Dietrich Fischer Dieskau

Voor vandaag was het kiezen van een onderwerp niet moeilijk: op 28 mei in 1925 werd namelijk Dietrich Fischer-Dieskau geboren. Als je een weblog hebt over vocale klassieke muziek móet een column dus over hem gaan. Zesentachtig wordt-ie vandaag, da’s niet niks. En nog behoorlijk bij de pinken en in conditie, zo heb ik begrepen.

Ik vond hem altijd wat keurig, Fischer-Dieskau; hij was een keurige verschijning, eerder een ambtenaar dan een zanger zou je zeggen; haren in de plooi (als ik zo’n keurige-scheiding-kapsel zie krijg ik altijd de neiging om daar eens even flink doorheen te roefelen, als u begrijpt wat ik bedoel…) en ik heb hem nooit anders dan in driedelig pak of jacket gezien. Niet zo verwonderlijk: zijn specialiteit is Lied. Hij is niet zomaar een zanger: hij is eigenlijk de belangrijkste liedzanger van de vorige eeuw en de meest ‘opgenomen’ zanger (las ik ergens): meer dan 400 cd’s en lp’s. Tsjonge jonge…

U merkt het misschien: ik word een beetje baldadig van hem: zijn Liedzang was me net iets te glad, niet ondeugend genoeg, niet rafelig genoeg, zo u wilt… Ik weet nog dat mijn hoofdvakdocent (ook een uitstekend liedzanger trouwens) ooit zei: ‘mens, zing nou eens lelijk, kijk eens of je een messcherp, koud blauw geluid kunt produceren als het lied in kwestie daarom vraagt…’ Ik vond dat nooit moeilijk; misschien de reden dat ik geen carrière maakte en DFD wel (laat ik ook eens een naam afkorten tot drie letters, is erg in de mode dezer dagen).

U wilt een voorbeeld: Die Lorelei uit Die Liederkreis van Robert Schumann: als die aan het woord is dient het geluid onheilspellend en gevaarlijk te zijn, als je dan blauw in huis hebt is dat handig. En nog een: in Erlkönig zijn er drie mensen aan het woord: de vader, het kind en de dood. Het kind moet angstig en fladderig klinken, de vader bezorgd en de dood dreigend en genadeloos. Het is wel handig als je alleen al door het geluid duidelijk kunt maken wie er aan het woord is. Thomas Quasthoff kan dat bijvoorbeeld heel goed.

Ik chargeer natuurlijk een beetje, want DFD is niet voor niks de meest opgenomen artiest van de vorige eeuw. Hij zong namelijk altijd spatzuiver en poepie-gelijk met de pianist, in prachtig Duits en in andere talen is hij ook thuis. Hij wist tot en met de komma’s en de punten waar hij over zong. Kom daar tegenwoordig maar eens om. De zanger in kwestie zou zich doodschrikken als u het deed, maar ik denk dat als je een concertzanger onderbreekt en hem/haar vraagt onmiddellijk te vertellen wat en waarover hij/zij zingt, velen u het antwoord schuldig zouden moeten blijven.

Hij was door zijn verschijning en uitstraling een zeer geliefd collega bij alle zangers en zangeressen. Veeleisend, dat wel, maar nooit onmogelijk. Daarom hieronder zijn min of meer officiële biografie, gedestilleerd uit de vele vele internet-berichten die je tegenkomt als je op google zijn naam in tikt.

Bariton DFD werd geboren in Berlijn, 28 mei 1925, dus gespecialiseerd in het lied, maar zong ook opera en oratoria en is dirigent, kunstschilder en musicoloog.
Zijn carrière begon in 1948, toen hij de liederencyclus Winterreise van Franz Schubert zong voor de radio. In hetzelfde jaar verbond hij zich aan de Städtische Oper Berlin. In 1949 maakte hij zijn eerste plaatopname: de Vier Ernste Gesänge van Brahms. Hij had gastrollen in de operahuizen van München en Wenen. In 1951 zong hij de Lieder eines fahrenden Gesellen van Mahler bij de Salzburger Festspiele onder leiding van Wilhelm Furtwängler en in datzelfde jaar debuteerde hij op het festival van Edinburgh. In 1952 maakte hij zijn eerste tournee in de Verenigde Staten. In 1954 had hij zijn eerste optreden bij de Bayreuther Festspiele. Hij zong samen met Anneliese Rothenberger, Elisabeth Schwarzkopf en vele anderen. Tot zijn begeleiders behoorden Gerald Moore en Jörg Demus en hij maakte opnamen met Svjatoslav Richter, Murray Perahia, Alfred Brendel en Daniel Barenboim.

In 1983 werd Fischer-Dieskau professor aan de Hochschule der Künste in Berlijn. In 1993 beëindigde hij zijn zangcarrière. In 2005 ontving hij de Polar Music Prize.
Tegenwoordig is Fischer-Dieskau met de sopraanzangeres Júlia Várady getrouwd. Hmmm… een sopraan… zou die het wel gedurfd hebben eens door dat kapsel te roefelen?

In het filmpje zingt DFD ‘Erlkönig’, het lied waar ik het hierboven over had. Een oudere opname, nog zonder keurige scheiding…. Er is heel veel moois van DFD te vinden op You tube, je bent zo anderhalf uur verder. En ‘Erlkönig’ is zo’n kroon waaraan merdere edelstenen kunnen schitteren: kijk en luister ook naar al die al die mooie baritons: Bryn Terfel, Thomas Hampson, Thomas Quasthoff enz… Ik vond zelfs een volledig uit het verband getrokken, maar zeer verzorgde Japanse vertaling, tenminste, ik denk dat het Japans is; bij mij triggerde die opname alleen de lachspieren, misschien kunt er wel kaas van maken…

Andalusië en Brigitte Fassbaender

U hebt me even gemist bij Stroomopwaarts en bij mijn eigen website Vocalies.nl. Ik was twee weken in Andalusië. Prachtig land, nu nog groen, omdat het er de laatste maand zo geregend heeft dat zelfs activiteiten in de Semana Santa, de goede week, moesten worden afgelast, iets wat sinds 1936 niet meer het geval was geweest. Kilometers lang stonden in de middenberm van de snelweg de bloemen uitbundig te bloeien, hele vlekken paars en geel waren er in het landschap te zien. De steden waren prachtig en indrukwekkend.

Het Alhambra verregende voor ons, een dag erna was het stralend, maar toen hadden we de kaartjes, die we maanden daarvoor al via internet hadden moeten reserveren al vergeven…. Jammer, het was het enige minpuntje van een verder prefect verlopen reis.

Nou het enige: voor mij persoonlijk was het even een klein, piepklein teleurstellinkje dat 1: het museumpje over Manuel da Falla in Granada (natuurlijk!) dicht was en 2: dat er in Sevilla heel erg weinig terug was te vinden over de opera Carmen. Ja, de tabaksfabriek staat er, die de achtergrond is van het eerste bedrijf, maar die lijkt allang niet meer op de fabriek die in Carmen’s dagen geweest moet zijn: tegenwoordig is het het hoofdgebouw van de Universiteit. Het ziet er prachtig uit, maar de geur van tabaksbladen en zweet is allang vervlogen. Ik had mij voorgesteld mijn echtgenoot te trakteren op een dineetje bij Lilas Pastia (de herbergier die in Carmen’s Seguidille genoemd wordt: ‘nous danserons la Seguedille et boire du Manzallia, chez mon ami Lilas Pastia’). Wat denkt u: in heel Sevilla geen Lilas Pastia te vinden! Als ik toch restauranthouder was daar, zou ik meeliften op de Carmen-hausse, maar van die hausse was helemaal geen sprake.

‘Het leeft hier niet zo’ sprak mijn echtgenoot een beetje mistroostig en met gevoel voor understatement en hij had gelijk. Ik zette mij er snel overheen: er leeft zoveel meer anders en moois in Sevilla: de Flamenco, de Moorse wijk, de prachtige kathedraal (wij hadden er een appartementje in de buurt en ’s avonds, in het gouden licht, leek het net alsof je de toren zo vast kon pakken, zo dichtbij was-ie), het heerlijke eten en de eindeloze slenterpartijen door een (bijna) autovrije binnenstad.

Cordoba had zijn Mesquita, waar ik bijna van volschoot toen ik er binnenliep: wat een sfeertje! Gotisch en Moors bij elkaar in een volstrekt logische samenhang: zo moet het gewoon…

Ik besloot, staande bij de voordeur van het museum in Granada een stukkie te schrijven over Manuel da Falla, die toch met Granada verbonden is. Bij thuiskomst bleek dat het niet hoefde: een wat ongelukkig gewrocht stukkie schrijven: de Volkskrant van vrijdag de 13de bood uitkomst: Brigitte Fassbaender is in Nederland!

Fassbaender komt nogal eens voor in mijn podcasts: ze zingt perfect Duits en is buitengewoon geschikt voor het liedrepertoire van Schubert en Schumann, bovendien zingt (ik moet eigenlijk schrijven zong: want sinds 1995 zingt ze minder en wordt ze meer en meer theaterintendant en opera-regisseur). Affijn, ik hoef er niet veel over te schrijven: lees er de Volkskrant op na, een prachtig geschreven verhaal over haar en over Der Rosenkavalier van Guido van Oorschot. De kop van het artikel vond ik ook al prachtig: ‘Feest van de vrouwenstem’

Als u kunt: ga kijken: tot en met 29 mei in Het Muziektheater in Amsterdam.

Leuk bijkomstigheidje: de Nederlands sopraan Karin Strobos mag de rol van Octavia zingen: Magdalena Kozena is ziek gemeld. Een kans waar je als aanstormend talent alleen maar van kunt dromen!

In het filmpje een opname uit Die Fledermaus. Ik kon het niet laten: die Fassbaender is een ideale Orlofsky en ik ben een gedoodverfde fan van Die Fledermaus. Voor filmpjes van Der Rosenkavalier – Octavian was haar rol – mag u zelf surfen!

Andalusië

U hebt me even gemist bij Stroomopwaarts en bij mijn eigen website Vocalies.nl. Ik was twee weken in Andalusië. Prachtig land, nu nog groen, omdat het er de laatste maand zo geregend heeft dat zelfs activiteiten in de Semana Santa, de goede week, moesten worden afgelast, iets wat sinds 1936 niet meer het geval was geweest. Kilometers lang stonden in de middenberm van de snelweg de bloemen uitbundig te bloeien, hele vlekken paars en geel waren er in het landschap te zien. De steden waren prachtig en indrukwekkend.

Het Alhambra verregende voor ons, een dag erna was het stralend, maar toen hadden we de kaartjes, die we maanden daarvoor al via internet hadden moeten reserveren al vergeven…. Jammer, het was het enige minpuntje van een verder prefect verlopen reis.

Nou het enige: voor mij persoonlijk was het even een klein, piepklein teleurstellinkje dat 1: het museumpje over Manuel da Falla in Granada (natuurlijk!) dicht was en 2: dat er in Sevilla heel erg weinig terug was te vinden over de opera Carmen. Ja, de tabaksfabriek staat er, die de achtergrond is van het eerste bedrijf, maar die lijkt allang niet meer op de fabriek die in Carmen’s dagen geweest moet zijn: tegenwoordig is het het hoofdgebouw van de Universiteit. Het ziet er prachtig uit, maar de geur van tabaksbladen en zweet is allang vervlogen. Ik had mij voorgesteld mijn echtgenoot te trakteren op een dineetje bij Lilas Pastia (de herbergier die in Carmen’s Seguidille genoemd wordt: ‘nous danserons la Seguedille et boire du Manzallia, chez mon ami Lilas Pastia’). Wat denkt u: in heel Sevilla geen Lilas Pastia te vinden! Als ik toch restauranthouder was daar, zou ik meeliften op de Carmen-hausse, maar van die hausse was helemaal geen sprake.

‘Het leeft hier niet zo’ sprak mijn echtgenoot een beetje mistroostig en met gevoel voor understatement en hij had gelijk. Ik zette mij er snel overheen: er leeft zoveel meer anders en moois in Sevilla: de Flamenco, de Moorse wijk, de prachtige kathedraal (wij hadden er een appartementje in de buurt en ’s avonds, in het gouden licht, leek het net alsof je de toren zo vast kon pakken, zo dichtbij was-ie), het heerlijke eten en de eindeloze slenterpartijen door een (bijna) autovrije binnenstad.

Cordoba had zijn Mesquita, waar ik bijna van volschoot toen ik er binnenliep: wat een sfeertje! Gotisch en Moors bij elkaar in een volstrekt logische samenhang: zo moet het gewoon…

Ik besloot, staande bij de voordeur van het museum in Granada een stukkie te schrijven over Manuel da Falla, die toch met Granada verbonden is. Bij thuiskomst bleek dat het niet hoefde: een wat ongelukkig gewrocht stukkie schrijven: de Volkskrant van vrijdag de 13de bood uitkomst: Brigitte Fassbaender is in Nederland!

Fassbaender komt nogal eens voor in mijn podcasts: ze zingt perfect Duits en is buitengewoon geschikt voor het liedrepertoire van Schubert en Schumann, bovendien zingt (ik moet eigenlijk schrijven zong: want sinds 1995 zingt ze minder en wordt ze meer en meer theaterintendant en opera-regisseur). Affijn, ik hoef er niet veel over te schrijven: lees er de Volkskrant op na, een prachtig geschreven verhaal over haar en over Der Rosenkavalier van Guido van Oorschot. De kop van het artikel vond ik ook al prachtig: ‘Feest van de vrouwenstem’.

Als u kunt: ga kijken: tot en met 29 mei in Het Muziektheater in Amsterdam.

Leuk bijkomstigheidje: de Nederlands sopraan Karin Strobos mag de rol van Octavia zingen: Magdalena Kozena is ziek gemeld. Een kans waar je als aanstormend talent alleen maar van kunt dromen!

In het filmpje een opname uit Die Fledermaus. Ik kon het niet laten: die Fassbaender is een ideale Orlofsky en ik ben een gedoodverfde fan van Die Fledermaus. Voor filmpjes van Der Rosenkavalier – Octavian was haar rol – mag u zelf surfen!