Verdi en het Leven met een grote L

Woensdagavond bijna acht uur. Ik heb het wel effe gehad met het Leven met een grote L en laat mij met een diepe zucht op mijn sofaatje voor de tv zakken. Mijn full-time collega is een weekje met vakantie en ik werk me overdag een slag in de rondte om iedereen te helpen. Het huishouden trekt zich van dat soort vakanties al helemaal niks aan en dat gaat dus ook gewoon door. Vóórdat je je kunt overgeven aan wat er van de avond nog over is, is het dan al een uur of acht. Maar de afwas is gedaan, de was hangt en er staat een nieuwe machine te draaien, het bed is verschoond, alle mail is beantwoord (inspiratie voor een stukkie had ik niet) en de spullen voor morgen staan klaar. Ik zap een beetje lusteloos langs de tv-kanalen.

Zo dadelijk zal ik De Wereld Draait Door gaan kijken. Vaste prik op werkdagen en mijn echtgenoot neemt het voor me op, zodat ik niet om half acht klaar hoef te zitten voor de buis, want dat haal ik bijna nooit. Voor die tijd verzet ik altijd even mijn zinnen door langs alle beschikbare kanalen te zappen, je weet maar nooit wat je tegen komt…

En ja hoor, de beloning komt: op Brava.NL rol ik in de tweede helft van een documentaire over het leven van Giuseppe Verdi. Ik meen de voice-over te herkennen en dat blijkt even later te kloppen: mijn favoriete bariton: Thomas Hampson. Hij zingt (in het Frans!) de prachtige aria uit Il Trovatore ‘Il balen del suo sorriso’ (vrij vertaald: de glans van jouw glimlach) in een van de vele oude lege kerken in Venetië.
Daar ben ik geweest en als er vervolgens beelden komen van wiegelende gondels op het water van het Canal Grande zak ik wat verder onderuit; de spanning zakt uit mijn lichaam en ik kan efkes weg op de klanken van Verdi. Nonde… wat kan die man zingen.

Vervolgens mag ik mee langs het laatste derde deel van Verdi’s leven, langs plaatsen waar ik zelf ooit mocht rondlopen: La Scala in Milaan, de Opera in Parijs, Rome, Sant’Agatha (zijn landgoed), Busseto, waar wij onder zijn standbeeld op de markt die hij overziet vanuit zijn stoel een wel zeer prozaïsche zwembroek kochten. Mijn Italiaans was toen nog rudimentair: ik weet dat ik niet verder kwam als ‘pantalone per piscina’, maar we kregen wat we hebben wilden…).

Ik weet het een en ander van Verdi’s leven. Je verdiepen in een van je lievelingscomponisten is geen straf. Het is dus een bekende reis, maar het is zo leuk hem nog een keer mee te maken, dit keer aan de hand van bariton Thomas Hampson, ook niks mis mee… de collega op vakantie zou verzuchten: ‘met hem wil ik wel eens een beschuitje etenŒ Aan het einde van de documentaire (nog een aria kreeg ik: die van Germont uit La Traviata (Di provenza, il mar, il suol) was mijn spanning weg en mijn energie terug.

Onder het linkje zit een opname van Thomas Hampson waarin hij de aria zingt tijdens de Salzburger Festpiele, let op het mooie tegenspel van een andere van mijn favorieten: Rolando Villazon. Bariton-partijen van Verdi liggen hoog en zijn lastig te zingen. Daar staat tegenover dat Verdi het zijn zangers qua ademhaling wel makkelijk maakt: hij was getrouwd met een zangeres en hij schreef heel organisch voor zangers. Ik moet in mijn Mozart-partijen altijd extra ademhalings-vleugeltjes zetten, maar bij Verdi gaat dat vanzelf, dan hoeft dat niet.

Franco Corelli

Ik los mijn belofte van vorige week alvast gedeeltelijk in. Toen kon ik niet kiezen uit de onderwerpen: de geboortes van Franco Corelli, Rudolf Schock en Giovanni Pierluigi da Palestrina. Belofte maakt schuld en die los ik dan nu gedeeltelijk in: u krijgt een stukkie over Franco Corelli. Prachtige tenor…

Franco Corelli werd in Ancona geboren, als zoon van een scheepswerfarbeider. Hij studeerde aan het conservatorium van Pesaro en Milaan. Hij had een stem voor Verdi en Puccini, mijn lievelingscomponisten. In 1954 debuteerde hij aan het Teatro alla Scala in Milaan. Daarvóór had hij al prijzen gewonnen, maar eenmaal gedebuteerd aan de Scala begint je zingend leven pas goed.

Hij was een van de belangrijkste zangers van zijn tijd. Niet alleen een uitstekend zanger, maar ook nog eens een prachtige man, typisch het schoonheidsideaal van die tijd. Even legendarisch als zijn good looks was zijn plankenkoorts. Ik voel verwantschap; ik zal het ook nooit, nooit, nooit afleren hypernerveus te zijn vóór een optreden en ook ik zal stoppen met solo-zingen omdat ik die ellende niet meer wil, niet omdat de stem het begeeft…

Had hij zichzelf eenmaal overwonnen, dan zong hij echter uit volle borst en zonder zich te sparen; de stem kon het aan. Gelukkig kon hij zijn belangrijkste rollen opnemen, dan heb je veel minder last van die nare zenuwen.

Een paar van die belangrijkste rollen: Kalaf in Turandot, Cavaradossi in Tosca, Andrea Chénier, Pollione, Don José in Carmen, Radames in Aida, Roméo, Faust, Manrico in Il trovatore, Rodolfo in La bohème, Canio in I Pagliacci.

Hij debuteerde in Amerika in een filmversie van de opera Tosca. Kort daarna debuteerde hij aan The Met, waar hij zou alle seizoenen tussen 1961 en 1976 zou blijven zingen. Zijn stem werd wel vergeleken met die van Enrico Caruso; zijn uiterlijk was onvergelijkbaar.

In 1976 trok hij zich op 55-jarige leeftijd van het toneel terug. Waarom dat zo vroeg was heb ik niet kunnen achterhalen; zouden die vermaledijde zenuwen hem uiteindelijk toch genekt hebben?

Hij woonde lange tijd in New York City, kort vóór zijn dood ging hij naar Milaan, waar hij nog gast was bij de ‘Opera Award’ in 2002. Hij kreeg er alsnog een staande ovatie voor zijn hele oeuvre.
“We have lost one of the greatest tenors of the world. One of the greatest tenors of the century. He was the most serious of his profession, and he was a great interpreter who made great sacrifices for his career”, zei Carlo Bergonzi.

In het filmpje een slecht geplaybackt stukkie uit Il Trovatore. Ik wilde het eerst niet opnemen; er wordt hemeltergend slecht geacteerd, maar hij zingt zo prachtig, vooral in de aanloop naar het scoorstuk ‘Di quella pira’. Doe uw ogen gewoon even dicht…

Een sufferd en Julia Westendorp

Ik ben een sufferd? Had ik een leuk stukkie geschreven (al zeg ik het zelf), vergeet ik het naar mezelf te mailen en kon ik er effe het weekend niet bij en u bent gewend van mij dat ik op zaterdag iets nieuws schrijf.

U hebt me vanwege het mooie weer vast niet gemist (sprak zij met tongue in cheek?)
U krijgt het vandaag: zie hieronder.

Ik had het effe moeilijk afgelopen week. In mijn keuze voor het wekelijkse stukkie van zaterdag kon ik kiezen uit een aantal onderwerpen: op 9 april in 1525 werd Giovanni Pierluigi da Palestrina geboren, in 1898 werd Paul Robeson geboren (die prachtige bas die zo mooi ?Ol? man River? kon zingen?.) en de tenoren Rudolf Schock en Franco Corelli respectievelijk in 1915 en 1921? allemaal mensen die met vocale klassieke muziek te maken hebben, de een iets meer dan de ander en allemaal mensen met wie ik om uiteenlopende redenen ?wat had? Moeilijk, moeilijk, moeilijk, wie te kiezen???

Sla ik het Eindhovens Dagblad van dinsdag 5 april open en die ik in het cultuur-katern (jawel ze doen in Eindhoven ook aan cultuur) een middenpagina gewijd aan de sopraan Julia Westendorp uit ?. Helmond! Die doet mee aan het Elisabethconcours, een concours met wereldfaam van onze zuiderburen die het ene jaar een wedstrijdje houden wie het beste viool kan spelen, het volgende wie het beste piano speelt en het derde jaar wie het best kan zingen. U merkt het al, ik ben niet zo van concoursen, maar je moet met je tijd mee en het is een uitgelezen kans voor jonge mensen om zich te profileren. Dus moet ik u even vertellen dat Julia mee gaat doen, dat ik haar veel succes wens en dat ze in de eerste ronde gaat zingen: ?Oh, never sing to me again? van Sergei Rachmaninov en ?Ruhe sanft mein holdes Leben? van Wolfgang Amadeus Mozart.

Als ik het interview lees lijkt het een blijvertje te zijn, want ze staat op een gezonde manier in het vak: met beide benen op de grond namelijk, de enige manier om concoursen te overleven zonder er een enorme kater aan over te houden. Misschien kunt u het interview nog lezen op de website van het Eindhovens Dagblad (als u wil) en u heeft in ieder geval een reden om de tv in de gaten te houden, de zenders van de Belgen dan. Het ED vermeldt niet (zucht) wanneer de uitzendingen zijn, misschien wisten ze dat ten tijde van het ter perse gaan ook nog niet hoor, ik moet niet te kattig doen?)
In het filmpje een opname van een aria uit Zaïde van Mozart ‘Tiger, wetze nur die Klauwen’, gezongen door Julia zelf… prachtig opgenomen, die komt er wel denk ik, zelfs zonder het Elisabethconcours!

En de verhalen over Palestrina, Robeson, Schock en Corelli houdt u tegoed.

Johannes in scène

Zit ik weer eens te zappen op een doordeweekse avond, kom ik uit bij het programma Opium van de AVRO. Daar zit Ernst Daniel Smid een verhaal te vertellen over de Johannes Passion. Men laat fragmenten zien van de Nationale Reisopera, die het initiatief genomen heeft de passie scenisch te zetten met een verbluffend resultaat. Er waren fragmenten van een repetitie te zien die, zelfs zonder kostuums al een aardige indruk gaven van wat het zou worden. Het leek potdrie wel een opera zo…
En Ernst Daniel Smid vertelde, op de bekende bevlogen manier, er een prachtig verhaal bij. Ik kreeg bijna zin om ernaar toe te gaan…. U moet weten dat ik (o schandaal…!) nog nooit een passie heb uitgezeten… de Johannes, noch de Matteus. Van de Johannes heb ik ooit stukken meegezongen in een kerkkoor, heeeeel lang geleden. Ik heb u vorig jaar al eens bestookt met een stukkie over de verschillen tussen de Johannes en de Matteus. Mocht u dat nog een keer willen lezen klik dan hier

Daar beweer ik al dat de Johannes, korter, directer en dramatischer is dan de Matteus en dat-ie meer lijkt op een opera dan op een passie, al zegt de Nationale Reisopera op de eigen website dat ze er geen opera van willen maken, ze willen ‘slechts’ ‘het drama zichtbaar maken’. Het moet een uitdaging zijn geweest om die Johannes om te zetten in een drama. Gelukkig doen ze bij de Reisopera niet al te wild, het blijft sober en stijlvol; ik vond de Jezus zelfs een beetje ibbelig erbij staan, maar ach, dat komt misschien nog goed…
Ik zou er liever naar toe gaan dan naar de Matteus, maar wie ben ik…

Mocht u zelf even op de site van de Reisopera willen kijken, klik hier.

Nog even dit:
Al zoekende vond ik de site van Ernst Daniel Smid en zag daar tot mijn schrik dat de NCRV stopt met de populair-klassieke talentenjacht ‘Una Voce Particolare’ . Tot groot verdriet van Smid en alle fans in Nederland natuurlijk. Ik was niet een echte fan van het programma, maar ik keek wel met enige regelmaat, want als rechtgeaarde webloggende Vocalies moet je er wat van vinden natuurlijk. Weer een klassiek programma minder en dat is op zich wel erg… Ik hoop dat Daan een andere omroep bereid vindt het programma te produceren. Ik vind dat hij goed werk doet, al liep ook ik eens in volle vaart tegen hem aan (overdrachtelijk gesproken dan…) toen ik over een van zijn ideeën anders dacht dan hij zou willen. Het is niet de makkelijkste man, maar hij is een goed en fanatiek voorvechter van meer vocaal klassiek in alle media en dat is te prijzen. Hij gaf alvast een voorzetje in De Wereld Draait Door van woensdag 30 maart. Dat belooft wat!!!