Misschien weet u dat ik af en toe CD’s recenseer voor de Klassiekshop en als u het niet wist, dan weet u het nu…
Ik maak altijd met kloppend hart de pakketjes open die ze me toesturen. Je weet nooit van te voren wat ze nu weer ter ‚recenseringhe ende vermaeck‘ hebben bedacht. Soms denk ik: „wat moet ik dáár nou mee???“ en soms denk ik „Jippie!“
En soms verwacht ik makkelijk iets over een CD te kunnen schrijven; soms valt het erg tegen en zit ik na een uur ploeteren nog met de handen in het haar. Want maak er maar eens chocola van als je niks van het produkt weet, als er kraaienvals gezongen wordt of als de opname zo oud of slecht is dat je er eigenlijk niks mee kunt. Ik wil niet zeggen dat dat vaak het geval is hoor, uiteraard verkopen ze bij de Klassiekshop heel veel prachtige CD’s, maar zo af en toe zit er wel eens iets tussen, waarvan je je afvraagt hoe je je daar nou weer netjes uit moet l…. en aangezien ik daar niet heel goed in ben, schrijf ik, al is het hoogzelden, wel eens een negatieve recensie. Mocht u me daar willen lezen, klik op deze link!
Het laatste pakketje bevatte verrukkelijke muziek. Allemaal spekkies naar mijn bekkie. Ik sorteer zo’n pakketje van moeilijk naar makkelijk, ik doe, gedisciplineerd als ik ben, de lastigste het eerst. Daarom bleef de Deutsche Messe van Franz Schubert liggen voor het laatst. Er zijn een paar werken die rode draden vormen in mijn klassieke leven en Schubert’s Deutsche Messe is er daar een van, dus toen ik op een late zondagavond de CD eindelijk in de speler schoof, wachtte mij een klein uurtje prettige herinneringen die ik hier eens lekker met u kan delen.
Eerst even kort over de Deutsche Messe.
Gecomponeerd in 1826 en in het Duits dus, niet in het Gregoriaans. En nog niet eens uit het Gregoriaans vertaald, maar eigen teksten gebruikt, nou ja eigen… Johann Philipp Neumann, die ook de opdracht voor de compositie gaf, schreef de teksten. Van Schubert zelf zijn er twee versies: eentje voor 4-stemmig koor met orgelbegeleiding en eentje met een soort kleine symfoniebezetting erbij. Broer Ferdinand schreef nog een paar bewerkingen: voor jongenskoor en eentje voor 4 mannenstemmen zonder begeleiding. Kortom: je kunt de mis in iedere gewenste samenstelling uitvoeren. Dat maakt ‘m ook zo geliefd onder amateur-verenigingen, of die nou blazers of zangers bevatten.
Het feit dat de teksten niet de Gregoriaanse misteksten volgde was een doorn in het oog van de Weense Aartsbisschoppelijke Consistorie, maar desondanks (of misschien wel dankzij…) werd de mis snel razend populair.
Ik zong de mis voor het eerst in het gemengde koor van het dorp waar ik opgroeide. Toen troffen mij de teksten al; die zijn namelijk nogal poëtisch en meer vanuit het menselijk oogpunt bedacht dan vanuit het goddelijk. We hadden er succes mee, met het project en later is ook de fanfare aangeschoven. Ik kwam er al snel achter dat de eenvoudige en mooie melodieën zich buitengewoon goed leenden voor solo-zang en ook ik had er succes mee.
Een van de eerste vakanties met mijn nieuwe lief namen wij op de eerste de beste zondag de ski-lift naar boven in Alpbach. Boven lag nog sneeuw, maar de lente had zich aangediend. We hadden boven een klein stukkie gelopen toen de klanken van de plaatselijke kapel om de bocht van de berg kwamen: ik herkende de Deutsche Messe en neuriede een stukkie mee. Lief was toen nog erg vertederd over mijn zangkwaliteiten, dus we hadden een enorm feelgood-moment daar op die berg. De tranen schoten me in de ogen van geluk.
Bij een volgende vakantie bleek de muziekkapel van het dorp waar wij altijd met veel plezier logeren de mis ook op het repertoire te hebben. We mochten het zelfs uit volle borst meezingen. Alweer een feel-good-moment. Mijn lief kan niet zingen (hij weet dat zelf ook en vind het niet erg als ik dit gewoon typ), maar genoot met volle teugen.
In 1987 zong ik in Breitenbach in de kerk de mis, met begeleiding van de toen al stokoude organist. We hadden weinig repetitietijd samen, dus werd het wat hij en ik allebei op het repertoire hadden en daar hoorden dus twee stukken uit de Deutsche Messe bij. De dorpelingen keken verbaasd om naar het koor achter in de kerk: zo kon je de mis dus ook zingen. Even was ik wereldberoemd in Breitenbach.
Zelfs a cappella gedijt de mis prima, als je ergens op een koortje in een oud kerjke gekropen bent en je will even proberen hoe het daar klinkt en zingt, pak je gewoon ‚Zum Eingang‘ uit de mis… (de mooiste tekst overigens; hij heeft iets juichends!). Ik ken de teksten nog van buiten, twee akkoorden en het stoffige hoekje van mijn geheugen bloeit op.
Kortom: het beste voorbeeld van goeie gebruikersmuziek; kijk vooral op Youtube!