Don Giovanni

Voor het schrijven van mijn wekelijks logje heb ik vandaag te kiezen uit verschillende gebeurtenissen uit de geschiedenis. Op 29 oktober in 1787 bijvoorbeeld was de première van Mozart’s Don Giovanni en in 1829 stierf Mozart’s zus Nannerl (die had toen naam gemaakt als uitstekend pianiste). In 1837 was de première van een opera van Gaetano Donizetti, Roberto Devereux en er gingen een aantal jaren later ook wat operettes in première. Callas debuteerde in The MET in 1956 en in 2003 stierf tenor Franco Corelli op 82-jarige leeftijd (een van de beste tenoren ooit).

Dèsnogalwa! zouden ze hier in Brabant zeggen. Ik werd vorige week weer eens met enig dedain op mijn tongval en stijl gewezen, dus ik kan ik het even niet laten een Brabantse kreet in dit verder vrij cosmopolitisch logje op te nemen.

Kies daar maar eens uit! Ik broeide er een dagje op en koos vervolgens voor de première van Don Giovanni; die vond ik toch het meeste een sleutelrol spelen in de muziekgeschiedenis. Er zijn veel anekdotes over te vertellen, ik kies er een paar, de rest mag u zelf surfen op internet.

Het verhaaltje is gauw verteld: Don Juan en zijn escapades en zijn ontijdige dood, als hij ter verantwoording wordt geroepen voor zijn gedrag en het vertikt berouw te tonen.

Misschien heb ik er ooit eerder over geschreven of gesproken hoor, maar er zit een akkoord in die opera dat zodanig te interpreteren is dat het alle opera’s indeelt in de opera’s vóór dit akkoord en de opera’s erna. En dat u (als enigszins doorgewinterde leek) onmiddellijk kunt herkennen. Het gaat om het moment dat de Commendatore in het laatste bedrijf bij Don Giovanni aanklopt. De toonsoort is D-mineur, de toonsoort van de dood en het akkoord onder dat Mozart uitgevonden schijnt te hebben (boze tongen beweren dat Bach het ook al eens ergens gebruikt heeft, maar dat weet ik even niet, wie het wel weet mag het zeggen). Dat akkoord is een vreemde opeenstapeling van tertsen, waarvan de samenklank zo wringerig is dat je onmiddellijk begrijpt: hier is stront aan de knikker. In vaktermen heet dat dubbelverminderd, of hardverminderd; wie het precies weet mag het zeggen.

In de eeuwen daarna hebben componisten het akkoord vaak gebruikt als ze de dood of de duivel wilden aankondigen. Ik heb er mijn werkstuk voor mijn eindexamen analyse (van het conservatorium) over geschreven. Ik had er een goed cijfer voor, al kan ik me niet meer herinneren hoe hoog. Ik worstelde nogal met de theorievakken, maar dit akkoord van Mozart gaf me de kans ook eens te scoren aan die zwakke kant van mijn studie. Het werkstuk ligt hier nog steeds op de plank, het stof heeft er inmiddels wel grip op gekregen…

Don Giovanni zit verder vol met prachtige deunen, allemaal bruikbaar als losse aria’s tijdens concerten: Leporello’s aria ‘Madamina, il catalogo è questo’ (ook wel de Catalogus-aria genaamd) is zo’n heerlijk scoorstuk voor bariton waar je lekker uit kunt pakken; de aria van de Commendatore is een heerlijk stuk voor bas (de aria loopt trouwens uit in een duet tussen de Commendatore en Don Giovanni). Ook de dames hebben genoeg prachtigs te zingen: Donna Elvira zingt ‘Ah, fuggi il traditor’; Zerlina met haar poging haar vriendje gerust te stellen: ‘Batti, batti, o bell’ Masetto’; het duet tussen Zerlina en Don Giovanni ‘La ci darem la mano’ is een ideale toegift en ga zo maar door en dit lijstje is nog niet de helft van al het prachtigs dat er te beleven valt.

In het filmpje niet de aria van de Commendatore, maar een subtiel gezongen ‘Catalogus-aria’, door een van mijn favoriete baritons: Bryn Terfel, over wie ik trouwens een best geslaagde column schreef voor de website van de Klassiekshop. Het is niet zijn beste uitvoering ooit, hij loopt ergens halverwege vóór op het orkest (en herstelt dat met een verbluffend gemak…) maar het was de leukste die ik kon vinden. Knecht Leporello legt aan Don Elvira uit hoe het boekje in elkaar zit dat Don Giovanni aangelegd heeft over zijn veroveringen. Met een heel klein beetje kennis van het Italiaans is de aria uitstekend te volgen; ook een sterke kant van Terfel: zijn fabelachtige dictie.

The Met

Vandaag in 1883 werd het originele gebouw van The Metropolitan Opera in New York geopend. Het is het tehuis van het gelijknamige gezelschap en zowel gebouw als gezelschap worden in de volksmond ook wel ‘The Met’ genoemd.

Tot 1966 was het operagebouw gelegen op de kruising van Broadway en West 39th Street. Daarna is The Met verhuisd naar het Lincoln Center. Zowel het oude als het nieuwe gebouw is indrukwekkend Amerikaans; ik zou er tamelijk bibberend binnenlopen als ik wist dat ik er vanavond moest zingen…

Bijzonder is dat The Met zich een plaats heeft veroverd in de reeks belangrijke operahuizen ter wereld. Ik bedoel: Europa heeft niet langer meer het patent op authenticiteit: als je als Europese zanger daar in New York op mag treden heb je het gemaakt en van allerlei Europese opera’s worden expliciet in de annalen de première-data in The Met vermeld. Dat zegt ook wat.

Niet alleen grasduinend in de geschiedenis valt The Met op (en dan bedoel ik meer het gezelschap dan het gebouw); ook in de bioscopen komt de naam naar voren: sinds enige tijd is het mogelijk via een live-verbinding een productie te volgen via camera’s die op het toneel in New York staan.

Je gaat in Nederland naar een Pathé-theater, betaalt een relatief klein bedrag (volgens mij onder de 20 euro) en gaat lekker met een glaasje in de zaal zitten.
Het is bijna alsof je erbij bent en in de pauze tussen de bedrijven gaan ze met de camera back-stage en zijn er leuke inkijkjes in de keuken van The Met en gesprekjes met solisten. Een vriendin die kaartjes voor Carmen had gekregen voor haar verjaardag kwam wild enthousiast terug: ze had een geweldige middag gehad en helemaal het gevoel dat ze er live bij was. Aanradertje dus!

Ik klikte de website van The Met open en begon al meteen te smullen: De barbier, Nabucco, Anna Bolena, Don Giovanni; ik ben een liefhebber van traditionele opera, wat zou ik smullen als ik er bij was!

Onder zangers schijnt The Met niet zo erg geliefd te zijn. Als zanger aard je er meteen, of nooit; ik lees in verschillende biografieën tenminste nogal wat over de perikelen in The Met. Callas schijnt in haar dagen kampioen rellen schoppen geweest te zijn, maar die deed dat in de Europese theaters ook.

Echt zuinig waren ze niet op hun zangers; als het effe niet lekker ging stond je zo buiten en niemand kwam vragen hoe het kwam of wat ze er aan konden doen om het beter te maken. Voor jou tien anderen. Nou is het een hard vak, maar ik denk ook wel eens: als je wil dat mensen het allermooiste laten zien wat ze in zich hebben zou je er ook in kunnen investeren dat ze zich zo veilig en prettig voelen dat ze dat dan ook echt laten zien.

Nog even een kort stukkie over de geschiedenis van The Met, en dan bedoel ik het opera-gezelschap.

The Metropolitan Opera (zowel het gezelschap als het gebouw) werd opgericht in 1883. In de eerste zwalkte men qua koers nogal: eerst ‘moest’ alles in het Italiaans (zelfs opera’s als Carmen (typisch Frans) en Lohengrin (typisch Duits), later alles in het Duits (duh???) en nog later ging men verstandiger met de producties om: namelijk uitvoeren in de taal waarin het geschreven is…

The Met is er altijd in geslaagd bekende zangers naar New York te halen (dat schreef ik hierboven al); een paar namen: uit de beginjaren Christine Nilsson, Marcella Sembrich, Lilli Lehmann en Nellie Melba. Later: Caruso (die heeft trouwens meer in de MET gezongen dan in de rest van de theaters van de wereld….) en Arturo Toscanini, Gustav Mahler, Bruno Walter (dirigenten c.q. componisten).

Ook in onze dagen weten ze nog steeds de grote namen aan zich te binden. Kijk, en in hun bestanden staan ook die Amerikaanse premières van Europese opera’s: een flink deel van de Wagner-opera’s, Boris Godunov, Der Rosenkavalier, Turandot, Simon Boccanegra, Arabella. En wereldpremières: La Fanciulla del West; Il Trittico en – meer recent – The Ghosts of Versailles, The Voyage , The Great en de meest recente: Tan Dun’s The First Emperor.

In 1977, werden er ook tv-opnamen vanuit The Met uitgezonden en in 2006 zijn ze dus begonnen met de film-versies van opera’s en, jawel al sinds 81 jaar: zenden ze radio-opnames van opera’s uit! In deze tijd nog steeds een van de best beluisterde stations ter wereld.

Der Freischütz

Vandaag in 1920 ging een van de meest hilarische opera’s ooit in première: Der Freischütz van Carl Maria von Weber. Het is een verhaaltje van niks, ik zal het u effe vlug vertellen, maar de uitvoering… jemig… ik heb zelden zo gelachen. De vriend die naast me zat porde me een paar keer, maar ik kwam niet meer bij.

Om met Agathe te kunnen trouwen moet Max de schutterswedstrijd winnen. Zijn vriend Kaspar neemt hem mee naar de zwarte jager Samiel, van wie hij kogels krijgt die altijd raak schieten. Max wint de wedstrijd maar het verraad komt uit. Een jaar huwelijk op proef wordt hem toegestaan; hij moet zijn eerlijkheid bewijzen voordat hij definitief met Agathe mag trouwen.

De lol zit hem in het stukkie waar Max uitprobeert of die kogel nou wel doel treft of niet en hij schiet in de lucht. Net als hij denkt dat het allemaal lariekoek is, dat verhaal met die zwarte jager en zo, valt er een vogel (in mijn herinnering was het een fazant, maar het kan evenzogoed een ander soort pluimvee geweest zijn…) op het toneel. < Ziet u het voor zich? Je zit in de zaal en ziet die vogel vallen. Zoiets is voorgeproduceerd: een van de toneelknechten heeft aangeboden via de coulissen in de stangen te klimmen, waar het licht in hangt en daar op het goeie moment de namaakvogel bij zijn namaakkladden te pakken en op het toneel te laten vallen. In mijn geval had Max de term ‘ins Blaue hinein’ erg letterlijk genomen en maar wat in de lucht gemikt. Natuurlijk op een heel ander plek dan waar die vogel uiteindelijk landt… Ja, zegt de vriend naast mij met droge ogen, die fazant is natuurlijk geraakt in de volle vlucht en daarom een eindje verder neergekomen… Ik had het niet meer en mijn schater schoot los. Als u destijds in de zaal zat (ik weet het niet meer zeker, volgens mij was het in de Stopera in Amsterdam) en last van me had, maak ik u alsnog mijn excuses. Nog erger is het als je zo’n schatermoment hebt terwijl het plot van de opera uiterst dramatisch en droevig is. We zaten met een stel vrienden bij de uitvoering van Tosca, door een of ander obscuur oostblok-gezelschap (er zitten goeie gezelschappen in Oost-Europa hoor, maar dit was een dilettanten-club). Vlak voor het einde komt er een husseltje soldaten opgemarcheerd dat zogenaamd losse flodders moet gaan afvuren op een van de hoofdrolspelers, Mario. Je ziet van een kilometer afstand dat het speelgoedgeweren van het slechtste soort zijn, waar die namaak-soldaten mee sjouwen. Er kwam al een wat zenuwachtige giebel bij me los toen de klotjes het toneel opliepen, maar ik had het nog onder controle. Die controle was plotseling weg toen een van de geweren te vroeg afging en de ‘soldaat’ in kwestie met zijn vinger tussen de trekker kwam en duidelijk blijk gaf van pijn (hou je reflexen op zo’n klemmoment maar eens tegen). Wij barstten ongeveer gelijktijdig los in een vrolijke schater die absoluut nóg meer detoneerde met het moment in de opera dan het koor (dat schuwlijk vals zong). Mijn hemel, wat hebben we gelachen! Hebt u zulke verhalen? Ik hoor of lees ze graag. Het maakt het fenomeen opera er niet minder interessant door; ik ging door dat soort dingen er alleen maar meer van houden. Misschien is het u anders vergaan… Het viel niet mee een leuk filmpje te vinden. Eentje waar het schot op staat heb ik sowieso niet kunnen traceren. Wel een videoclip van de uitvoering in Baden Baden, waar ze ‘m modern ge-ensceneerd hebben. Kunt u eens lekker discussiëren (dat deden ze op You tube tenminste wel…) over wat de zin en onzin van moderne ensceneringen is. Als u zich erover opwindt moet u zich wel realiseren dat Viktor en Rolf de kostuums ontworpen hebben. U weet wel, die jongens van de strikjes-trouwjurk van prinses Mabel en de bijna mislukte zomergasten-uitzending van een jaar of twee, drie geleden… Er wordt prima gezongen en sommige vondsten zijn leuk, maar ik hou er niet van…

Kinderlijstjes?

Een van mijn collega’s stelde mij de afgelopen week een buitengewoon inspirerende vraag. Ze was met haar kinderen (ze is zo eentje die er nog drie heeft, in plaats van de 2.6 gemiddeld…) naar de Efteling geweest en had het grut groot genoeg geacht voor het Spookslot. We hebben het er niet helemaal over gehad of dat bezoek ontaard is in bedplassen, of tot andere trauma’s heeft geleid. Ze staat tamelijk gezond en nuchter in het leven, dus ik vermoed dat er niks vreselijks is gebeurd. Bovendien hebben kinderen vaak een natuurlijk afweersysteem tegen enge zaken en lezen hun geesten de vertaling van enge dingen meestal op het juiste niveau; namelijk dat van een kind.

U weet misschien dat het Spookslot van de Efteling een voorstelling bevat van het middernachtelijk uur op een kerkhof en dat daarbij ‘leading’ is de Danse Macabre van Camille Saint Saens. Over dat stuk schreef ik al eens wat en ik heb aan het ermee verbonden lied ooit tamelijk intensief gestudeerd. Haar kinderen bleken weg te zijn van de Danse Macabre en ze vroeg me of ik een lijstje wilde aanleggen van stukken die ze aan haar kinderen kon laten horen om er samen iets mee te doen en zo het ontstane vlammetje voor klassieke muziek uit te laten groeien tot een stevige niet meer te stuiten fik.

Nou moet je mij om lijstjes vragen. Dan bloei ik helemaal op. Het is maar goed dat de collega in kwestie me niet heel goed kent, anders had ze haar vraag misschien niet durven stellen. Ik stortte me meteen in de muziekgeschiedenis en kwam met het onderstaande – geen volledigheid beogend – lijstje aan. Misschien hebt u aanvullingen, daar ben ik dan vreselijk in geïnteresseerd. Misschien zegt u van sommige titels hoe kom je erbij, ook dan wil ik graag uw argumenten horen en u hoeft geen kleine kinderen (meer) te hebben om mee te mogen doen. Leef u uit, daar gaan we…

Op één dus de ‘Danse Macabre’ van Camille Saint Saens. Wist u dat er een ‘duivels-akkoord’ inzit, in het voorspel? Vroeger mocht je van de kerk dat akkoord niet spelen (een overmatige kwart, als dat u wat zegt..). Je kunt het heel goed horen.

Dan ’Die Moldau’ van Bedrich Smetana, dat stuk gaat over een rivier die langs allerlei landschappen stroomt en daarbij ook een keer langs een boerenbruiloft, dat kun je heel goed horen en het gaat ook een keer stormen en dan wordt het ook weer rustig…

Dan alle Polowetser dansen uit de opera Prins Igor van Alexandr Borodin. Swingt als een huis, lekkere bak-herrie muziek.
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski’s De Notenkrakersuite.

Wolfgang Amadeus Mozart, uit Die Zauberflöte, de aria ‘Der Hölle Rache’ (en de aria’s van Vogelman Papageno). Je kunt heel goed horen dat die mevrouw erg boos is… Het nieuwe programma van de AVRO over klassieke muziek ‘De tiende van Tijl’ maakt er goeie sier mee. Best leuk programma trouwens…

Modest Moessorgski: een van de stukken uit ‘Schilderijen van een tentoonstelling’ gaat over de hut op kippenpoten en die is van Baba Yaga en dat is een heks en dat kun je aan dat stukje heel goed horen.

Alweer Camille Saint Saens ‘Le Carnaval des animaux’. Hiervan is alles leuk, maar zoek naar de orkestversie en niet naar de piano-versie, die is een stuk saaier. Er zit een stukkie in dat de Koekoek heet en dat hoor je (ja echt!) maar ook een stukje over leeuwen; briljante programmamuziek. Er is een bere-leuke versie voor volwassenen die briljant wordt ingeleid door wijlen Sir Peter Ustinov.

In liederen van Franz Schubert hoor je vaak water kabbelen in de begeleiding; ‘Auf dem Wasser zu singen’ bijvoorbeeld en ‘Die Forelle’. En in ‘Gretchen am Spinnrade’ hoor je het spinnenwiel in de linkerhand van de piano. Legendarisch onder pianisten: je krijgt gauw kramp in je linkerhand bij dat nummer.

Nou beste kinderen (u merkt het al: ik heb zelf geen kinderen opgevoed…) dat was het lijstje van tante Marlies, weten jullie meer: laat het me weten en ik schrijf erover. Tenslotte ben ik de beroerdste niet…

In het filmpje de Danse Macabre ‘Tim Burton style’, met onder andere een van mijn favoriete acteurs Johnny Depp. Heel geestig, maar ook een stuk verontrustender dan het Spookslot van de Efteling; dus of u uw kinderen dit filmpje wil laten zien laat ik geheel aan uw beoordeling over…