Opera is niet dood, ze leeft (opera is vrouwelijk denkt u niet?); de klassieke muziek is evenmin dood, ze leeft en Placido Domingo is allerminst dood, hij leeft voort als bariton, getuige een nieuwe CD die hij heeft volgezongen met baritonaria’s (vooral van Verdi, die veel moois voor bariton geschreven heeft). Domingo heeft nog iets uitermate nuttigs gedaan: hij heeft dit jaar al voor de twintigste keer zijn naam verbonden aan een concours, Operalia en in de jury niet alleen zangers gezet, maar ook managers (iiiieeek!), directeuren van operagezelschappen en casting directors (er schiet me niet zo gauw een vertaling voor dat woord te binnen? het Engels sluipt zelfs de opera in), zodat de jongens en meisjes die niet meteen een volwaardige artiest zijn, door kunnen groeien als iemand het talent dat nog niet helemaal tot wasdom is gekomen in ze ziet. Het opera-publiek mag dan vergrijzen, bij zangers kun je je zulks niet veroorloven, stel je voor, die hoge C moet gehaald worden en liefst zonder naar beneden slaand vibrato?
Dit jaar vond het concours afgelopen week plaats, van 19 tot en met 25 augustus in Verona om precies te zijn. Ze kiezen ieder jaar een nieuwe grote stad, zo kom je nog es ergens! Het ontging mij een beetje, te midden van allerlei Persoonlijke Drukte, Grachtenfestivals en Festivals voor Oude Muziek allemaal bewust met hoofdletter geschreven – en de start van het seizoen voor allerlei orkesten en theaters. Pfoe: augustus heeft bijna een overkill aan cultuur!
Domingo’s concours leverde twee belangrijke namen op: een Russische sopraan, Aïda (Aïda godbetert, het is bijna de goden verzoeken….) Garifullina en de handig spellende naam van een Chinese bas-bariton: Ao Li (lekker in 4 letters klaar, zo onthou je de naam!) Ze wonnen beiden een eerste prijs. Mocht u nog meer namen en prijzen willen weten: ga naar hun website. Ze hebben een aandoenlijk filmpje over het concours en het ziet er allemaal heel gelikt uit.
Ik zocht de Russische op, op mijn geliefde YouTube. Nou, die komt er wel, al mag het van mij wat doorleefder. Een plaatje van een vrouw, met prachtige borsten (ik type het zonder enige jaloezie, goed he?) en dito stem… alleen niet zo interessant als de Chinees.
Naar die Chinees moest ik wel effe zoeken, een behoorlijke opname vond ik uiteindelijk bij een uitvoering in het concours zelf, met Domingo als Maestro in de bak. Hij zingt een mij onbekende aria, ‘Ves tabor spit’ van Sergei Rachmoninov uit diens een-akter-opera ‘Aleka’. De lol begint ergens op 1 uur en 27 minuten (mocht u tijd noch zin hebben de rest van de avond te bekijken).
Mijn hemel wat een uitstraling, veel sambal-bij za’k maar zeggen. Ik heb bij Aziaten altijd moeite de emoties te lezen, nou bij deze niet… Hij weet precies wat hij doet en hij kent het repertoire op zijn duimpje, hij hoeft nergens na te denken, het is volkomen organisch. Voor zover ik het kan beoordelen is zijn Russisch perfect. Hij is klein van stuk, je zou hem minstens een decimeter lengte meer gunnen, dit postuur is niet met hakken te stutten.
Kijk hoe hij het hele prachtige naspel de spanning erin houdt en dóór acteert; toegegeven, het is op het randje van larmoyant, maar mij had-ie gevangen!
Ik vertaal het eerste stukje voor u, de hele aria wordt wat teveel voor hier, mijn stukkies zijn toch al zo lang…
Het hele kamp slaapt. De maan schijnt met middernachtelijke schoonheid, waarom trilt dan mijn arme hart? Met welk verdriet wordt het gemarteld? Zonder zorgen of spijt, leef ik mijn leven, nu ik de ketenen van de beschaving heb afgeworpen ben ik vrij. Ik leefde, de kracht van een wreed en blind noodlot verachtend. Maar God, wat speelt passie met mijn ontvankelijke ziel. Zemfira, wat hield ze van me…
Hulde overigens voor Maestro Domingo: hij leidt het orkest en is er voor de zanger, wat een heerlijke combinatie in een dirigent.
Hou hem in de gaten, die kleine Ao Li; een nieuwe bas-bariton? doe mij maar Chinees, any time!