Vandaag in 1790 ging een van de leukste en meest tijdloze opera’s van Mozart in première: ‘Così fan tutte’ (vaak uitgescholden door presentatoren als ‘Koosje van Tutte’ foei!). Voluit: ‘Cosí fan tutte, ossia la scuola degli amanti’ en vrij vertaald: ‘Zo doen alle vrouwen, oftewel de school van de liefde’.
Ik smul er altijd van en zong een duet eruit voor mijn eindexamen. Over dat duet gaan we het vandaag niet hebben, wel over de aria van de dienstmaagd (nou ja, maagd….) Despina.
Mozart had een beetje pech met de start van de opera: hij had er veel succes mee, maar omdat keizer Jozef II op 20 februari 1790 overleed werden alle theaters gesloten en werd de opera pas in juni 1790 weer opnieuw opgevoerd.
Maar succes was er, zowel de eerste keer als bij de reprise. De libretti van Da Ponte sloten briljant aan bij de noten die Mozart schreef, waarschijnlijk hadden ze een beetje hetzelfde (sick) gevoel voor humor, tenminste zo stel ik me dat dan graag voor.
Kort het plot:
De jonge officieren Guglielmo en Ferrando scheppen bij hun oudere vriend Don Alfonso op over de trouw van hun geliefden. Don Alfonso is een ouwe rot in de liefde en hij is van mening dat alle vrouwelijke schepsels in de liefde niet te vertrouwen zijn en wil zijn gelijk bewijzen.
Hij sluit een weddenschap met de twee om hun verloofden te testen en ze doen net alsof ze worden weggeroepen naar het front. Vermomd komen ze terug. In eerste instantie trappen Dorabella en Fiordiligi er niet in, maar langzamerhand beginnen ze toch te flirten – de één met de verloofde van de ander. Maar uiteindelijk houdt de vermomming geen stand en pakken de vier de draad van het leven weer op.
Er zitten een heleboel stukken in die erg leuk zijn. U mag zelf eens zoeken:
– het trio tussen Don Alfonso, Dorabella en Fiordiligi aan het einde van het eerste deel van de eerste acte ‘Soave sia il vento’ (‘Moge de winden u goed gezind zijn’) bij het afscheid van de mannen;
– een leuk kwintet, vlak daarvóór: ‘Sento, o Dio, che questo piede è restio’;
– de aria van Despina ‘In uomini, in soldati, sperare fedeltà?’ (‘Hoop je dat mannen, soldaten, trouw zijn?’);
– de hysterische aria van Fiordiligi ‘Come scoglio’ (‘Als een rots’) in de tweede scène van de tweede acte;
– de aria van Ferrando ’Un’aura amorosa’;
– Fiordiligi zingt in de tweede acte ‘È amore un ladroncello’ (‘Is de liefde een dief?’)… enz. enz.
Kortom: er valt veel te genieten. De opera is makkelijk naar deze tijd te zetten zonder al te veel strapatsen uit te halen en het blijft makkelijk geloofwaardig als je op een paar dingen let. Tempo houden is een gouden regel voor alle Mozart-opera’s. Vooral als je recitatieven zingt; dat moet zo ongeveer op spreeksnelheid en dat is geen sinecure. Tongbrekertjes zijn het.
Heb je eenmaal door hoe het werkt en heb je een regisseur en een dirigent die het snappen, dan heb je goud in handen. En nog een bemoedigende raad: als je eenmaal de recitatieven uit Cosí kunt zingen, kun je ze uit alle Mozart-opera’s zingen.
Ik wilde het met u hebben over de aria van Despina ‘Una donna a quindici anni’, een vrouw van vijftien jaren. Let wel: een vròuw van vijftien jaren, niet een meisje van 15 jaren. Despina is een waardig vertegenwoordigster van de keukenmeidenrollen van Mozart. Ze heeft het leven voor elkaar, is niet intellectueel, maar wel verdomd intelligent en zet het plot en de gelieven naar haar hand. Ze is haar tijd ver vooruit. De rol van Susanna uit Le Nozze is aan de hare verwant.
Ik vond een vloed van mogelijkheden om deze aria op te laden vanuit You tube. Net als eerder heb ik me ‘beperkt’ tot de scenische stukkies. Ik vond een prachtige: Cecilia Bartoli op haar best. U kunt meteen zien en horen hoe de Mozart-recitatieven waar ik het hierboven over had gezongen moeten worden.
Cecilia is een beetje in het voordeel: Italiaans is haar moedertaal. Het geheel wordt ondertiteld, dus u krijgt de grapjes mooi mee. Het had van mij nog iets sneller gemogen, maar wie ben ik; waarschijnlijk had ik dit tempo zelfs niet gehaald. Je kunt dit alleen als je van haver tot gort weet wat je zingt, zowel tekst als noten, en in ritme spreken, spreken, spreken tot je het tempo onder de knie hebt en dan pas gaan zingen.
Mocht u het recitatief over willen slaan: de aria begint op 4.02 min. Ik heb weer gesmuld, hopelijk doet u dat ook!