Spreekstemmen en die van Peter Ustinov

Twee kleine gebeurtenissen deze week triggerden mij tot het stukkie van vandaag. In De Volkskrant van 24 april stond een interview met acteur Thijs Scholten van Asschat die tegenwoordig luisterboeken inspreekt. Hij kon er nog leuk over vertellen ook en hij eindigde met een waarheid die zo dicht lag bij wat ik een deze annalen ooit over ademhaling zei, dat het bijna leek alsof de woorden van Vocalies.nl waren gejat: “Adem is heel belangrijk, het voertuig van woede, verdriet, van emotie. Adem is de ziel van een persoon, adem brengt je tot leven. Mensen die niet vanuit hun buik ademen, communiceren niet.”

Gebeurtenis twee vond plaats afgelopen zondagochtend vroeg. Ik maak voor twee stations lokale radio, moet u weten. De twee uitzendingen (bij KempenFM en bij Omroep Centraal in Gemert) worden op een zodanig onzalig vroeg tijdstip uitgezonden dat niemand er last van heeft en dat ik ze zelf bijna nooit hoor; ook ik lig de meeste zondagen tussen acht en tien nog op één oor. Maar afgelopen zondag zat ik om half tien al achter de computer, al kan ik me niet meer precies herinneren waarom. Goh, dacht ik, eens kijken of ze niet sjoemelen met de uitzending en hoe ik klink op radio. Echtgenoot zat naast me. Ik viel in de uitzending in een spreekgedeelte met acteur Peter Ustinov die deeltjes uit Le Carnaval des Animaux van Camille Saïnt Saëns inleidde. Echtgenoot begon verontwaardigd te blazen: ik programmeerde toch muziek, geen gesproken woord? Ik wapperde verontwaardigd terug: hij zat me daar een beetje Peter Ustinov af te zeiken! Hoe durfde-n-ie?! Hij zweeg geschrokken en luisterde braaf naar Ustinov’s bijna griezelig perfecte Duits…

Dus vandaag maar eens over spreekstemmen, die overigens vaak weinig zeggen over zangstemmen: ik ken geweldige zangers die als ze hun stem gebruiken om te spreken mij de haren te berge doen rijzen, maar soms is het ook andersom: ik denk niet dat Peter Ustinov een groot zanger was, hoewel hij het wel durfde, zingen… Scholten van Aschat heeft een prachtige spreekstem, Job Cohen heeft een prachtige spreekstem, de oud-directeur van de AVRO, Ad ’s Gravesande heeft een prachtige spreekstem. Veul ruzie mee gemaakt met die man; hij kon de angel uit een personeelsbijeenkomst halen door zijn personeel driekwartier toe te spreken met dat prachtige geluid van hem, zonder ook maar een toezegging te doen; als makke schapen verlieten ze na afloop de zaal, murw gepraat door dat prachtige geluid. Potdomme wat was ik nijdig op hem: ik had geleerd dat je de muze zo niet in mocht zetten. Goed, voorbije tijden, nog een paar prachtige spreekstemmen: George Clooney (die heeft meer prachtigs in huis, maar daar gaat dit stukkie niet over. Vrouwennamen schieten me in dezen niet zomaar te binnen, waarschijnlijk komt dat doordat ik meer into mannenstemmen ben dan into vrouwenstemmen. Mocht u dit rijtje willen aanvullen dan hoor ik het wel.

Dus nu maar even over Ustinov. Geboren in 1921 als kind van een Russisch-Duitse vader en een Franse moeder (hop: de eerste drie talen zijn binnen). Hij studeerde aan de London Theatre Studio en debuteerde in 1938 op het toneel. Na zijn militaire dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog ging hij ook schrijven (zijn eerste titel: ‘The Love of Four Colonels’). Zijn bekendere filmrollen: Kapitein Vere in Billy Budd, Lentulus Batiatus in Spartacus (u weet wel, met ‘stuk’ Charlton Heston) en natuurlijk Hercule Poirot, meesterdetective (in maar liefst zes films!)

En Ustinov ’deed stemmen’. Hij ‘deed’ Prins John in Walt Disney’s Robin Hood en Doctor Snuggles en hij was ooit te gast bij The Muppets, een hilarische aflevering.
Ustinov sprak vloeiend Engels, Frans, Duits, Italiaans, Russisch en Spaans. Daarnaast sprak hij enig Turks en modern Grieks en… een paar woorden Nederlands. Hij koketteerde graag met zijn talenknobbel (dat hebben we dan gemeen, want ik kan dat ook niet laten… waarschijnlijk zijn we allebei gewoon ijdeltuiten…).

Ik wilde een filmpje voor u opladen, maar er is zoveel… zoveel… en heel veel laat zich niet insluiten. Ze zijn niet gek daar bij Joetjoep. Ustinov is hilarisch bij The Muppets, ontroerend in een van zijn laatste scènes ooit, onverwacht leuk bij interviews en… u mag zelf surfen… Neem er de tijd voor, het levert u een ontroerend uurtje van puur geluk op. Bij alle ellende op TV is dat een groot goed.

‘Edgar’ een niet zo bekende van Puccini

Op 21 april was er in de klassieke muziekgeschiedenis nogal wat aan de hand: in 1749 ging Händels ‘Music for the Royal Fireworks’ in première, een week eerder dan hij had bedoeld. Er ontstond een enorme file op de brug over de Theems. Hoezo, file is slechts van deze tijd… ? Händel boos, organisatie boos, leuke muziek, leuk verhaal.

In 1845 ging Lortzing’s opera Undine in première, niet zo heel veel uitgevoerd. In 1889 op dezelfde datum ‘Edgar’ van Giacomo Puccini, mij ook niet zo bekend… Er staat een CD met die opera erop in mijn kast, toch eens luisteren…

Op 21 april in 1916 werd topviolist Yehudi Menuhin geboren en in 1921 stierf de laatste castraat: Alessandro Moreschi.
Tsja wat kies je dan…?

Nou huppekee: omdat-ie in mijn CD-kast staat en omdat ik erg van Puccini’s muziek houd: de opera ‘Edgar’.
Hééé, en dan ga je zoeken en dan blijkt dat het thema van deze opera parallel loopt aan Carmen van George Bizet, alleen heet Don José hier (dus) Edgar en Carmen heet Tigrana en het brave dorpsmeisje heet niet Michaela, maar Fidelia (alleen de naam al…vast een heel saai kind). Ach, het wordt al interessanter.

De opera werd in opdracht van de uitgever Ricordi gecomponeerd. De oorspronkelijke versie had vier bedrijven had nauwelijks succes. Er werd een paar jaar aan gesleuteld en het werd maar niet beter. Als je het plot leest (dat dus veel op Carmen lijkt, maar een ander eind heeft: Tigrana/Carmen steekt Edgar Don José neer en niet andersom) snap je het ook: het is eigenlijk een draak van een verhaal, met een rare wending als Edgar/Don José aan het einde meeloopt in zijn eigen begrafenisstoet, verkleed als monnik. Je kunt het natuurlijk gek maken in opera, maar het kan ook té gek worden… De opera mist het vuur en de levenslust van Carmen, al klinkt het woord ‘levenslust’ hier een beetje contradictioneel: Carmen is dood aan het einde en Don José zal voor het vuurpeloton terecht komen. Maar ik hoef maar één maat Carmen te horen en er slaat een soort niet te stuiten levenslust door me heen en daar had ik bij Puccini’s ‘Edgar’ niet zo’n last van; ik werd er eerder een beetje giebelig van…

In het filmpje de prachtige (echt Puccini!) aria van de bijrol, Fidelia, ‘Addio, mio dolce amor’. Een beetje zwaar aangezet door Angela Gheorghiu, maar die doet dat nou eenmaal zo… Smaakkwestie. En inderdaad, de muziek, en de manier waarop het koor invalt doet aan Tosca denken. Ik kreeg kippenvel toen het koor inviel, een goed teken!

Guus Meeuwis of Bach?

Het Tilburgse St. Elisabeth ziekenhuis zet de favoriete muziek van patiënten op als ze onder narcose worden gebracht. Vooral de muziek van Guus Meeuwis is erg populair en bij mensen boven de zestig doet André Rieu het erg goed. Aldus het Eindhovens Dagblad van donderdag 12 april.

Ik hoop maar dat ik daar nooit onder narcose hoef. Op de eerste plaats is het Elisabeth een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in ‘hersen-dingen’; als het je in dat gebied niet goed gaat zijn de rapen gaar…, en op de tweede plaats ben ik nog niet boven de zestig dus zou ik het met Guus Meeuwis moeten doen… Ik krijg al de griezels als ik eraan denk.

Begrijp me goed: ik waardeer en respecteer Guus Meeuwis enorm, maar ik moet er niet aan denken dat zijn muziek de laatste is die ik hoor vóórdat ik onder zeil ga. Ik plaagde mijn oud-collega’s bij de AVRO graag met Meeuwis: als ze daar weer eens ‘Ggggooisch-media-moeilijk’ deden begon ik bij het inpakken van mijn spulletjes ’s middags altijd zachtjes te zingen:

‘Ik loop hier alleen in een te stille stad;
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad,
maar de mensen ze slapen de wereld gaat dicht
en dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog licht’
(en dan plagerig zachte g’s maken bij ‘diggggt’ en ‘ligggt’ )

Overigens kon ik ze ook enorm over de flos jagen met een stukkie tekst van Rowen Hèzze:

‘ ’t Is een kwestie van geduld, rustig wachten op de dag, dat heel Holland Limburgs lult’

Maar ik dwaal af… bovendien ben ik een Brabantse, geen Limburgse…

Geen Guus Meeuwis dus op mijn koptelefoon als ik onder narcose moet. En geen Rieu, hoezeer ik ook hem waardeer, want je moet schijnbaar een ouwe knar zijn wil je daarvan mogen houden. Wat dan? En een nog leukere vraag: wat zet u op?

Een van mijn bazen moest een jaar of twee geleden onder het mes voor een hernia en hij vroeg mij wat hij mee moest nemen aan muziek in de operatiekamer. Ik adviseerde hem de vioolconcerten van Bach (ik meen BWV 1041 en 1043, vooral het Largo uit 1043 is prachtig!), helende muziek voor zijn geest…. de mijne zou waarschijnlijk geen rust vinden bij al die melodietjes door elkaar heen. Het is goed gekomen, met zijn rug én zijn geest…

Es denken, wat zou ik willen horen… een volkomen willekeurig top 5-je, want als ik langer doordenk komt er teveel boven en mijn stukkies zijn toch al zo lang…

De ouverture uit La Traviata (of dat slim is? ‘La Traviata’ betekent ‘de verdoolde’; zou ik nog wakker worden?).

‘The lark ascending’ van Ralph Vaughn Williams.

Het ‘Qui tollis’ uit de Grote Mis van Mozart (beeldschoon).

De Rückertlieder en ‘Das Lied von der Erde’ van Mahler (hoewel die ook erg somber zijn, maar wel wonderschoon).

Ludwig van Beethoven, uit de Pastorale, ‘Szene am Bach’.

En nou hou ik op… Hopelijk duurt de operatie niet zolang dat ze het hele rijtje moeten draaien…

In het filmpje, toch, BWV 1043 met Nigel Kennedy; heerlijk dat woeste uiterlijk in tegenspraak met de prachtige muziek die hij maakt… Zou hij zichzelf op zijn koptelefoon zetten bij een operatie?

Mocht u de muziek ooit nodig hebben: ik wens u beterschap!

South Pacific

Op zoek naar een onderwerp voor mijn wekelijkse stukkie kwam ik de première tegen van ‘South Pacific’, op 7 april 1949. Er staat bij dat de musical maar liefst 1925 uitvoeringen gekend heeft. Later blijkt dat het er veel meer zijn; eens kijken of ik aan het einde van dit logje een optelsommetje kan maken…

Het is een mooie musical en mijn oog viel er speciaal op, omdat de mannelijke hoofdrol in de eerste serie voorstellingen gezongen werd door een operazanger: Ezio Pinza; kijk da’s nou eens mooie kruisbestuiving: een operazanger in een musical, niks mis mee lijkt me…

De muziek is van Richard Rodgers en Oscar Hammerstein schreef de teksten voor de liedjes. Voor het verhaal baseerden de heren zich op de verhalenbundel ‘Tales of the South Pacific’ van James A. Michener. De eerste serie uitvoeringen liep tot 16 januari 1954 en toen zaten we aan de 1925 keer.

In 1950 werd ‘South pacific’ voor maar liefst negen Tony Awards genomineerd en hij (is een musical eigenlijk mannelijk?) won die allemaal. Hij kreeg ook een Pulitzer Prize voor drama in 1950. Het is, zowel artistiek als financieel, een van de hoogtepunten van het Rodgers & Hammerstein-partnerschap.

In 2005 werd in Carnegie Hall in New York een twee uur durende show opgevoerd met de muziek uit South Pacific, met Reba McEntire als Nellie Forbush en Brian Stokes Mitchell als Emile. 1926!

In 2008 werd de musical in een herwerkte versie hernomen op Broadway. Deze productie won zeven Tony’s en werd tot 22 augustus 2010 duizend keer opgevoerd. 2926!

In 2011 werd deze productie opgevoerd in het Barbican Centre in Londen. Shit, daar staan geen aantallen bij, even speuren op internet: 8 weken 8 keer per week is 64 keer, maar daarna ging-ie op tour door heel Groot Brittannië, weer even tellen….. ongeveer 6 x 40 keer is 240 keer, dan zitten we al aan 3220 keer (ik ben geen rekenaar hoor, dus misschien komt u tot andere getallen…. ik ben maar een domme sopraan…).

Tsja en dan lopen we vast want er is in 1958 een prachtige musical-film van gemaakt en het voert te ver om daar dan weer aantallen aan te gaan hangen.

Het verhaal speelt zich af op de eilanden in de Stille Zuidzee tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nellie Forbush, een verpleegster in het leger wordt verliefd op Emile de Becque, een Franse eigenaar van een plantage.

Tweede plotlijn: Soldaat Joe Cable heeft een spionagemissie en verblijft op het eiland. Hij wordt verliefd op de mooie inlandse Liat. Beide hoofdrolspelers kunnen hun rassenvooroordelen niet overwinnen en Joe verspeelt zijn leven en zijn geluk. Nelly zet zich aan het einde over haar vooroordelen heen en vindt daarmee de liefde van haar leven.

Vooral het nummer ‘Younger than springtime’ trof me; prachtig lied! En het hoeft allemaal niet zo hoog, een lichte bariton kan het prima zingen.