José van Dam, bariton

Dilemma vandaag, want te kiezen uit twee onderwerpen. Het is vandaag de geboortedag van Robert Stolz en als verstokte operette-liefhebber (ik begon mijn bescheiden carrière als operette-zangeres) moet je daar wat van vinden. Maar ook de geboortedag van een van de mooiste baritons ooit: José van Dam. Nou vooruit: dan maar gekozen voor de nog levende van de twee. Robert Stolz kan volgend jaar ook nog… toch?

Joseph, baron van Damme oftewel José van Dam werd geboren in Brussel op 25 augustus 1940.
Hij studeerde aan het Brussels conservatorium bij Frédéric Anspach. Hij plande zijn carrière zorgvuldig, want begon met het zingen van kleineren rollen (in 1960). Rustig aan met zijn stem, niet meteen het volle denderende repertoire; dan loop je namelijk de kans dat je na een paar jaar problemen krijgt en vervolgens nooit meer zingt.
Zijn serie kleinere rollen eindigde met Escamillo in Carmen. Da’s inderdaad een kleine rol, maar de lat ligt (letterlijk) hoog bij Bizet: je hebt intensief te acteren en de partij van Escamillo gaat het baritonbereik hier en daar te boven. Ik zong de Toreador-aria ooit (als sopraan, jawel!, maar da’s een ander verhaal….) en besefte: hier heeft een bariton aan te houen!

Van 1965 tot 1967 werkte Van Dam in Genève; van 1967 tot 1973 aan de Deutsche Oper in Berlijn. Hij zong daar onder meer Figaro en Leporello (in Mozart’s Don Giovanni), bepaald geen kleine rollen meer. In 1968 debuteerde bij de Salzburger Festspiele in de rol van Tempo in Rappresentazione di Anima e di Corpo van Emilio de Cavalieri. Hij zong er sindsdien in Le Nozze di Figaro, Die Zauberflöte, Les contes d’Hoffmann, Fidelio, Il Trovatore…

Vanaf 1970 werd hij steeds bekender: Covent Garden in Londen, La Scala in Milaan, The MET, de Parijse Opera (La Bohème, Dardanus en Der fliegende Holländer). In 1983 zong hij de wereldpremière van Saint François d’Assise van Olivier Messiaen.

En dan komt het genre waar ik hem het meeste voor bewonder: het Lied. Hij heeft al sinds 1993 dezelfde begeleider: Maciej Pikulski. En ook met hem komt hij in alle grote concertzalen van de wereld: Carnegie Hall, La Scala, De Munt in Brussel (thuis!), het Concertgebouw in Amsterdam, het Teatro Colón in Buenos Aires en het Théâtre des Champs-Elysées in Parijs.

En och ja, zijn Don Quichotte in L’Homme de la Mancha, (bekend van Jacques Brel )bij de Opéra Royal de Wallonie in Luik. En hebt u ooit de Don Quichotte-liederen van Ravel van hem gehoord (officiële titel ‘Don Quichotte à Dulcinée’)? Geweldig!

In augustus 1998 werd hij door koning Albert II tot baron benoemd, uit erkenning voor zijn grote carrière.
In mei 2010 nam hij afscheid met (dus) de rol van zijn leven: Don Quichotte, gezongen in theater De Munt. De toeschouwers hadden een gedenkwaardige avond en beseften dat ook.

In het filmpje zijn interpretatie van ‘Ella giammai m’amo’ uit Verdi’s Don Carlo. Een van mijn lievelingsstukken. Die arme, vermoeide, gebroken man; je hart breekt als hij zingt ‘Amor per me non ha’ (liefde heeft ze niet voor mij). Het is niet het makkelijkste repertoire, maar u moet maar even doorbijten, dat geeft altijd het beste resultaat…

Summertime!

Warm is het, heel warm, erg warm, nee benauwd, dat is het!
Moe en suffig zit ik naar mijn lege scherm te kijken; net de septembercolumn geschreven voor de Klassiekshop, zou de bron droog zijn voor vandaag, opgedroogd door de zon? En ik moet niet zeuren natuurlijk, eindelijk is het volop zomer in Nederland, toegegeven: een beetje laat, maar toch, dit weekend wordt het rond de dertig, tropisch…
En dan schiet mij de ‘programma-muziek’ hiervoor te binnen en daarmee het onderwerp voor dit stukkie: ‘Summertime, an’ de livin’ is easy’ uit Porgy and Bess, (jammer genoeg) Gershwin’s enige opera.

Hij schreef Porgy and Bess in 1935, op een libretto van DuBose Heyward en zijn broer Ira. De première had weinig succes, maar toen…
Vanaf de lente van 1936 ging de productie op tournee door Amerika. Gershwin eiste dat alle rollen gezongen werden door zwarte acteurs en actrices. In het Nationaal Theater van Washington DC mocht er aanvankelijk alleen voor een blank publiek worden opgetreden. Hoofdrolspeler Todd Duncan (Porgy), weigerde en daarom werden uiteindelijk ook kleurlingen toegelaten. Het was de eerste keer dat het theater voor een gemengd publiek toegankelijk was.

Toen Gershwin stierf (veel te jong in 1937) werd de opera almaar populairder. Jammer genoeg wordt-ie weinig uitgevoerd, want die eis dat alleen zwarte zangers mogen meedoen (met het gevaar dat u me nou collectief in de nek springt: eigenlijk is het een beetje omgekeerde discriminatie) maakt het lastig de opera goed te bezetten.

In 1959 is er een filmversie van gemaakt. Wie kent niet Sidney Poitier als een bijzonder knappe Porgy ( Robert McFerrin zong overigens zijn partij) en Sammy Davies als een aal-gladde Sportin’Life. In 1974 vonden de erven Gershwin dat de film niet voldeed aan de voorschriften van de componist. Ze verboden de verdere uitvoering. Inmiddels hebben zoveel mensen de weg om dat verbod heen kunnen vinden dat je op You tube al heel makkelijk een eigen samenstelling van de film kunt maken, dus hij is vast ook als hele DVD verkrijgbaar.
Een hele mooie opname is die van het Glyndebourne opera festival onder leiding van Sir Simon Rattle (uitgekomen in 1989).

Het verhaal kent u vast wel: het reilen en zeilen in Catfish Row en de verlamde Porgy die verslaafde Bess in zijn huis opneemt. Ze worden verliefd en Bess lijkt zich los te kunnen maken van haar verslaving, maar een aantal dramatische gebeurtenissen doen haar toch weer toegeven en meegaan met Sportin’ Life. Porgy reist haar achterna, ervan overtuigd dat hij haar zal vinden en dat hij de gebeurtenissen ten goede kan keren. De opera heeft hiermee een open en opgewekt einde, maar als je effe doordenkt… dat kan bijna niet goed komen daar in New York…

Ja, en dan Summertime…. Een van mijn all-time favorites. Het stuk is goed a capella te zingen en ik zong het ook wel eens op een zwoele zomeravond, ergens op een terras. Ik zong het bij uitvaarten en op huwelijken, omdat het zoveel betekenissen kan hebben voor mensen dat het bijna overal past. Ik zong het in de klassieke versie met een jazz-versie eronder. Ze braken bijna de tent af na de laatste noten van de jazz-zangeres en mij… We waren er zelf oprecht verbaasd over.

Ik ben/was maar een kleine speler in het zangwereldje, maar google maar eens Summertime en je komt talloze versies tegen. Miles Davies is wel een van de mooiste jazz-versies en die van Simon Rattle de mooiste opera-like versie.

Mocht u ooit een poging willen wagen… Hou het zuiver, want het lied (of eigenlijk de aria) loopt uit de toonsoort voor je erg in hebt, met die linke akkoorden van Gerswhin eronder. Doe allebei de coupletten, da’s wel zo trouw richting Gershwin, die eraan hechtte dat zijn stukken integer werden uitgevoerd. En haal effe extra adem voor die laatste grote zwiep aan het einde, zodat u daar netjes gelijk (of liefst net iets nà) het orkest (of pianist…) uitkomt. Het is een hoge A bij mijn weten, maar die zit er bij een beetje sopraan makkelijk op…

In het filmpje de versie uit de film van 1959.

Don Giovanni en chocolade

Wat een geweldige componist is Mozart toch! Ik bedoel Wolfgang Amadeus, ?Woolfie? voor zijn Amerikaanse vrienden. Met zijn composities kun je alle kanten op. Dat bewezen Theatergroep Laika en Muziektheater Transparant maar weer eens tijdens het Festival Boulevard. Wat heb ik een heerlijke avond gehad. Heerlijk in meer zinnen van het woord: de voorstelling was erg leuk en het eten ook…

“Eten” zult u vragen? Ja, eten. De zangers en acteurs kregen het voor elkaar tijdens het zingen een buitengewoon aanvaardbaar 3-gangenmaal op de tafels te krijgen: kastanje-soepie vooraf, risottoschotel als hoofdgerecht en profiterolles in warme chocoladesaus na.

En een raadselachtig wijntje als rode draad, nou ja wijntje: vers geperst grapefruitsap met een fling van alcohol erin. Ik denk als je het goedje zou doordrinken dat je er apetoeter van zou worden, maar gelukkig was alles wat er om ons heen gebeurde zo opslorpend dat we aan doordrinken niet toekwamen.

Ga d’r maar aan staan als zanger tegenwoordig: behalve een lastige partij uit Don Giovanni (al dan niet vertaald naar het Nederlands, pardon Vlaams) en verbindende gezongen en gesproken teksten uit het hoofd leren, moet je ook als een bezetene door de zaal kunnen rennen, ofwel elkaar nazittend ofwel om razendsnel het eten her en der te bezorgen en dat lukte uitstekend.

Er waren aan onze tafel een paar glazen te kort. Iemand stak een glas in de lucht, en riep ?glas!?. De zanger in kwestie presteerde het om in een tel rust terug te roepen “komt! en binnen de kortste keren hadden we allemaal een glas. Dat leren ze je niet op een conservatorium, dat moet je op de werkvloer oppikken. En als je dat kunt, kun je de hele wereld van opera aan.”En als je dat kunt, kun je de hele wereld van opera aan. Als deze zangers geen carrière maken weet ik het niet.

Het verhaal van Don Giovanni is handig omgewerkt. Hulde aan de arrangeurs. Alle highlights komen aan de beurt, alleen worden ze niet altijd gezongen door de rollen in de traditionele opera.

De Catalogus-aria wordt in het origineel gezongen door Leporello; hier zong Masetto het begin en eindigden de twee heren samen. De slotaria is ‘normaal’ voor de Commendatore, nu hadden de drie dames het laatste woord met die aria: schrijf maar eens een bas-aria om voor drie vrouwenstemmen!

Ik heb muzikaal verder maar één opmerking (het was af en toe ongelijk, maar wie maalt daarom?) die basgitarist, haal die jongen daar weg. Het is een goeie basgitarist (voor zover ik dat als klassieke knar kan beoordelen), maar het instrument past niet bij het repertoire en is veel te dominant. Vreselijk, en ik was niet de enige die dat vond…

U kent het verhaal: Don Giovanni is de onverbeterlijke vrouwenversierder die geen berouw toont en aan het einde dus in de hel gestort wordt. Dat verhaal blijft in grote lijnen intact. Alleen wordt de don hier niet in de hel gestort maar zijn van chocolade nagemaakte hoofd wordt gesmolten onder een warmtelamp en vervolgens bij het nagerecht geserveerd om de profiterolles in te dopen. Briljant gevonden!

Het grootste compliment kwam eigenlijk van de mevrouw naast mij: ‘zo wil ik wel vaker naar de opera!’ zei ze na afloop. Mijn credo werd waar: breng opera onder de mensen, maak het bekend en toegankelijk en ze zullen blijven komen.

En eigenlijk komt ‘Woolfie’ het grootste compliment toe: dit soort dingen kun je niet uitspoken op muziek van Verdi, Puccini, Bellini of Wagner: het worden tangen op varkens. Alleen met de muziek van die ene kun je het doen en erbij overeind blijven, bij die briljante, gekke, nooit ge-evenaarde, fantastische Wolfgang Amadeus Mozart!

In het filmpje voor u de Catalogus-aria, gezongen door een specialist op dit gebied, Bryn Terfel. Dit is een min of meer traditionele opvatting. Kijk wat hij ermee doet en geniet!

Theaterfestival Boulevard

Vanaf vandaag gaan wij ons een week lang onderdompelen in Theaterfestival Boulevard in Den Bosch. Voor ons de leukste tijd in de stad. Rasechte Oeteldonkers zullen carnaval de leukste tijd vinden, maar daar ben ik het pertinent mee oneens. Maar ja, ik ben dan ook geen rasechte Oeteldonker (gelukkig?).

Mijn echtgenoot zoekt ieder jaar de leukste voorstellingen uit en ik laat me verrassen. Soms heb ik nog een aanvulling en dan koopt hij daar ook kaartjes voor, zonder enige op- of aanmerking. We wonen nu ruim elf jaar in Den Bosch en ik kan me niet herinneren ooit een slechte voorstelling te hebben gezien.

Er waren mindere en betere, maar echt slechte waren er niet. We hadden plezier, waren verbijsterd, geschokt, moe gelachen, volgegeten (ja echt waar!), door en door koud, kleddernat, maar altijd ge-amuseerd en voldaan als we ons van welke vreemde locatie dan ook weer huiswaarts spoedden. Een heel klein, ietsepietsie minpuntje vind ik wel dat er (te) weinig klassieke muziek te horen is? dat kan met een paar handgrepen makkelijk beter.

Het festival komt bedonderd weg bij de subsidie-verdeling. Ze krijgen een aai en een knauw: ze doen het goed, maar het geld gaat naar anderen. En met een aai kun je je kosten niet betalen, dus waar het volgend jaar heen gaat is maar zeer de vraag.

In de Randstad ligt onze culturele toekomst, dat u dat maar even weet. Die krijgen relatief veel en het zij ze gegund, maar de regio?s komen er maar zeer bekaaid af. Ik kom er graag, in de Randstad en ik snap dat daar waar meer mensen en instellingen en cultuur samenklonteren er ook meer subsidie naar toe moet, maar ik vind dit wel een beetje het voeden van de grenzenloze arrogante houding die men daar al jaren heeft ten opzichte van de provincie.

Ik vind het prima dat er eens flink de bezem door allerlei subsidies gaat, begrijp me goed, maar er zijn projecten die hun waarde bewezen hebben en die een breed deel van de bevolking bedienen (en in het geval van de Boulevard dan bedoel ik niet de Bosschenaren die alleen op het festivalplein van de Boulevard komen om er, net als met carnaval, te zuipen en te ‘in-crowden’).

Dus wat nu gedaan, meneer Overdam? Toen u bedacht dat het plein vóór het Theater aan de Parade dan maar heel anders moest worden ingericht, of zelfs maar helemaal niet moest worden ingericht viel half Den Bosch over u heen. Waar moeten Oeteldonkers anders ‘mingelen’ als het geen carnaval is?

Misschien toch maar hele dure producties niet meer programmeren en meer kijken naar wat er dichter in de buurt en op andere festivals (in Nederland en België) te krijgen is. Misschien de Randstedelijke producties maar eens daar laten en je oriënteren op wat er in de zuidelijke Nederlanden en België en Duitsland te halen is (in het kader van ‘Geef de Randstad wat des Randstads is en het Zuiden wat des Zuidens is’).

Misschien zoeken naar particuliere investeerders. Ze zijn er genoeg, ze vereisen alleen een andere aanpak dan subsidie aanvragen bij de overheid en kan het u iets schelen meneer Overdam, als er een vaan van Facebook langs het toneel staat? Mij niet. Kortom: het roer moet om, maar een ding is zeker: Theaterfestival Boulevard moet blijven bestaan.

Nou dag, ik ga mij erin storten, met huid en haar, je weet maar nooit of het dit jaar de laatste keer is! Veel plezier, wie weet komen we elkaar tegen!