zorg voor 8 uur slaap per nacht en beweeg veel. Met uw geest bemoei ik me niet… veel te complex…

Grofweg zou je je lijf in tweeën kunnen verdelen: de grens ligt in dit geval bij uw middenrif. Alle buikorganen liggen daaronder, uw hart, longen en hersens erboven. Uw middenrifspier is een buitengemeen sterke en grote spier (vandaar dat het zo’n pijn kan doen als je als getrainde zanger de hik krijgt: die spier keert zich dan even tegen je. Na enige training heb je zo’n hikaanval er trouwens gauw onder hoor).

Dat middenrif is cruciaal in mijn theorie: door goed te ademen trekt het de longen mee open, zodat u tot onderaan door kunt ademen (als daar geen teer of andere luie rommel zit tenminste). En het helpt, door het wijd te houden, de tonen rustig te laten klinken, zonder ruis en rare trillingen (ook wel tremolo’s genaamd). Bovendien loopt er door uw middenrif een ader, die later slagader rond uw hart wordt. Als die in een rustig tempo al wat massage krijgt door het kalm afplatten en weer terugveren van het middenrif, krijgt-ie wat training om hoger, rond uw hart, zijn werk beter te kunnen doen. Zangers en blazers worden in de regel oud, omdat hun hart het lang volhoudt.
Nou is het zaak een beetje contact met dat middenrif te krijgen. Moeders weten hoe dat is, dat contact: bij het persen moeten ze namelijk hun middenrif ook afplatten en rustig houden. Maar als u net als ik nooit gebaard hebt, dient u op een andere manier dat contact te zoeken. Als je de hik hebt doet je middenrif raar, een orgasme schijnt via je middenrif te lopen en hevig schokkend verdriet en schrik ook. Nogal een centrale rol dus, voor dat middenrif.

Daar gaat-ie:
1.
Ga op een harde ondergrond liggen en probeer zoveel mogelijk uw rug contact met de grond te laten hebben.
Leg een stevig boek op het onderste gedeelte van uw buik (vanaf uw navel naar beneden). Verleg uw aandacht naar het boek. Adem het boek omhoog (u kunt ook met spierkracht het boek omhoog duwen, maar dat is niet de bedoeling). Doe dat in 3 seconden inademend en 3 seconden uitademend, vervolgens 4 seconden in en 4 seconden uit en zo verder tot 8 seconden in en 8 uit. Het vereist wat training om de uitademing rustig over de seconden te verspreiden, zonder schokjes. Hou vol!

2.
Ga staan (of rechtop op een stoel zitten, met uw zitbeenderen stevig tegen de zitting). Leg één hand met gespreide vingers op uw onderbuik (juist, daar waar in oefening 1 dat boek lag) en de andere stevig in uw zij. Adem naar uw handen toe, voel hoe uw onderbuik zich als het ware vult met lucht (da’s natuurlijk niet waar, want in feite is het zo dat uw middenrif afplat en de organen in uw onderbuik samendrukt, al weer zo’n prettig ritme…). Hou contact met uw handen, hou uw buik zo lang mogelijk wijd. Sis op een scherpe ‘s’ de zojuist ingeademde lucht uit. Hou de ‘s’ scherp, als u lucht langs de zijkanten meeblaast, gaat de ‘s’ slissen (zoals tegenwoordig mode is bij sommige radio- en tv-presentatoren: laat u niks wijsmaken, dat is niet goed!) dan ‘verspeelt’u onnodig lucht. Als u de ‘s’ scherp houdt en uw buik zo lang mogelijk wijd, moet het u algauw lukken een ‘s’ van 30 seconden te sissen. Truuc: trek op het allerlaatst uw buik in, dat levert u nog wat extra lucht op. Uw eerste reactie na de oefening moet zijn: inademen, als u nog lucht uitblaast had u die allemaal mooi in ‘s’s om kunnen zetten, alleen hield uw middenrif de spanning niet vol. Dat vereist dus een beetje training, maar er is snel resultaat. Ik heb leerlingen gehad die al na een paar dagen oefenen een ‘s’ konden sissen van zo’n 60 seconden.

3.
Als oefening 2, maar nu gaat u ineens uw buik ‘los’ laten vallen (hij valt er niet af hoor). Dan zou de ‘s’ moeten stoppen. Het is maar dat u de controle houdt…

4.
Als oefening 2, maar nu gaat u steeds kort uw buikspieren ‘laten vallen’ en weer aantrekken, zodat je een korte stotende ‘s’ krijgt. Misschien ontdekt u dat er dan steeds een beetje nieuwe lucht binnenvalt, waardoor u deze oefening eindeloos zou kunnen volhouden. Feitelijk doet u het hijgen van een hond na.

Hou uw omgeving eens een tijdje in de gaten. Wellicht merkt u dat:
– de meeste dieren mooi laag ademen, zodat hun buik op en neer gaat bij het in- en uitademen.
– baby’tjes die nog niet aangeraakt zijn door onze stressvolle maatschappij (en hun stressvolle ouders…) mooi laag ademen. Als ze verschoond worden en plat op hun rug liggen, zie je hun buikje op en neer gaan en niet hun schouders optrekken.
– als mensen hoog gesticuleren, hun adem ook (te) hoog zit.
– tijdens momenten van grote stress of groot verdriet het moeilijk is de adem laag te houden.
– vlak voor het inslapen je ademtempo steeds lager wordt en je niet in slaap kunt vallen als de adem (nog) te hoog zit. Je valt meestal in slaap tussen twee ademhalingen in. Die pauzes kunnen wel oplopen tot 8 à 9 seconden.
– de toonhoogte van de spreekstem daalt als je laag adem haalt. Er wordt namelijk druk vlak onder de stembanden weggenomen. De kunst is die adem laag te houden als je luider gaat spreken en tenslotte…. gaat zingen…

Volgende week over Falstaff en de week erna gaan we lekker verder. Adem ze!

Klassieke Kwoot (5)

De Klassieke Kwoot was een beetje in de versukkeling geraakt. Maar nu kreeg ik me toch een leuke nieuwe impuls! Kijk maar naar Amber’s dochtertje Noa: die trapt een paar geheel open deuren binnen de klassieke muziek op geheel eigen wijze in! Het beste bewijs dat je kinderen zo jong mogelijk in aanraking moet brengen met klassieke muziek.

Weet u een originele kwoot? Mail ‘m en wie weet plaats ik ‘m!

Zangles???

Wat zou u ervan zeggen als we deze zomer eens besteden aan wat aspecten van het praktische zingen?

U zou er helemaal niks van zeggen, want ten eerste lezen slechts zeer weinigen mijn schrijfsels en ten tweede reageert u ook al niet of nauwelijks. Dat heeft, behalve dat het mij soms verdrietig stemt, ook voordelen: ik ga gewoon lekker mijn gang, dus ik had bedacht dat we eens een keer gingen hebben over zingen in de praktijk. We gaan willekeurige zaterdagen deze zomer onze aandacht richten op houding, op adem (daar tamboereer ik wel vaker op), op resonans en stembreuken (of de afwezigheid daarvan), op articulatie, affijn, we hebben toch een paar zaterdagen zonder al te veel actualiteit, dus daar kunnen we mooi deze kolommen eens mee vullen!.
Vragen staat vrij. Als u iets leest waarvan u denkt: duhhh???? dan weet u me te vinden. Schelden mag ook!

Ik wilde maar eens beginnen met een lesje houding. Als je zingt moet die houding koninklijk zijn, zonder afstand te scheppen. Denk eraan: een zanger heeft zijn eigen lichaam als instrument. Wees er dus zuinig op, dat bent u het volk verplicht. Geen drankgelagen, of te lange nachtelijke vrijpartijen, of vreetpartijen (hoewel sommige mensen beweren dat een goeie stem ‘in het vet ligt’. Laat u niks wijsmaken: u dient een gezond, alert lijf te hebben als u goed wil zingen en overgewicht is niet gezond.)
Een goeie houding begint bij de voeten. Als er beneden iets fout gaat, wordt dat hoger gecompenseerd door fouten in uw houding. Dus daar gaan we:

1.
Zet uw voeten stevig op de grond met de nadruk op de voorvoet. Zet ze een beetje uit elkaar en wel zover dat u twee steunpunten ervaart. En zo wijd uiteen dat uw bekken ertussen zou passen. Dat betekent dus voor iedereen een verschillende afstand. U zult met mij begrijpen dat het geen gezicht is, om een magere sliert zeer wijdbeens te zien staan, of een korte dikzak met de voetjes bij elkaar, vandaar. Ons lijf kent zijn eigen verhoudingen en die kloppen altijd (lees maar in de Da Vinci Code, daar staat een hele leuke en begrijpelijke verhandeling over de verhoudingen tussen onze verschillende lichaamsdelen).

2.
Dat op de voorvoeten staan moet natuurlijk niet overdreven worden. Ga zo staan dat u onmiddellijk weg zou kunnen lopen. Niet door uw bekken zakken dus, dat ziet er erg lui en onge”interesseerd uit. Als zo’n basishouding eenmaal in uw systeem geslopen is mag u zelf variaties bedenken. Je kunt nl. je voeten ook heel best licht vóór elkaar zetten, dat heeft ook iets heel actiefs en als het in de voordracht nodig is kun je ook best eens lui door je bekken zakken en tegen de vleugel gaan hangen, maar dat moet allemaal gebeuren uit vermogen en niet uit onvermogen.

3.
De knieën mogen niet op slot, laat ze los (en dat is best wennen).

4.
Als je nl. je knieën vastzet heeft dat gevolgen voor de stand van je bekken en dat weer voor je ademvoering enz. enz. Dat betekent dat ook je bekken niet naar achteren mag uitsteken en niet te ver naar voren gekanteld mag zijn. Gewoon, onderkantelen dus. Het handigste is het om het een keer ver achter uit te laten steken, een keer te ver naar voren te laten kantelen en dan uw midden te zoeken, dat uiteraard weer een ander midden is dan dat van de buurman.

5.
Uw schouders trekt u een keer recht omhoog naar uw oorlellen (ik ben soms tamelijk plastisch in mijn benadering, maar het is tenslotte mijn weblog nietwaar?) en laat ze dan via de achterkant naar beneden zakken.

6.
Uw hoofd ‘rust’ op uw nek, met de kin niet te ver naar voren (veel mensen steken hun kin naar voren als ze nerveus of ijverig zijn), maar ook niet te ver terug.

7.
Let erop, dat als u uw armen beweegt in voordracht dat uw schouders laag blijven, trek ze niet mee op, dat is helemaal niet nodig.

8.
Leer voor de spiegel te functioneren en naar uzelf te kijken alsof u een vreemde bent. Objectiviteit ten opzichte van uzelf is dringend nodig. Niet schrikken: alles went, ook uw spiegelbeeld.

Zo, nou staan we: en we hebben nog geen noot gezongen!
Er is een leuk boekje dat ik wel eens hanteer bij mijn lessen (tegenwoordig heet dat coachings trouwens: is twee keer zo duur….): ‘ Houding, adem en keel’ van Bram Balfoort.

Marco Beasley

Als je al een tijdje in dit heilige vak meedraait denk je toch wel dat zo?n beetje de groten der aarde kent: ik mocht ooit tenor Rolando Villazon interviewen en in mijn dagen bij Radio 4 kwamen de namen van nogal wat celebrety?s langs: Von Otter, Fleming (zowel de zangeres als de pianist, Van Zweden (ooit onder gezongen, ja ja!), Jan Willem de Vriend, in de lift met Ernst Daniel Smid, ach het zijn niet de allergrootsten, maar het waren/zijn stuk voor stuk op hun eigen manier bevlogen en begaafde mensen.
Dat je dan op een verjaardagspartijtje de naam van Marco Beasley voor het eerst moet horen is toch eigenlijk wel iets om een beetje ontdaan van te raken. Het woord verjaardagspartijtje doet overigens geen recht aan de uiterst genoeglijke namiddag die we doorbrachten met de vrienden van een vriendin. Leuke gesprekken, die wat verder gingen dan: ?wat doe je voor werk? en ?heb je kinderen??? (die laatste vraag schijnt in ?s mensens leven nogal een grote plaats in te nemen, maar dat terzijde?).
Een van de laatste gesprekken ging dus over Marco Beasley. Ik zat een beetje met de samenstelling van de volgende Vocalies in mijn maag (die ging dit keer voor het eerst eens niet van een leien dakje) en besloot zijn naam eens te googelen. Wie weet bracht het me suggesties.
Potverdrie wat een stem en wat een vent? ademloos zat ik het linkje op You tube aan te klikken en nog eens en nog eens. Zo moet ouwe muziek gezongen worden, precies zo organisch en natuurlijk en klinkend alsof het ongeschoold zo tot je komt, recht uit het hart, al het gekunstelde weg. Komt en luistert, gij Monteverdi’s, di Lasso’s, Paisiello’s en Landi’s. Hier is een man die het snapt en uw muziek dichtbij ons brengt. En ook de uitvoerende kant, de Herreweghes, Jacobsen en Kuijken?s. Soms lijkt het wel of u er in al uw ijver op uit bent afstand te scheppen tussen ons en de oude muziek; hier is iemand die alle bruggen slecht en doet wat u allen zou moeten doen: de afstand verkleinen. Ik sluit het linkje onderaan dit stukkie in. En hierna een korte biografie van Beasley.

Laat zijn Engelse naam u niet bedotten: hij is opgegroeid in Napels, zoon van een Engelse vader en Italiaanse moeder, geboren in 1957.
Hij studeerde in Bologna, vooraal de zang uit de renaissance en de barok. Hij ontmoette er Cathy Berberian. Ze stierf te vroeg voor Beasley (en eigenlijk voor ons allemaal, want die vrouw kon wat met haar stem, ongelooflijk; ze had bovendien een prettige gestoordheid die dwars door alle schoolse techniekjes van benepen zangpedagogen heentjoepte).
Ik zit naar hem te kijken en kan inderdaad (zoals recensies ook zeggen), moeilijk uitdrukken wat me zo trekt in die man. Hij is niet knap; hij zou uitstekend passen als slechterik in een film als The da Vinci code. Hij kleedt zich sober, vaak in rood en zwart. De stem heeft geen bijzonder timbre, maar volgt een zo natuurlijke weg, dat je mee moet of je wil of niet. Zijn Italiaans is wat aan de Zuid-Italiaanse kant, soms een beetje lui hangend op medeklinkers, maar daardoor uitstekend te verstaan. En voor zover ik het kan oordelen zingt hij andere talen accentloos. Waarschijnlijk een voordeel van meertalig opgroeien.

Samen met Stefano Rocco en Guido Morini richtte hij het ensemble Accordone op en daar treedt hij het meeste mee op, maar hij staat ook met ?gewone? orkesten op het podium en met de meest vreemde samenstellingen aan amateurkoren en ?instrumentalisten. En nooit uit de hoogte tegen de mensen waar hij mee werkt.
Voor mij blies hij de oude muziek nieuw leven in. Ik startte mijn zingende leven met het vertolken van oude muziek, maar ging erbij weg, omdat ik het allemaal zo gemanierd en overkeurig vond. Via Beasley wordt een oude liefde wakker. Misschien voor u ook.