West Side Story

Vandaag in 1957 ging West Side Story in première. Als ik iemand moest binnenhengelen voor klassieke muziek zou ik een lijstje aanleggen van voorstellingen waar ik hem of haar mee naar toe zou nemen. Op dat lijstje staat in ieder geval West Side Story. Strikt genomen geen klassieke muziek (het is een musical en later een verfilmde musical), maar met genoeg elementen van die muziek erin om alvast een basis te leggen voor het later gaan waarderen van opera.

Terwijl ik dit stukkie typ schiet me trouwens te binnen: wat zou u, waarde lezer, op uw lijstje zetten om de buurman (laten we zeggen, een niet ongeletterde, redelijk breed opgevoede veertiger, die het hart op de goede plaats heeft, maar niet veel weet van klassieke muziek), binnen te hengelen?

Als u het hebt over Beethoven en hij vraagt of dat de linksbuiten van FC Bayern is, zou ik er verder geen klassieke energie meer in stoppen, maar als hij/zij Bach van Beethoven kan onderscheiden zijn er mogelijkheden. Ik ben gek op lijstjes en praten over klassieke muziek is ook altijd leuk, dus laat het mij weten en ik ben vooral benieuwd naar uw argumentatie: waarom dit of dat stuk wel op het lijstje en waarom andere stukken juist niet…?

Terug naar West Side Story. Eerst maar even de geschiedenis en de plot. West Side Story werd gecomponeerd door Leonard Bernstein. Het libretto is van Arthur Laurents en Stephen Sondheim maakte de liedteksten (ijzersterk en tijdloos). Het verhaal is losjes gebaseerd op Shakespeare’s Romeo en Julia (ook al ijzersterk en tijdloos).

Een aantal stukken uit West Side Story is zowat onsterfelijk geworden: ‘Something’s Coming’, ‘Maria’, ‘America’ (met de prachtige maatwisseling, een vondst!), ‘Tonight’, ‘I Feel Pretty’, ‘One Hand, One Heart (vind ik een beetje een druil, wordt veel bij huwelijken gezongen)’.

West Side Story combineerde op een originele en tot dan toe onbekende manier muziek en verhaal in musical. Het leek veel meer in elkaar te passen, in elkaar over te vloeien, het voelde organischer. Veel van de hedendaagse musicals hebben die klasse uit 1957 niet bereikt.

Het verhaal speelt in New York, in achterbuurten, met van die prachtige grote panden met trappen aan de buitenkant, ook al zo’n beeld dat onsterfelijk werd. Ik heb die panden zelf gezien en zei (net als iedere andere domme toerist in New York): ‘hé, kijk daar: West Side Story’. Twee jeugdbendes bestrijden elkaar en als het meisje van één bende verliefd wordt op een jongen van de andere bende (zoals in Shakespeare de families Montague en Capulet de rivaliserende bendes zijn, zo zijn dat hier The Sharks en The Jets) leidt dat tot dood en ellende. Anita vindt haar Tony stervend door een kogel van een rivaliserend bendelid en ze leert jong de keiharde les dat sommige liefdes onmogelijk zijn en blijven. Mij ontroerde vooral de prachtige liedtekst ‘When love comes so strong, there is no right or wrong’.

Bernstein zelf dirigeerde de première. In 1961 werd de musical verfilmd (waarschijnlijk de versie die u kent en die mij iedere keer weer de koude rillingen bezorgt) en won maar liefst 10 Oscar’s. Leonard Bernstein zorgde in 1985 voor onvergetelijke televisie toen hij de musical opnieuw op cd zette. Hij had daartoe de finefleur van New York’s freelance muzikanten en een keur aan goeie solisten om zich heen verzameld en dook met hen de studio in.

Ik heb de DvD gevreten en zet hem nog wel eens op als ik me weer eens afvraag waarom ik steeds weer door zoveel ellende heenga om de muze te dienen. Na afloop weet ik het weer. ‘Lennie’ bezig zien is een inspiratie (hij is zo’n dirigent die in het dagelijks leven is wat wij in Brabant ‘een vèrken’ noemen, maar voor wie je als zanger blind door het vuur gaat). José Carreras, mijn lievelingstenor, moest echt door het stof toen hij niet keek naar de Maestro en van de syncopen in ‘Something’s coming’ een potje maakte. Tatiana Troyanos was een onvergetelijke Anita en diva Kiri te Kanawa voegde zich als was in de handen van de Maestro.

In maart dit jaar ging de musical opnieuw naar Broadway; ik was in april in New York en omdat je niet alles kunt in zo’n week zag ik ‘m niet. Ik hou ook liever de film en de heropname in mijn hoofd. Maar als u kunt: ga ‘m zien. En neem die buurman mee. En leg uit dat dit zijn opstapje is naar opera, naar swingende symfonische muziek, naar meer muziek van Bernstein, of gedirigeerd door Bernstein (hij dirigeerde een denderende Negende van Beethoven na het vallen van de muur in Berlijn, kerstmis 1989). Als je daar niet voor valt ben je een onsociale hooibaal.

U mag zelf surfen op You tube, maar ik waarschuw u: ga er pas voor zitten als u de tijd hebt, want het is verslavend. Ik werd er helemaal blij van en had weer energie voor de volgende dag nog vóór ik ging slapen.

In het filmpje het applaus na het concert op eerste kerstdag 1989 in Berlijn. Wat waren we hoopvol. Ik timede acht minuten applaus voordat het filmpje stopte (maar het applaus nog lang niet). Ook de andere delen kunt u bekijken.

Laatste Zangles

Stel nou hè, stel nou, u neemt al mijn voorgaande lesjes ter harte u combineert ze met een heleboel ideeën omtrent zingen van uzelf, een gezond stel hersens en een goed ontwikkeld emotioneel leven en het komt binnen afzienbare tijd zover dat u een podium oploopt om uw zang te delen met een publiek, just for the sake of the discussion dan hȅ.
Wat doe je dan en wat laat je dan?
Nou, tot slot van mijn miniserietje van deze zomer een paar raadgevingen, in willekeurige volgorde. Als u daarna nog durft, nou dan komt u van goeie huize….
1.
Onderschat uw publiek nooit! Zelfs de meest ongeletterden zijn gevoelig voor valse tranen en gespeelde emotie. Je houdt ze niet voor de gek. Wees echt, wees authentiek. U mag best hier en daar een noot missen, maar doe geen maniertjes en flauwe platvoersigheden.
2.
Lied en oratorium mogen van het blad, opera en operette niet (wat mij betreft die laatsten ook niet bij scenische uitvoeringen). En als u solo lied uitvoert: ook dan het liefst uit het hoofd. Uiteraard kent u de tekst en muziek zo goed dat ik u midden in de nacht kan wakker maken en dat u dan het vierde lied uit de Liederkreis foutloos voor mij reciteert… (zingen hoeft niet meteen als u net wakker bent).
Bij oratorium: kijk naar de collega-solisten: als die van het blad zingen staat u er een beetje ‘bloot’ bij zonder boek in de hand of op de standaard: pas u aan, maar liefst naar boven, niet naar beneden.
3.
Doe iets fatsoenlijks aan: een hele en schone broek met een fris hemd voor de heren en voor de dames iets moois, toepasselijks en niet te veel uit de toon vallend. Ik heb ooit in de operette een zigeunerin op blote voeten gezongen (achter het toneel had ik sokken aan die, als ik ze niet aanhad, door een koorlid gebruikt werden om de cupmaat wat op te vijzelen, zeg maar eens dat wij niet multifunctioneel bezig waren…). In concertvorm zou ik dat niet doen.
Maak u een beetje op (ja heren: u ook!), het hoeft geen bont kleurenpalet te worden, maar hou er rekening mee dat er vaak en veel (geel) licht gebruikt wordt; zonder make-up ziet u eruit alsof u kanker in het laatste stadium hebt (ik blijf maar liever steeds eerlijk…dan tactvol). Doe het haar een beetje leuk omhoog of zo… als u het maar niet voor uw gezicht schudt (hetgeen ik een zangeres die toch mocht optreden voor de Vereniging van de Vrienden van het Lied ooit zag doen: schande). Bedenk: u kunt zich niet verstoppen.
4.
Ik val een beetje in herhalingen ten opzichte van vorige stukkies: zing nooit iets wat u niet begrijpt, of wat u zich niet in kunt denken, of waar u zich niet in kunt verplaatsen. Ik hoorde een grote Nederlandse zangeres ooit zingen ‘I’ve got you under my skin’ van Gershwin. Aan alle kanten hoorde je: die heeft nog nooit zo liefgehad dat het onder haar huid kroop en dat zal waarschijnlijk ook nooit gebeuren. Niet doen, je ontkracht je eigen kunnen op andere gebieden ook als je zulke streken uithaalt. En die zangeres was/is een hele grote…. Ik zeg niet dat je alles meegemaakt moet hebben om erover te kunnen zingen, maar je dient de fantasie te hebben om je in de situatie te verplaatsen. Banaal voorbeeld: ik ben nog nooit dronken geweest (ik word altijd eerst ziek…), maar ik kan heel goed subtiel dronken spelen en zingen…
Mijn hoofdvakdocent sprak wel eens met een licht cynische ondertoon als hij tederheid van me wilde (een emotie die ik moeilijk in een geluid stop): ‘denk maar aan een nest jonge honden’ en hup: ineens werd mijn geluid drie tinten dieper rood…
Om diezelfde reden zal ik nooit moeder-aria’s zingen: ik heb nooit kinderen gehad en kan mij moeilijk in de emotie verplaatsen. Ik kan er alleen maar respect voor hebben en dat is niet genoeg om bijvoorbeeld ‘Senza mamma’ uit Suor Angelica te zingen. Dat doen anderen dus veel beter.
5.
Overdrijf uw voordracht niet, vooral niet bij concerten. Als u een beweging niet organisch voelt: maak ‘m niet! Om met Huub van der Lubbe te spreken ‘Waarheid komt van binnenuit en niet van boven’. Echte schoonheid wint, heus waar…. Nogmaals wees echt, voer geen spelletje op en laat operette-standjes achterwege, ook bij het zingen van operettes…
6.
Als u ooit met orkest zingt (you lucky bastard!): geef de dirigent bij opkomst een hand en daarna de eerste violist (da’s de man die op het hoekie zit, bijna recht onder de linkerhand van de dirigent). Niet vergeten, want als je die man (of vrouw) voorbijloopt hebbie het hele orkest tegen je in het harnas gejaagd en ooit nemen ze wraak. Doe die hand ook na afloop van het concert en zwaai dankbaar naar het orkest, zelfs als ze beroerd gespeeld hebben. En bedenk: de dirigent is de baas en uw schakel naar het orkest, uw steun en toeverlaat en hij is vóór u, maar vooral vóór het orkest. Met hen moet hij voort nà u en als het niet klikt bent u na vandaag weer pleiten en als het wel klikt komt alles goed en wordt u terug gevraagd. Wacht bij het verlaten van de bühne tot de dirigent een seintje geeft en bedenk: vrouwen gaan voor.
7.
Laat u niet gek maken door koorleden of orkestleden die het beter denken te weten dan u. Correcties komen van de dirigent en bij twijfel: rechtdoor. Liever flink erlangs kleunen dan subtiel schmieren want dan komen we er nooit achter wat u goed of slecht kunt…. En: eigenwijs is ook wijs: u hebt een gezonde dosis eigenwijzigheid nodig om te overleven.
8.
Laat u al helemaal niet gek maken door publiek. Als ik een duppie moest geven aan iedereen die me, meestal goed bedoeld, soms ook ronduit gemeen bedoeld, adviezen ging geven of het soort repertoire wat ik nou es moet gaan zingen, of de soort plekken waar ik nou es moet gaan optreden was mijn gage op vóórdat het geld mijn bankrekening bereikte (als het dat al ooit deed).
9.
Spreek van te voren goed af wat ze van u willen, voor hoeveel geld. Spreek een aantal repetities af. Ik heb ooit een regisseur gehad die iedere week de solisten liet opdraven, ze vervolgens in een kring om hem heen zette en dan zei: ‘zo, wat zullen we vanavond eens repeteren…?’ Als u van te voren afspreekt wat de bedoeling is, komen ze niet met eindeloze repetities aanzetten, of met een nieuw stuk, een week voor de première, maar komt u voor minder verrassingen te staan. Zonder verrassingen werkt dit leven in de schijnwerpers niet dus hier mijn slot-advies:
‘if you can’t stand the heat, don’t go into the kitchen!’

Binnenkort maak ik nog een keer een literatuurlijstje, dat publiceer ik een keer tussendoor op Vocalies.nl Mocht u daarvoor suggesties hebben (een mens kan tenslotte niet alles lezen en ik ben al een tijdje niet meer heel actief in het stemvak bezig) dan hoor ik die graag.

In het filmpje een versie van de aria ‘Senza mamma’ uit Suor Angelica, waar ik het hierboven over had. U kunt zien wat ik bedoel. En als u nou toch aan het joetjoeben bent: zoek ook even de slotscene van diezelfde Barbara Frittoli op. Prachtig!

En dan nog eentje waar inlevingsvermogen heel hoog scoort! Magisch! Cristina Gallardo Domas.

We zijn er weer!!!

Het leed is grotendeels geleden. Hiernaast staat een nieuwe mogelijkheid om de Vocaliezen te beluisteren. Alle 33 afleveringen. U kunt alleen nog niet makkelijk downloaden, maar daar wordt aan gewerkt. Mijn echtgenoot en zijn zoon waren van onschatbare waarde in dit proces en een trouwe luisteraar had een ons ontbrekende aflevering nog, dus schoot ook te hulp. Ik leefde een week lang tussen hoop en vrees. Vocalies is wel niet de meest spraakmakende website op het gebied van klassieke mzuiek, maar de vreugde van het schrijven van stukkies en het maken van afleveringen had ik niet graag willen missen. Al met al liggen we gewoon op schema en komt aanstaande zaterdag ‘gewoon’ aflevering 34 erop. Alleen een paar mensen in mijn directe omgeving en ikzelf weten wat dat gekost heeft. Dank je wel, maten van me, die me geholpen hebben.
Lang leve Vocalies!

Tatiana Troyanos

Vóórdat ik met mijn echte stukkie voor vandaag begin: het is me wat met die Podcast-ellende! Heb je ruim 33 uur podcast-programma’s erop staan, je er suf op gewerkt, trekt de host er de stekker uit zonder enige aankondiging vooraf. Alles weg. Ik vind dat van een hufterigheid waar ik verder geen woorden aan ga vuil maken. Dank voor alle bijstand: ik was heel boos en even heel moedeloos, maar dat ging snel over. Er worden namelijk aan alle kanten tips gegeven en er wordt ook al concreet actie ondernomen. Dus ga ik gauw rond de tafel om de schade te herstellen,de podcasts te reloaden en mij minder afhankelijk te maken van jan jokers die de fatsoensnormen niet eens in acht nemen.
Vocalies will be back!

Vandaag in 1938 werd de Amerikaanse-Griekse mezzo-sopraan Tatiana Troyanos geboren. Sommige bronnen vermelden trouwens 9 december, dus dat kan ook haar geboortedatum zijn.
Ze werd geboren in New York en groeide op in Forest Hills, Queens.
Grappig detail uit haar jeugd is dat ze vóórdat ze muziek ging studeren als koorlid optrad in de eerste versie van The Sound of Music.
In 1963 maakte Tatiana haar debuut aan de New York City opera als Hippolyta in Britten’s ‘A midsummer nights dream’. Het volgende jaar zong ze al in de opera Boris Goedonov, de rol van Marina Mnichek.

Vanaf 1976 zong ze vooral aan The MET in New York, waar ze erg geliefd werd om haar sensueel (mooi woord!) geluid, haar veelzijdigheid en schoonheid en vooral om te intensiteit waarmee ze haar rollen zong. Ze zong ze niet alleen, ze leek ze ook te beleven en dat is wat mij zo in haar aanspreekt. Terwijl ik het mooi zit te vinden gaat er achter in mijn hoofd ook een belletje rinkelen: als je zo intens met je rollen omgaat loop je ook het gevaar dat je eigen ziel niet onaangetast blijft door al dat leed. Dat lijkt bij Troyanos toch een rol gespeeld te hebben…. Ze kreeg borstkanker, leek dat te hebben overwonnen, het zaaide uit naar haar lever en toen was het snel gebeurd. Op 54-jarige leeftijd overlijdt ze. Ze heeft haar ziekte tot op het laatst verborgen weten te houden voor de meeste van de collega’s, hetgeen een bijna onmenselijke opgave is.

Maar nog even over haar carrière: ze zong verschillende MET-premières: onder andere Adalgisa in Bellini’s Norma (met Renata Scotto in de hoofdrol), Octavian in Richard Strauss’s Der Rosenkavalier en Didon in Les Troyens van Berlioz.

In 1984 zong ze de wereldpremière van de eerste acte van Rachmaninoff’s opera Monna Vanna, (nagelaten door de componist als piano-uittreksel en ge-orkestreerd door Igor Buketoff).

Troyanos nam ook veel CD’s op, gelukkig maar, dan hebben we dat tenminste: Carmen (ga ik es gauw naar luisteren, zou wel eens heel mooi kunnen zijn) in de versie, gedirigeerd door Sir Georg Solti, Cherubino in Le Nozze di Figaro en Anita in West Side Story, de her-opname onder leiding van meester Bernstein zelf.

In 1994 gaf The MET een concert ter nagedachtenis aan haar en James Levine zei toen (ik vertaal…) ‘Dat we hier bij elkaar zijn om Tatiana te gedenken is niet te bevatten: het betekent dat onze ‘familie The MET’ een van de belangrijkste, meest geliefde artiesten en vrienden in haar hele historie heeft verloren’.

Overigens, en het is maar te hopen dat het geen omen is: Troyanos was een van de drie sopranen die haar strijd tegen de kanker verloor, op of rond haar 54ste (veel te vroeg dus): de andere twee waren Lucia Popp en Arleen Auger.

In het filmpje haar versie van de dood van Didon, uit Les Troyens. Toen ik het zag snapte ik wat de beschrijving van haar biografie bedoelde: een fenomenale actrice, die lijkt te beleven wat ze zingt. Doe dat maar eens veertig keer in één seizoen en dan zullen we nog eens praten…

Zangles (6) Klinkers en medeklinkers

In dit voorlaatste stukkie over zangtechniek en aanhangende ellende wilde ik het met u over de plaatsing van tekst en meer bepaald van klinkers en medeklinkers hebben. Dit keer weer met behulp van Theo Willemze’s ‘Algemene muziekleer’ want op zoek naar de stemtiepjes van de vorige keer kwam ik alweer een handzaam overzichtje tegen van de plaatsing van vocalen.
Vooraleer we aan de lettertjes toekomen allereerst een algehele regel over tekst van een strenge pedagoog (ik dus…):

U DIENT PER WOORD TE WETEN WAT U ZINGT!!!

In welke taal ook: zoek een vertaling (lang leve internet!), vraag het een vriend of uw pedagoog, pak een woordenboek, ga naar het asielzoekerscentrum in de buurt als het nodig is, mail desnoods naar Vocalies, maar vind uit wat u zingt. U hoeft een taal niet te spreken om er een lied of aria in te kunnen zingen, maar wilt u een en ander geloofwaardig over het voetlicht krijgen dan dient u te weten waar het over gaat tot in détail.

Pfoe, dat is eruit. Ik heb een strenge pedagoog gehad die slechts één les nodig had om mij deze wijsheid bij te brengen. Ik wist ergens niet wat ik zong (mijn Italiaans is lange tijd rudimentair geweest…). Hij hoorde het, onderbrak zijn begeleidend pianospel en vroeg: ‘weet je wat je daar zingt?’ Ik schudde bedremmeld nee. Hij deed bedaard het boek dicht, legde het terzijde en sprak de twee zinnen die mijn mijn verdere zingend leven doorgeholpen hebben: ‘Dan zoek dat maar eerst even op, dan komen we er volgende week op terug. Had je nog meer voorbereid?’ Zijn blik bleef vriendelijk en ik geneerde me zo, dat me dat nooit meer daarna ooit gebeurd is. Ik kon hem alles vragen, maar ik moest vooral niet net doen alsof ik het wist en er vervolgens maar een gooi naar doen: hij had een oor voor dat soort streken, een van de redenen waarom hij een uitstekend pedagoog was.
Als u opera zingt: vind uit in welke acte het stuk gezongen word en wat de achtergrond ervan is. Dat is trouwens leuk werk hoor, je steekt er een hoop van op. Als je een aria buiten zijn verband zingt (wat in de praktijk meer gebeurt dan in zijn verband) kan een interpretatie licht veranderen en concertant hoeft u zich niet zo aan te stellen als in de opera zelf, maar u dient wel de bedoeling van de aria over te brengen. En wiekende armen zijn daartoe niet genoeg, wat zelfs geschoolde zangers u met hun ‘gedoe’ willen laten geloven.

Lied en aanverwante artikelen is eigenlijk een verhaal apart. Waar je in opera met de witkwast schildert, doe je dat in Lied met een fijnpenseel en met heel veel nuances. Bewaar Liedzang voor later in uw opleiding. Begin met simpele opera-aria’s en oude Italiaanse liederen en aria’s. Hou uzelf niet tegen, maar leer ‘uitzingen’ en van daaruit terug naar zacht.
Ik zou er nog vellen over vol kunnen pennen, maar dan wordt het stukkie te lang. Als u goeie raad nodig hebt, mail me maar, maar hou er rekening mee: ik ben vaak liever eerlijk dan tactisch, daar komt u het verste mee. Daar gaan we, hou u vast, want het wordt heel technisch!
Ik ga even uit van het Nederlands. En van de klinkerdriehoek van Hellwag, die ik ergens van internet gevist hebt. U mag eens zelf surfen. En vooral zelf experimenteren.
Zelf uitproberen!

Ik hoop dat Willemze het goed vind wat ik nu doe:
De klinkers:
1. van open naar gesloten met verplaatsing naar voor in de mond
aa in raam, waar, raak
ae (de aa op zijn Haags, fout dus…)
e in lek, leg, les
i in blik, lig, lis
ee in leek, lees, leeg

2. van open naar gesloten zonder verplaatsing
aa in raam, waar, raak
e in de stomme e, de ehhh van de aarzelende spreker
u in geluk, lucht, lus
eu in leuk, leus, leugen
uu in Guus, Truus, Luuk

3. van open naar gesloten met verplaatsing naar achteren:
aa in raam, waar, raak
a in ram, wak, war
o in rommel, wrok
o in pot, koffer, pol
oo in poot, kloof, pool
oe in poet, loef, poel

4. glijvocalen (jasses…)
ei en ij = è + ie of è + éé
ui = eu + uu (of ö + uu)
au en ou = ò + oe of à + oe
aai, ooi, oei
eeuw = éé + oe
ieuw = ie +oe
uw = uu +oe

De medeklinkers:
bilabialen (articulatie met beide lippen): p, b, m, v, f
labiodentalen (articulatie tussen lip en tanden): v, f, w
postdentalen (articulatie met tongpunt tegen de tanden tegen de tandkas): t, d, n, l
alveolaren (tong tegen de tandkas) s, z, r (ja kindertjes in het Gooi: de tong tegen de tandkas!!!)
prepalatalen (tongpunt of tongrug tegen het harde verhemelte): r, d, n, r, l , als er een j op volgt
mediopalatalen (tongrug tegen het achterdeel van het harde verhemelte): j
postpalatalen (tongrug tegen het zachte gehemelte): k, g en de g van het Franse garçon
velaren (tegen de huig): de r van hen die ernstig brouwen… VERGETEN DAT DING!!!
laryngalen (ontstaan in het strottenhoofd): h.

Huiswerk: allemaal een keer uitproberen, goed snappen en vervolgens in de kachel gooien en vergeten.
Over twee weken de laatste les: wat mag op toneel en wat echt niet, niet volgens Bartjes, maar volgens Vocalies.

Als troost voor zoveel techniek in het filmpje Barbara Streisand die wel heel veel lettertjes in één minuut zingt. Wat mij opviel: het klinkt nergens gehaast, ze durft door te zingen tot de laatste ademteug en: je kunt het uitstekend verstaan!