Pastiche

Dit wordt een pastiche, een samenraapsel van allerlei berichten. Ik ben de laatste tijd helemaal opgewekt over de kansen voor vocale klassieke muziek. Nou, in ieder geval over vocale muziek. Hoeveel klassiek erin blijft zitten is maar de vraag, maar als we maar eenmaal zingen dan komt dat klassieke zingen misschien wel makkelijker, zo niet vanzelf. In willekeurige volgorde een paar voorbeelden:
Het makkelijkste scoren is misschien wel met de uitzendingen op de commerciëlen: je wordt zo ongeveer om je oren geslagen met The Voice of Holland, Popstars, Idols en ga zo maar door. In alle geledingen van TV komen die talentenjachten trouwens voor: je kan de tv niet aanzetten of de eet-talentenjachten en de verbouw-talentenjachten vliegen je om de oren. Ik kijk slechts in flarden: voor het vocale gedeelte moet ik er als Vocalies wat van vinden (dat vind ik overigens vooral zelf…), en je kunt niet alles bijhouden met een 40-urige werkweek, twee lokale radiostations, een website en een sociaal leven.

Ik griezel nogal van het stemgebruik in de stem-talentenjachten. Wat zich tegenwoordig zangcoach of zangpedagoog noemt (dat laatste is ouwerwets, maar dat ben ik ook, strikt genomen…) daar word ik ook al niet vrolijk van: de accenten en het foute stemgebruik van de zogenaamde coaches kunnen niet anders dan volslagen verkeerd uitpakken, wat een nood wordt daar geboren. Die coaches zouden er zelf goed aan doen eens een echte pedagoog in de arm te nemen, sjonge jonge wat een dommigheid… Er schijnt trouwens een eigen cirquitje aan het ontstaan te zijn: in verschillende talentenjachten komen vaak dezelfde mensen naar voren. En bij nieuwe BN-ers wordt vaak gezegd: bekend van Idols èn The Voice of Holland, èn… (niet dat ik ze dan ken hoor, onze netten worden bevolkt door vooral jong en hip volk, ik schijn nu echt een ouwe zangtang te zijn…)
Maar goed, ik schreef dat ik er vrolijk van werd en nu ben ik aan het mopperen. Terug naar de vrolijkheid.

Bij De Wereld Draait Door doen ze tegenwoordig ongeveer één keer in de maand een opera van een minuut. Ik heb er drie van gezien en het was veelbelovend; ik kan niet zeggen dat ik er door meegenomen werd, maar het was wel spannend en goed gemaakt. Ik hoop dat ze er mee doorgaan. Ook bij DWDD (ik hou van dat programma, het is een van de weinige programma’s dat ik dagelijks tracht te volgen) was Van Velzen: u weet wel dat kleine menneke dat de Nederlandse popmuziekwereld een paar jaar geleden stormenderhand veroverde. Hij gaat het theater in en beperkt daarmee de klere-herrie van zijn band tot een minimum en dan komt de zang beter uit. Hij had twee zang-maatjes meegenomen en die drie zetten me daar toch een mooi mupke close-harmony-zang neer. Om van te smullen. En in een latere uitzending twee zangers/gitaristen die ouwe klassiekers van Dylan en Taylor zongen (de sterren van de hemel).

Dirigent Leonard Bernstein (Lenny voor insiders) is weer op tv met zijn programma waarin hij jongeren naar de klassieke muziek probeert te leiden; het is geweldig gedateerd, maar daarom zo leuk om onder het strijken naar te kijken.

Ik zag (ook onder het strijken) een prachtige documentaire over Eva Maria Westbroek: onze nieuwe nationale klassieke hoop! Samen met haar man, tenor Frank van Aken, dartelt die met hond door de Europese Theaters en verovert die stormenderhand. Geen spatjes, prachtige, grote stem, mooie vrouw. Hou haar in de gaten!

Be Italian!

Het gaat niet goed in Italië. Silvio Berlusconi ligt eindelijk in de positie die zijn favoriete is: op zijn rug. Maar nu niet met een knappe (te) jonge dame bovenop hem, maar een zwaard van Damocles. Dat zwaard hing er al heel, heel lang; al zo lang dat hij eraan gewend geraakt was en ermee had leren leven en ermee weg kwam, tenminste dat dacht hij. De laatste tijd lijkt het zwaard te zakken, maar als je maar lang genoeg zorgt dat er iets in je gezichtsveld zit tussen jou en het zwaard (liefst die knappe (te) jonge dame) dan kun je net doen alsof het zwaard er niet is, tot… je je hand overspeelt. En dat heeft-ie volgens mij inmiddels gedaan, die ouwe perverseling. Het zwaard gaat vallen en het lijkt erop dat zijn rol definitief is uitgespeeld. Ik zit naar de onafwendbare ondergang te kijken en mijn gedachten vliegen een paar kanten op: terug naar het Italië dat wij dit kalenderjaar zo missen (stel je voor ik zou er niet geweest zijn, een heel kalenderjaar lang… dat kon niet, dus ga ik eind november nog gauw vier dagen Venetië doen met een vriendin, terwijl de hoofdredacteur in Genua zit bij prozaïsch voetbal).

Sorry zijspoor: terug naar Berlusconi en mijn gedachten… Die waren dus in Italië. Bij de gestudeerden die we tegenkwamen die allemaal zeiden ‘scusi per Berlusconi’, bij de obers op de terrassen die het zeiden, zodra ze in de gaten hadden dat wij iets meer Italiaans spraken dan het obligate ‘grazie’, bij de agriturismo-beheerders, bij de gidsen in de grote toeristische attracties: allemaal zeiden ze ‘scusi per Berlusconi’. Toen mijn Italiaans vorderde vroeg ik ze eens streng waarom ze die man dan niet het land uit sodem….terden…. Italië is toch een democratie? Als links zich zou verenigen in plaats van elkaar het kot uit te vechten kon het toch: weg met die man? Tegenwoordig durf ik dat niet meer te zeggen sinds de wolf in schaapskleren Wilders hier rondloopt en ook de Nederlandse politiek en de Nederlanders daar geen adequaat antwoord op weten, sterker nog: ik krijg de neiging om tegen de Italianen te gaan roepen ‘scusi per Wilders’. Maar ja, Wilders houdt geen orgieën met hoogbenige, te jonge vrouwen en heeft geen villa op een eiland waar hij aan uitspattingen kan toegeven. Wilders zit op onbekende, kale achterkamertjes, met mannen met oortjes in om zich heen en een fles waterstofperoxide bij de hand, in plaats van limoncello of grappa.

Alweer een zijspoor: terug naar mijn gedachten. Merkt u dat ik soms op de zijsporen leuker ben dan op het hoofdspoor?

Affijn, ik zat dus met mijn gedachten bij het vallende zwaard en Berlusconi en kwam al muziek zoekende voor mijn Vocaliezen uit bij You tube bij de musical ‘Nine’. Daar zit een scene in die u beslist eens op moet zoeken. Fergie speelt in Nine een prachtige dans/zangrol. Jammer trouwens dat Nine het niet gehaald heeft bij het grote publiek, de film/musical ging direct op DvD en ik kwam slechts bij toeval achter die prachtige dans/film-scène. De titel ervan spreekt voor zich: ‘Be Italian’. Wees Italiaans, leef je leven alsof iedere dag je laatste is. De scène heeft een sterke, oer-erotische lading, dus als u wat preuts uitgevallen bent zou ik er niet naar kijken, u zou wel een gechoqueerd kunnen worden en het gevoel kunnen krijgen dat u wat gemist hebt; Sylvio Berlusconi heeft het gedaan en ondanks alle weerzin die de man in me oproept (ik moet er niet aan denken dat zoiets aan me zou zitten), moet ik grinniken: hij weet hoe het moet: ‘Be Italian!

In het filmpje de dans die ik bedoelde: let erop hoe film en toneel geraffineerd gecombineerd worden: de scènes op het strand zitten prachtig in de toneelscene gedraaid en op het laatst, als al die hoogbenige schoonheden (soms lijkt het erop dat hoogbenig en rondborstig alleen in Italiaanse vrouwen zit; ik ken geen land waar er zoveel van bij elkaar zitten…), met die stoel achter zich aan over het toneel naar voren lopen kan dat alleen maar met filmcamera zo opgenomen worden… En dat kleine knappe jongetje (gecast als de jonge Day Lewis), lijkt dat jochie niet ook niet een heel klein beetje op de jonge….???

En een (slot)gedachte wil ik u nog meegeven: er is niks ordinairs of plats aan goeie, stomende erotiek, wat de platvloerse uitwassen van SBS6 in ‘Oh oh Cherso’ u ook willen laten geloven, kijk maar naar Be Italian!

Una Voce Particolare

Hebt u het gezien, afgelopen zaterdag, de 6de? Una Voce Particolare, bedoel ik? Ik niet, tenminste niet live; ik had een feestje: goeie kroeg, leuke mensen, lekker pilsje. Maar ja, als Vocalies moet je natuurlijk naar het weinige dat er op TV is op jouw gebied wel kijken, dus heb ik het prachtige fenomeen ‘Uitzending gemist’ maar eens ingeschakeld. Voordeel is dan dat je hier en daar een beetje kunt doorspoelen…. Dat deed ik overigens weinig, het was een heerlijke avond en, om maar eens met spraakwaterval Hans van Willigenburg te spreken: de avond van de jeugd. Ik was het van harte eens met de jury, die diplomatiek tussen de klippen doorzeilde. Ernst Daniel Smid vind ik vooral leuk als hij de aria’s aankondigt. Bij het overige gaan mijn tenen wel eens krullen, maar ach, ik heb makkelijk kletsen: ik sta aan wal en hij moet het schip de haven in zeilen.

Het meissie dat won, won buitengewoon verdiend. Mijn gedachten gingen terug naar het moment dat ik auditie deed voor een studie solozang aan het conservatorium: vier keer sleepte ik mij voor een jury, in Rotterdam, Amsterdam, Maastricht en Utrecht. Ik was toen ongeveer net zo oud als Maghen nu. Buitengewoon faalangstig toen (en nog steeds een beetje) was het een soort Tantalus-kwelling waarvan ik me achteraf nog steeds af en toe afvraag wat mij ertoe aanzette. Het zal de drive van de heilige muze wel geweest zijn. In Amsterdam waren ze gauw met me klaar, wat een nare club mensen en wat een nare manier om erachter proberen te komen wat mensen wel en niet kunnen: ze uit hun evenwicht tikken en dan achteroverleunend gaan zitten kijken hoe ze dat oplossen. Het voorspel van het Mendelssohnlied ‘Auf Flügeln des Gesanges‘ was al begonnen toen een van de commissieleden (het is dan natuurlijk geen jury, al lijkt het er verdacht veel op) mij vroeg om even de openkierende deur van het lokaal dicht te doen. Ik trok een sprintje, sloot de deur en was op tijd terug voor mijn inzet, want denk maar niet dat de pianist wachtte. Een ander jurylid zat gedurende het gehele lied te proberen het plastic lepeltje met behulp van het plastic koffiebekertje te lanceren en weer op te vangen. Het lukte haar; en het lukte mij het lied uit te zingen. Het zal wel niet heel erg begeesterd geklonken hebben, maar ik was degelijk voorbereid dus slecht kan het niet geweest zijn. Gek dat ik me dat niet meer kan herinneren, terwijl ik nog precies het geluid van het indeukende en weer uitdeukende koffiebekertje herken als iemand in mijn omgeving die truc uithaalt. Ik had natuurlijk in moeten grijpen bij zoveel aanmatigende arrogantie, maar ik was een kuiken, dus zoveel lef had ik niet in huis. Men vond mij wel de stemmiddelen, maar niet de persoonlijkheid hebben voor een solo-opleiding. Ik zei bedaard dat zelfs als ze me aangenomen zouden hebben, ik er niet over gepiekerd zou hebben mijn kwetsbare talent in hun handen te leggen en verliet knarsetandend het gebouw.

In Maastricht klikte het ook niet, maar daar ging men tenminste netjes met me om. Van Rotterdam kan ik mij niets meer herinneren en Utrecht nam me aan: herstellende van een flinke zomergriep hoestte en proestte ik mij door ‘Porgi amor’ uit Le Nozze di Figaro heen. Er flitste zoiets als bewondering in de ogen van een van de docenten en met hem heb ik vijf aangename jaren hard gewerkt. Ik denk nog regelmatig aan zijn aanwijzingen. Toentertijd begreep ik ze niet allemaal, maar in de jaren na mijn afstuderen vielen nog een aantal aanwijzingen op zijn plaats. Tot nu toe zing ik nog zonder technische problemen en doet de stem nog steeds waar-ie destijds goed in was, al is het geen wereldstem: mensen raken en meenemen in de sfeer van opera of Lied.

Ik hoop voor Maghen Hilgersum dat ze mensen treft die zuinig zijn op haar talent. Die de muze trouw blijven en die haar persoonlijkheid voorzichtig kneden tot wat het uiteindelijk moet worden: een ijzersterk, rijzige, roestvrijstalen vrouw die in staat is te boeien en mee te nemen zonder dat haar eigen energiebron op raakt, met genoeg eigenwijzigheid om alle domme pedagogen, pardon stemcoaches en managers, in haar omgeving te kunnen onderscheiden van degenen waar ze wel wat van kan leren en die haar kunnen steunen. Ze zong prachtig, al kan er hier en daar nog best aan geschaafd worden. Op naar een elfde seizoen Una Voce Particolare, Daan!

In het filmpje het optreden van de winnares in een eerdere uitzending van Una Voce, ik vond dat mooier dan de finale. Let erop hoe ze haar borststem durft te gebruiken en hoe goed ze weet wat ze zingt. De Italiaanse t’s en s-en zijn niet overal scherp genoeg, daar klinkt nog wat Westland’s in door, maar dat komt vast goed. En pas vierentwintig hè! Dat u zich dat goed realiseert!

Adriana Lecouvreur

Tsja, waar schrijf je over in deze barre tijden? De herfst overwint ons en de zomer, de lange donkere maanden liggen voor ons (van dat vooruitzicht word ik sowieso nooit vrolijk); om ons heen vallen de orkesten, de toneelgezelschappen en de kleine theaters als bladeren van de bomen. De politiek die mee moet helpen bij subsidie-verstrekking wordt steeds botter en harder en dommer. Iemand die een professioneel orkest (was het het Residentie?) uitscheldt voor een ‘elitair clubje domme trombonisten’ is van het padje: trombonisten zijn blazers en die zijn per definitie niet elitair en als ze dom zouden zijn zouden ze zich in het Residentie Orkest niet kunnen handhaven. Ik vind dat er best bezuinigd kan worden binnen de kunstsector, maar dan wel genuanceerd en de zwaarste lasten voor de rijkste clubs. Ik heb besloten mij verder niet te mengen in de discussies. Ik ben niet genoeg ingevoerd; ik kan het beste van dienst zijn, denk ik, door gewoon mijn ding te blijven doen hier op Vocalies (waar ik trouwens ook ginne kneup mee verdien). Mijn hart bloedt, dat wel.

Dus maar een onderwerp gezocht om even net te doen alsof er niks aan de hand is, dan kunnen we even bijkomen van het gekrakeel…
Vandaag in 1902 ging in Milaan de opera’s Adriana Lecouvreur in première; een vier-akter van componist Francesco Cilea en librettist Arturo Colautti. Er waren nog drie andere componisten die dezelfde titel gebruikten voor hun opera, maar die drie zijn in de vergetelheid geraakt.

De opera is gebaseerd op het leven van de Franse actrice Adrienne Lecouvreur, die leefde van 1692–1730. Het verhaal is schijnbaar moeilijk te volgen; reden waarom er nogal eens gesnoeid is in het libretto. De opera hoort als genre bij het verisme: belevenissen van gewone mensen. Maar de titelrol is de moeite van het zingen waard en een geliefde rol onder dramatische sopranen (lekker hysterisch…). De muziek is een stuk beter dan het libretto, dus dat maakt al veel goed. Toch heeft de opera nooit de populariteit van bijvoorbeeld I Pagliacci of Cavalleria Rusticana kunnen benaderen.

De premiere had drie prachtige hoofdrolspelers: sopraan Angelica Pandolfini in de titelrol, tenor Enrico Caruso als Maurizio en bariton Giuseppe de Luca als Michonnet.
Placido Domingo debuteerde in The Met met de rol van Maurizio in 1968, naast Tebaldi in de titelrol. Domingo zong de rol graag: en in 2009 deed-ie het nog een keer, toen wat minder, omdat hij een dagje ouder was geworden.

De titelrol is een geliefde rol voor sopranen: er zitten niet heel veel hoge tonen in, maar qua uithoudingsvermogen en drama is-ie zwaar…. vooral de sterfscène. Heb je geen hoogte meer, maar wel een flinke strot en een dito persoonlijkheid: ga dan vooral deze rol zingen. Ik zocht op internet en vond de volgende namen die de rol zongen: Claudia Muzio, Magda Olivero, Leyla Gencer, Montserrat Caballé, Renata Tebaldi, Raina Kabaivanska, Renata Scotto, Mirella Freni en Joan Sutherland.
Deze laatste nam de opera in 1990 met haar echtgenoot als dirigent nog op CD op en voegde er scène aan toe die er kort na de première was uitgehaald: dat kwam de logica van de opera ten goede…. Het geheel was wat beter te volgen. Ik ken ook alleen de versie met Sutherland (prachtige kostuums trouwens!)

Het verhaal, heel kort: de leider van een toneelgezelschap, Maurizio, die ook graaf is, is verliefd op een van zijn ‘leading ladies’ Adriana. Hoewel in eerste instantie verliefd op iemand anders, is ze niet bestand tegen de avances van de graaf: ze geeft hem een bosje viooltjes om in zijn knoopsgat te steken. Adriana krijg ruzie met een ander kaapster op de kust: de prinses De Bouillon is ook verliefd op Maurizio.

Vervolgens moet Maurizio een gevangenisstraf uitzitten vanwege niet betaalde schulden. In de tijd dat hij niet in de buurt is donderjagen de twee vrouwen verder en de prinses raakt meer en meer vervuld van wraakvoornemens, terwijl Adriana steeds hysterischer wordt. De prinses weet tenslotte het bosje viooltjes van Maurzio te ontfutselen en het van gif te voorzien. Ze zendt het als een cadeautje van Maurizio naar Adriana, die ruikt eraan en dat wordt haar fataal. Als Maurizio binnenkomt sterft ze in zijn armen.

In het filmpje de eerder genoemde Joan Sutherland, in de eerste aria uit de opera. Prachtige kostuums zei ik al… Let op die trap, je zal ‘m maar moeten nemen met zo’n kostuum aan!