Voetbal en opera

Bent u ook zo blij dat deel één van onze ‘sportzomer’ er bijna op zit? Tsjonge jonge, ik kannie wachten tot zondagavond, tot mijn twee favorieten Spanje en Italië tegen elkaar aantreden. Geen van de andere sporten ter wereld lijkt zo op opera als voetbal: twee actes, een intermezzo, een stel solisten verdeeld in hoofd- en bijrollen, één dirigent, een koor van een mens of tig-duizend en veel, heel veel drama. De term “en aan het einde wint Duitsland” gaat dit jaar niet op. Voorij mij hebben de Italianen de beste kaarten, omdat ze als team spelen. Maar als de Spanjaarden winnen vind ik het ook goed (alsof men in Kiev zich er iets aan gelegen laat liggen wat Vocalies vindt).

Ik hou van het spel voetbal, maar ben niet competitief genoeg om me op te winden over wie wint en wie verliest. Ik zit altijd goed: ik hou van Duitsland, het is een van de meest hoffelijke, aardigste, schoonste en best georganiseerde landen waar ik ooit geweest ben. Ik spreek hun mooie taal redelijk tot goed en kom er graag. Ik hou van de Italianen: direct en druk en ijverig en meteen voor je gewonnen als je blijk geeft van het beetje Italiaans dat je kent…
Ik heb de Spanjaarden leren waarderen in mijn vakantie in Andalusië. Aardig, bereidwillig, meer bereid Engels te spreken, want al versta ik hun taal redelijk, ik spreek ‘m niet of nauwelijks.

Nee, doe mij maar een mooie pot voetbal, niet het “tikkie breed, tikkie terug” dat in Nederland vaak gespeeld wordt, maar aanvalluh!!!! Naar voren via de buitenkanten of dwars door het midden. Ik weet heren, wat buitenspel is en een Schwalbe, al zie je het eerste lang niet altijd op camera en het tweede soms pas wel op camera…
Waarschijnlijk vind ik het zo leuk omdat ik het nooit kan laten vergelijkingen te maken met opera: Cristiano Ronaldo is net de heldentenor: haar in de plooi (welke plooi dan ook…), niet al te veel hersens, kreunend en steunend als hij ergens geraakt wordt, de armen ten hemel in al het drama dat hij in huis heeft.

Als ik Schweinsteiger hoor noemen moet ik altijd denken aan boer Zsupàn in Gräfin Mariza: “Ja das Schreiben und das Lesen, ist nie mein Fach gewesen. Denn schon von Kindesbeinen befasst’ ich mich mit Schweinen” . Ik lig dan blauw van het lachen in mijn chaise longue vanwaar ik de wereld van het voetbal aanschouw en mijn echtgenoot verbaast zich over mijn plezier. Schweinsteiger is de bas, de ‘good guy’.
De scheids is de bariton, soms de ‘bad guy’, als het goed is de beschouwelijke, de celebrale.

Het enige kleine, piepkleine nadeeltje is dat er geen vrouwen bij de hoofdrollen betrokken zijn… maar de mauwers van het Nederlands elftal hebben die rol aardig overgenomen: Arjen Robben als een slechte Amneris, die maar niet inziet dat hij met het vernietigen van het geluk van anderen ook zijn eigen geluk onmogelijk maakt. Wesley Snijder als de kleine opdonder Leporello, dienstbaar, maar met veel eigenbelang in het achterhoofd en Mark van Bommel als miskende kroonprins, met veel duistere kanten onder een dun laagje beschavingsvernis.

Affijn, u snapt dat ik zondag ook weer voor de buis zit en de twee keer drie kwartier dragelijk maak door te proberen met mijn rijkelijk aanwezige fantasie er weer een twee-akter van te maken die ook voor mij pruimbaar is. Ik denk dat het wel zal lukken…

In het filmpje de aria van Zsupàn waar ik het zo-even over had. U moet maar even door niet al te beste geluidskwaliteit heen luisteren. De man doet het geweldig, maar er om heen is amateuristisch gekeutel. Het heeft ook wel iets aandoenlijks…

Zomer!

Deze week kan ik kort zijn. Op 23 juni in de klassieke muziek-geschiedenis zijn er weinig enerverende dingen gebeurd. Gelukkig gebeuren die in het heden wel. In De Volkskrant van vandaag een dubbele pagina over het Simón Bolívar Orchestra . Een project waarbij ‘kansarme’ (wat een term trouwens, ik krijg er jeuk van, u ook?) jongeren in Zuid-Amerika en speciaal in Venezuela muziekles kunnen krijgen.

Guido van Oorschot, mijn ideale recensent, vraagt zich af waarom zo’n project zo’n enorm succes heeft. Hij geeft trouwens zelf het antwoord, anders zou hij natuurlijk mijn ideale recensent niet zijn (ik ben het trouwens af en toe ook goed met hem oneens, maar dat maakt het alleen maar leuker). Alle muziek verbindt en verbroedert en de klassieke doet dat nog meer dan de pop, omdat je, wil je je klassieke muziek eigen maken, ervoor moet studeren en oefenen en omdat je dat meestal samen doet. Als je zelfs ouwe rot Placido Domingo weet te ontroeren met het wat rafelig gezongen Hallelujah van Händel, ben je op de goede weg. Wat dondert het dat er hier er daar een noot fout zit, als het enthousiasme maar over komt en dat doet het, zelfs zonder dat het klinkt: ik zat van plezier op mijn stoel te springen aan de ontbijttafel.

En dan is er 3 juli de opera Butterfly op de Parade in Den Bosch. Is nog even onzeker geweest of het ervan zou komen, maar het gaat lukken. Ga erheen als u kunt. Ikzelf breng het niet op om zo lang van tevoren al rond te hangen daar, maar als je van de nood een deugd maakt en wat te eten meeneemt en bereid bent het voorprogramma te trotseren (daar wordt natuurlijk weer gejengeld over bezuinigingen en ‘leuk’ met het publiek gezongen) wordt het vast een hele mooie avond.

In augustus weer de Boulevard in Den Bosch, waar ook dit jaar weer te weinig klassieke muziek zal klinken, maar wel een heleboel goeie andere dingen en komende zondag is in Eindhoven het jaarlijks terugkerende ‘Kamermuziek in het groen’. Ook geweldig.

Oerol, Holland Festival, North Sea Jazz, Salzburger en Bregenzer Festspiele (ooit ga ik er aangekleed en opgedirkt naartoe met mijn lief en ga strak in het pak gestoken een aantal opera’s bekijken en in een lekker hotel en lekker eten… ooit…)

Ik vond nog een filmpje van het Simon Bolivar Orchestra tijdens The Proms van 2007. Geweldig, wat een spirit. Let op de jongen die het basisritme tijdens deze heksenketel onverstoorbaar exact blijft slaan op zijn hoe-heet-zo’n-ding-ook-alweer-ritme-ding.

Hou u haaks deze zomer bij zoveel moois, ondanks alle bezuinigingen en ellende in de wereld.
Laterrrrr!!!

La Streisand

Een verloren uurtje op een doordeweekse dag, ’s avonds. In de hectiek van het éénentwintigste-eeuwse bestaan worden ze steeds zeldzamer trouwens, verloren uurtjes. We kijken elkaar wat landerig aan: het is te laat om een hele speelfilm te gaan kijken, onze favoriet van dit moment ‘Game of Thrones’ hebben we al gezien (wat een geweldige leader-muziek trouwens, vlak vóór het einde houdt de melodie – Verdiaans – midden in een maat op); van ‘Breaking Bad’ (een andere HBO-hit) ga ik raar dromen en voor een documentaire heb ik de puf niet meer.

Mijn echtgenoot kijkt mij ineens opgewekt aan: ‘ik heb nog een ouwetje Streisand staan, een concert uit 2009; heb ik ooit voor je opgenomen. Zullen we daar een stukkie van kijken?’

Ik krijg ineens weer energie en veer op en nog geen minuut later beklimt voor mijn ogen ‘La Streisand’ een barkruk in een obscuur nachtcluppie ergens in de buurt bij haar huis op Manhattan. Ze kan letterlijk haar kont niet keren op het piepkleine toneel en dat komt vooral omdat ze zich omringd heeft met de fine-fleur uit de begeleidende jazz-wereld: pianist, gitarist, pluk-bas-speler en drums.

Ze is zichtbaar nerveus: Streisand heeft de naam weinig op te treden vanwege haar legendarische zenuwen; iets waar ik me wel wat bij voor kan stellen. Echtgenoot James Brolin zit recht in haar zichtlijn, maar gelukkig ziet ze hem alleen tegen het licht (ik zou er nog nerveuzer van worden als mijn lief me tijdens een concert vriendelijk lachend recht aan zou zitten kijken); wat is-ie trouwens mooi opgedroogd die Brolin, hij moet toch ook rond de zeventig zijn, een buitengewoon knappe oudere heer…

Barbra kijkt eens rond, begint na een korte inleiding te zingen en heeft binnen een maat het selecte gezelschap (ook Bill Clinton blijkt in het zaaltje te zitten) niet meer alleen letterlijk, maar nu ook figuurlijk aan haar voeten.
Nondepatatten wat kan die vrouw zingen. Ik ga steeds rechter zitten en spits steeds meer de oren. Echtgenoot kijkt glimlachend opzij: dat heeft-ie weer eens goed gedaan, dat optredentje bewaard voor zijn lief…. Hij scoort weer punten…

Ik kan haar niet betrappen op onzuiverheden, de timing is fantastisch, het uitstekend begeleidend kleine gezelschap kan haar zonder moeite volgen het publiek is ademloos en ze komt over zenuwen heen snel op toeren.

Ondertussen zoekt mijn man naast mij op hoe oud ze is. Ze is nauwelijks te schatten, maar ik reken uit dat ze in de tweede wereldoorlog geboren moet zijn en dat blijkt te kloppen: 1942. Nu zeventig, ten tijde van het concert zevenenzestig. Je hoort in de luidere passages een heel klein beetje meer ruis dan gewoonlijk.

De ‘normale’ ruis is uit vermogen – ze schakelt naar believen van licht gevoileerd naar kraakhelder – deze ruis getuigt van wat vermoeide en ouder wordende stembanden, maar ja, wat wil je: zevenenzestig en een heel leven gezongen. Goeiendag, ik ben 53 en zing allang niet meer zo, sterker nog, ik heb nooit zo gezongen. Ter mijner verdediging kan ik aanvoeren dat mijn sterke kant op een ander gebied ligt: bij de opera en de operette en niet bij de jazz en de musical, maar toch: wat een dijk van een zangeres, La Streisand.

Daarom nog gauw een heel kort CV-tje:

Barbra Joan Streisand werd geboren in New York City in 1942. In 1962 tekende ze haar eerste platencontract en haar debuutalbum won twee Grammy’s in 1963. In de jaren 60 zong ze in musicals, trad ze op in televisieshows en maakte ze haar eerste film. Ze heeft een zoon uit haar huwelijk met Elliott Gould, Jason.

In 1998 hertrouwde ze met James Brolin. In 1980 scoorde ze een grote nummer 1-hit met Woman in love. In Nederland was het de bestverkochte single van 1980.

Barbra Streisand heeft meer dan zestig albums uitgebracht, waarvan zo’n vijftien soundtrack-albums bij films. Ze is de vrouwelijke artiest met de meeste gouden, platina en multi-platina albums, volkomen terecht trouwens.
Sinds het jaar 2000 doet ze bijna niet anders dan afscheid nemen, maar blijkbaar blijft het bloed kruipen waar het niet gaan kan: in 2006 tourt ze door Noord-Amerika en Canada en in 2007 door Europa.

Ik heb een uurtje ongebreideld van haar genoten en zal haar blijven noemen als voorbeeld van de zangeres die het ‘belten’ (lang doorzingen naar de hoogte op het middenregister van de stem) bijna uitvond en als een van de weinigen het kan zonder schade aan te richten en zonder als een schreeuwlelijk te boek te staan.

Dat haar Frans en Duits niet vlekkeloos zijn, zij haar vergeven, ze is onvergelijkbaar goed in haar langzame jazz-ballads en kan op haar zeventigste nog steeds jeugd door laten schijnen in haar performance, zonder aanstellerig te doen. Wat een topavondje werd het, dat landerige TV-avondje op de bank!

In het filmpje de versie van ‘The way we were’ in 2006. Prachtige film met Robert Redford, waar ik -toen- erg bij moest huilen.

Teresa Stolz, vriendin of minnares?

Op 2 juni 1834 werd Teresa Stolz geboren en die vrouw heeft mij altijd geïntrigeerd. Op dezelfde dag, maar dan in 1949 werd overigens ook tenor Neil Shicoff geboren. Die zingt weliswaar prachtig, maar ziet er in opera’s altijd uit alsof hij in de verkeerde film terecht is gekomen, met te grote kostuums en een soort verwilderde blik in zijn ogen. Die moet dus maar wachten tot ik een keer tijd heb om over hem een stukkie te schrijven…

Nee, die Teresa Stolz… dat was niet zomaar een sopraan, ze was op zijn minst een stevige vriendin van Giuseppe Verdi, waarschijnlijk is ze zijn minnares en/of muze geweest gedurende zijn latere jaren. Nou is Giuseppe Verdi een van mijn lievelingscomponisten en dus ben ik meer dan normaal geïnteresseerd in hun liefdesleven. Bovendien was Verdi getrouwd met Giuseppina Strepponi, ook een sopraan en ben ik ook sopraan, dus voel ik een zekere verwantschap.

Eerst maar even kort over haar leven:
Teresa Stolz werd geboren in een onuitsprekelijke plaats in Bohemen (het huidige Tsjechië), als Teresa Stolzova. Ze verbleef het grootste deel van haar leven in Italië. Ik las ergens dat ze de best denkbare dramatische Verdi-sopraan ooit was, terwijl ik altijd dacht dat Giuseppina dat was. Ze studeerde in Praag aan het conservatorium en werd daar weggestuurd in 1851, dat weerhield haar er niet van gewoon door te zingen (lekker puh….): ze verhuist doodleuk naar Triëst, naar haar broer en studeert daar verder bij Luigi Ricci. In 1864 verstigt ze zich voorgoed in Italië. Via een wazig familielijntje is de bekende Duitse dirigent Robert Stolz familie van Teresa.

Zij was het die Leonora, uit Verdi’s La Forza del Destino echt gestalte gaf en dat was niet makkelijk. La Forza is een draak van een opera, (dat heb ik hier al eens eerder geschreven en in mijn podcasts ook al eens eerder gezegd), met prachtige muziek. Wil je die productie tot een goed einde brengen moet je van gewapend beton zijn: twee hele grote zware aria’s, een zootje finale’s en duetten en allemaal in forte en dubbel forte.

Ze zong als eerste de titelrol in Aïda in La Scala. Verdi was niet bij de première in Caïro, dus dat was volgens hem niet de echte première (de foto van haar in dat kostuum laat je schrikken, wat een dragonder van een vrouw, Giuseppina was veel tengerder van bouw en ook knapper, eerlijk gezegd…)

Affijn, Stolz dus. Ze zong ook de première van Verdi’s Requiem. Ze zong ook werk van andere componisten: Donizetti, Bellini, Rossini, Meyerbeer…

En dan komt haar privé-leven. Ik krijg ineens roddelpers-achtige trekjes merk ik. Ze had even wat met dirigent Angelo Mariani. Omdat die weer ruzie maakte met de Verdi’s en omdat ze ervan verdacht werd een affaire met Verdi te hebben ging die ‘verkering’ uit. Er zijn bronnen die zeggen dat er geen enkel bewijs is voor haar affaire met Verdi, maar waar rook is, is vuur, wat u! Ze brachten in ieder geval veel tijd met elkaar door, ter voorbereiding van de Milanese première van Aïda.

Giuseppina was in trouwens ook stevig bevriend met Teresa, zo blijkt uit correspondentie. Na de dood van Giuseppina in 1897 werden Stolz en Verdi onafscheidelijk, maar Verdi was toen al een tamelijk oude, en later een zeer oude man (hij werd 87!). Volgens mij is het roddeljagerij en was de relatie platonisch. Dat kan, weet u, het kan echt!
Verdi sterft in 1901 en Teresa Stolz een jaar later; ze is begraven in Milaan.

In het filmpje een prachtige vertolking van ‘Pace, paca mio dio’ uit Verdi’s La Forza, door Angela Gheorghiu. Ze zer het allemaal nogal zwaar aan en ik vraag me af of ze het gehouden zou hebben als ze de hele opera zo zou hebben gezongen, maar het is mooi!