Een fusie brengt soms goeds

Allereerst: er staat weer een nieuwe podcast op de website. Zie hiernaast!

Leuk en bemoedigend stukkie in het Eindhovens Dagblad van maandag 17 februari jl. (ja Randstedelingen, u leest het goed: het Eìndhovens Dagblad). Er is goeds gekomen van de fusie tussen de beide Zuid-Nederlandse orkesten, Het Brabants Orkest en het Limburgs Symfonie Orkest: ze komen uit hun holen gekropen… Vergeef mij mijn licht cynische toon collega’s, maar het werd tijd. Ze geven huiskamerconcerten, de jongens van de Philharmonie Zuidnederland (want zo heet de nieuwe club).

Letterlijk schrijft de krant “Het nieuwe orkest zoekt meer binding met zijn (is een orkest eigenlijk mannelijk of vrouwelijk?) bezoekers en eert zijn ‘fans’ met onder meer vrijkaarten, vip-arrangementen, het bezoeken van repetities en dus ook huiskamerconcerten”. Einde citaat

In dit geval waren het een violist en een celliste, die hun instrumenten inpakten en zich het (zuidelijke) land in begaven om hier en daar beloftes in te lossen. Het was een leuk verslagje om te lezen en ik vind het een goed initiatief. Zo zie je maar weer dat er van bezuinigingen ook goeie dingen kunnen komen.
Hoe zou u het vinden? Een soort privé-mini-orkestje dat speciaal voor u komt spelen? En wat zou u dan willen horen? Lijstje!!! Ik ben dol op lijstjes dus ik zou het wel weten als ik voor hen een lijstje zou mogen maken.

Nou ben ik van de vocale muziek, dus in mijn geval zou er een koortje komen denk ik… shit, probleem… Philharmonie Zuidnederland heeft geen koor; dat moeten dan leden van het Brabantkoor worden vrees ik…. of van het Möbius-ensemble; in beide gezelschappen heb ik enige tijd en met enige regelmaat in gezongen… es kijken, wat waren/zijn zoal mijn lievelingsstukken en laten we het dan bij klassiek houden…

Het Lacrimosa uit allebei de Requiems, dat van Mozart en dat van Verdi
Het Agnus Dei uit de Petit Messe Sollennel van Rossini (dan moeten ze maar een mooie alt-soliste meesturen, wat u!)
Het slot uit The Company of Heaven van Benjamin Britten… ho Vocalies, we hadden het over klein koor… wat ik tot nu toe opnoemde eist eigenlijk nogal wat volk…sommige van de grote koorstukken lenen zich ervoor met kleine bezetting te zingen; ik zong ooit het Hallelujah uit Händel’s Messiah met ‘enkele bezetting’ en groot orgel en we tetterden met zijn vijven de hele kerk makkelijk vol, maar sommigen ook niet, meestal heb je massa nodig…

Nou goed dan, dan heb ik maar een regeltje op mijn lijstje;
Stuurt u mij maar The King’s Singers… alle vijf en met hun hele repertoire, van oud tot pop… Dan hoor je mij voorlopig niet meer.

Ik ging dus een filmpje zoeken… en was meteen een avond verder. Wat heb ik een plezier gehad. Ze kunnen alles zingen die mannen. En YouTube heeft ook uit het grijs verleden (in andere samenstellingen, die wisselt namelijk nogal eens) van alles om te smullen. Tenslotte voor een tamelijk lang filmpje gekozen waarin componisten uit de afgelopen vier eeuwen langskomen. De bas kondigt het stuk zelf aan, kijk maar…
Niet moedeloos worden hoor, als u koorzanger bent en deze virtuositeit beluistert. Deze mannen studeren heel, heel, heeeeel veel samen voordat ze een podium opgaan en zijn alle vijf begenadigd solist. En die overgang van Strauss naar Debussy! Fantastisch, dan heb je oren aan je hoofd. Het geheel is loepzuiver en allemaal perfect getimed. Veel plezier!

PS Over lijstjes gesproken: zondag 23 februari zit Daan Smid, pardon Ernst Daniel Smid ‘op de bank’ bij Brava klassiek. Hij mag zijn lijst samenstellen van favoriete klassieke stukken. Zit vast opera bij en leuke andere
vocale muziek. Kijken!!!

Een Russische opera en een zuipschuit

Wat moet een gesjeesde operazangeres als ik nou met d’r leven als er een paar pijlers onder uitvallen en daar ‘slechts’ Olympische Winterspelen voor in de plaats komen? (Pas op: ‘gesjeesde operazangeres’ mag ik alleen mezelf noemen in (zeldzame) momenten van zelfrelativering…)

Matthijs van Nieuwkerk weet niet half wattie me aandoet dezer dagen. Wijkt DWDD zomaar ineens twee volle weken voor Sotsji, en verder ook: niks cultuur op TV, sport, sport en nog eens sport. Of is dat ook cultuur, sorry, dat had ik dan even niet in de gaten….

Het is maar goed dat mijn liefhebbende echtgenoot de beginnende paniek in mijn ogen zag en mij zijn laptop ter beschikking stelde. Op de tijd dat ik normaliter DWDD ging kijken krul ik me nu op ons bed op, met de poezen in mijn kielzog en kijk wat films weg die hij voor me oplaadde in de afgelopen tijd, of surf op YouTube. Ik verklap u even dat er tussen die films ook de titels staan van flauwe actiefilms. Ik kom namelijk niet meer bij van het lachen bij het cynische hoofd van Bruce Willis, die maar één gezichtsuitdrukking kent: ogen een beetje toegeknepen, één wenkbrauw omhoog (van Roger Moore afgekeken), één mondhoek licht gekruld en dán pas beginnen met zijn core-business: knappe vrouwen tonge…ehhh zoenen, meppen, of Parijs aan gort schieten met mitrailleurvuur…

Sorry, zijspoor: Hou me te goede: ik gun de rest van Nederland de lol met onze schaatsers en snowboarders en overige waaghalzen, maar ik heb er niks mee en het weinige dat ik erover opvang in het journaal of via collega´s of krant vind ik genoeg.

Maar ja, je moet aanhaken bij de actualiteit, alles voor de stijging van het aantal pageviews. Dus wijk ik voor mijn stukkie van vandaag uit naar de Russische klassieke muziek en haar componisten. Die komen bij mij toch al zwaar te kort, terwijl ze toch van die wonderschone muziek gecomponeerd hebben.

Tik voor de lol eens op Google ´Russische componisten´ in en kijk wat er gebeurt. 115 levert Wikipedia er. Scrollend door het rijtje beken ik u eerlijk dat er 23 namen bij zijn die me wat zeggen en de rest is me volslagen onbekend… moet ik me schamen vindt u?

Ga ik niet doen, me schamen, ik ga er wel eentje uit het rijtje halen en eens kijken wat ik er op YouTube van kan vinden. En terwijl ik dit typ besluit ik een volkomen intuïtieve manier van kiezen te hanteren: ik zag ooit het portret (door Ilja Repin zeer vaardig geschilderd) van Modest Moussorgsky, bijna doodgezopen (ik kan er geen nettere term voor bedenken). Het levensechte portret trof me onmiddellijk en ontroerde me. Ik kreeg nog bijna met de zuipschuit te doen… Repin heeft hem precies getroffen.

Ik ging op zoek naar Modest en vond een leven als een slecht jongensboek: hij kwam uit een gezin van verarmde grootgrondbezitters en heeft nooit van zijn componeren kunnen leven. En hij schreef maar liefst drie opera’s, waarvan één hele mooie! Boris Goedonov. Hij had in het leger gemoeten, maar vond componeren leuker (raar he…?) en hij raakte na het componeren van zijn enige opera echt aan lager wal. Repin schilderde hem enkele dagen voor zijn dood, toen hij al in het armenhuis zat.

Modest

Hij heeft wel degelijk iets betekend in de vocale klassieke muziek, want naast drie opera’s (ik geef u de twee andere titels, misschien zeggen ze u wel iets… ‘Chovansjtsjina’ en ‘De Jaarmarkt van Sorotsjinski’) is er ook nog de frisse korte liedercyclus: de Kinderkamer. En natuurlijk ‘Nacht op de kale berg’ en de Schilderijententoonstelling (eveneens door collega’s ‘na-georkestreerd) heerlijke alles uit de kast muziek, maar symfonisch en niet vocaal… Orchestreren was niet zijn sterkste kant, misschien ook wel omdat hij daar nooit goed les in gehad heeft, dus hebben collega’s die nog eens overgedaan.

De rol van Boris Goedonov is vooral die van Boris Christoff (geen Rus: Bulgaar). Hij heeft de standaard gezet voor de rol… Ik vond geen betere op YouTube, ondanks dat de opname matig is. Er is een scènische opname uit 1959 waar ik erg giebelig van werd; dat over-acting – vooral van de page – werkt bij mij altijd averechts. Toch zingt Christoff ook daar geweldig. De opname die ik uiteindelijk oplaadde is geen scènische, maar tijdens een concert/opname in Wenen in 1980. Hoe veel beter doseert hij daar en hoe veel meer is de rol de zijne geworden. Er zijn genoeg andere grote bassen die de rol gezongen hebben, maar er komt er niet één in de buurt.

De meest sexy bariton van het westelijk halfrond

Er is weer een nieuwe podcast. Zie de grote icoon hiernaast.

Als ik met vriendinnen uit eten ga – en dat doe ik zeer tot mijn genoegen regelmatig – springen de gesprekken tussen diverse onderwerpen op en neer. Ik las ergens eens dat het vermogen te ‘multi-tasken’ een broodje aap-verhaal is: mensen kunnen niet meer dan één ding tegelijk. Sommigen kunnen wel sneller schakelen dan anderen en ik denk dat vrouwen dat iets beter kunnen dan mannen. Wij vriendinnen (lees: wij vrouwen…) krijgen het voor elkaar tijdens één etentje de mannen in het algemeen en enkelen in het bijzonder te behandelen, het te hebben over de laatste boeken en films die ons interesseren, over kleding te praten (vrouwen zijn principieel, altijd en overal geïnteresseerd in kleding) de toestand in de wereld te bespreken en tussendoor enorm te genieten van het eten en de mensen om ons heen. We hakken onze gesprekken in stukjes en rijgen die kralen opnieuw aaneen tot een bont snoer. Deze avondjes zijn mij vreselijk dierbaar en ik heb inmiddels een aantal vrouwen met wie ik in wisselende samenstelling uit eten ga… een geliefde bezigheid…

Het komt voor dat ik na zo’n avond de kralen opnieuw rangschik en vervolgens – de gesprekken overpeinzend – tot nieuwe inzichten kom. Dáár zijn die avondjes goed voor, dat u niet denkt dat wij ze in ledigheid doorbrengen dus.
Het ging dus ook over taal: één van de dames merkte op dat ze zich de afgelopen tijd eens in het Russisch verdiept had. Wij, de andere vriendin en ik, waren niet verbaasd, tuurlijk, Russisch, waarom ook niet…

“Een zeer zingbare taal”, merkte ik op, wetend van de prachtige liederen die in het Russisch geschreven zijn en hoe bedreven de Russen zijn in melancholie (ook nog in een paar andere dingen zoals het achterover tikken van veel te veel wodka en homo’s discrimineren, maar daar gaat het nou effe niet over, onze gesprekken gaan soms ook over politiek, maar zijn niet altijd politiek correct).

“Mmm”, bromde de vriendin in kwestie, “en als je een paar woorden gaat herkennen die ze vaak gebruiken, dan krijgt zo’n zin algauw structuur en het herkennen van structuur in een taal is een eerste stap naar verstaan…”

“Kennen we eigenlijk Russische woorden?” vroeg de andere vriendin.
Wij aan het opsommen: pravda, waarheid, industrie (ja echt: hetzelfde woord!), da en njet en nasdrovje, proost… Dan houdt het gauw op…
“En kak”, zei ik en ineens was er een heel beeld in mijn hoofd…
Verbijstering was mijn deel… ‘kak’???

Ik stak mijn vork maar eens schooljuffouwenachtig in de lucht, “kak betekent hoe”, zei ik. En ik heb een vreselijk leuk voorbeeld van hoe ik dat weet.

’s Werelds mooiste bariton, zowel naar stem als naar manlijkheid geoordeeld heeft een beeldschoon lied ‘Kak Molody Mi Byli’ wat zoveel betekent als ‘Hoe jong wij waren’ of, ‘Wat waren we jong’.

Ik laad hieronder het filmpje op met de versie zoals die te zien was tijdens Zomergasten met Marc-Marie Huijbregts, dan kunt u nog even zien en horen hoe Jelle Brandt Corstius volkomen uit de bocht vliegt met een statement over de beroemdheid van Marco Bakker versus die van Hvorostovsky en u kunt horen wat Marc Marie ervan vindt.

Ik deel mening van de Marc-Marie: Hvorostovsky is van een andere orde dan onze nationale combinatie van ramp- en knuffelbariton.

Kijk hoe weinig H. doet met zijn lijf, de maximale intentie zit in zijn ogen, hij weet precies, maar dan ook precies hoe een zaal te bespelen en dat heeft niks met zijn zangtechniek te maken (die ik hier al eens roemde), maar alles met talent en een haarscherpe intuïtie. Hij bewandelt met verve en op zijn gemak de uiterst smalle richel die er ligt tussen emotionele geladenheid en effectbejag, tussen ontroeren en goedkoop scoren en hij weet in een taal die velen van ons vreemd is, direct door te dringen tot je hart. Het zit ‘m in doseren en dat had deze dondersteen al heel jong door, dat kan niet anders: werkelijk alle filmpjes die je van hem bekijkt doseert hij zijn pijlen uiterst precies en ik heb hem er nergens op kunnen betrappen te veel te doen…

Ik ben iedere keer dat ik Hvorostovsky hoor en zie verloren; die man tovert met mijn ziel… en hij weet het… Zie hoe hij aan het einde, in het slotaccoord bijna duvels lacht: weer heeft hij een zaal in de tang!

Marc-Marie legt het na het lied nog even uit, als u even blijft hangen kunt u dat nog even meepikken.
En ik? Ik heb nagenietend van een mooie avond nog een keer en nog een keer geluisterd en gekeken (niks menselijks is mij vreemd) naar deze mooie bariton. En de volgende ochtend de vriendinnen het linkje van deze opname toegestuurd als dank voor een prachtige avond.

Dromen van een midzomernacht… in februari

Veel te kiezen vandaag, 1 februari. In 1874 werd Hugo von Hofmannsthal geboren, in 1893 was de première van Puccini’s Manon Lescaut en precies drie jaar later de première van zijn ‘La Bohème’. In 1918 ging een mij volstrekt onbekende operette van Franz Lehar in première ‘Wo die Lerche singt’. Foei dat ik dat niet wist… wie er wel wat van weet mag het zeggen.

En een grote sopraan werd op 1 februari 1922 geboren: Renata Tebaldi. Die ga ik nog eens voor u uitzoeken, maar niet nu. Ik heb namelijk iets gevonden waar mijn winterdipje wat van weggaat. Waar ik altijd erg vrolijk van word en dus hopelijk u ook…. De première van Felix Mendelssohn Bartholdy’s ‘Ein Sommernachtstraum’, oftewel in het Engels ‘A Midsummer Night’s Dream’. Om de een of andere raadselachtige reden is het stuk bekender geworden onder de Engelse naam, zal wel met Shakespeare te maken hebben, wiens teksten gebruikt werden. Lees meer, misschien kom ik er in de loop van dit stukkie ook nog achter….

Hoe moet je Mendelssohn’s ‘A Midsummer Night’s Dream’ classificeren? Een komische opera, een Singspiel? Je zou het zelfs kunnen verdedigen het een musical te noemen. Mendelsohn componeerde door ongeveer heel zijn leven stukken voor de opera. De ouverture al toen hij nog maar net zeventien was. In 1842, een paar jaar voor zijn dood de laatste stukken, om het echt als een soort van opera op te kunnen voeren. Die stukken voegde hij als het ware in de al bestaande ouverture…. Het is dus eigenlijk een concert-ouverture. Een merkwaardige manier om een werk tot stand te brengen, eigenlijk een beetje achterstevoren. Bij die laatste ingevoegde stukken hoorde ook de Bruiloftsmars (wereldberoemd geworden; misschien nog wel vaker gebruikt als het temerige stukkie bruidskoor uit Wagner’s ‘Lohengrin’).

Nog maar even over die wat merkwaardige constructie. Hoewel het een romantisch stuk is qua sfeer, zitten er veel klassieke elementen in: het is een beetje een sonate-vorm en tamelijk regelmatig van opzet. Mendelssohn was overigens goed in het gebruik van ‘orkest-effecten’ ook iets tamelijk nieuws voor zijn tijd. In het begin doet hij net alsof er ‘feeën-voetjes’ stampen en je kunt ook ergens bijna de wind horen waaien doordat hij iets merkwaardigs met de akkoorden doet.

Die ouverture (die dus nog niet het uiteindelijke stuk was…) ging in première op 20 februari 1827 onder de stok van Carl Loewe. De Britse première werd door Mendelssohn zelf gedirigeerd in 1829.

Ruim zestien jaar hierna was de ingevoegde muziek klaar en ten tijde van die première was Mendelssohn inmiddels een leidende figuur in het muziekleven van Leipzig en had de koning van Pruisen om de muziek gevraagd. Hij had muziek van Mendelssohn gehoord, geschreven bij een uitvoering van Sophocles’ ‘Antigone’ en hij wilde meer… Nou dat heeft hij gekregen.

De eerste acte is zonder zang. Het Scherzo fungeert als overgang naar de tweede acte, en die begint met een stukje gesproken tekst over de muziek heen. De opkomst van Oberon wordt begeleid door een feeënmars en dan komt een en ander echt op gang met het stuk voor sopraan en koor ‘Bunte Schlangen, zweigezüngt’.

Die wereldberoemde Bruidsmars is het intermezzo tussen de vierde en vijfde acte. Dat woord acte suggereert opera en het lijkt ook dat het een lang stuk is, maar het geheel duurt nog geen uur.

Ik word er altijd erg vrolijk van, zoals in het begin van dit stukkie al gezegd. En nu de winter uiteindelijk besluit tot een eerste echte aanval en daardoor de lente ver weg lijkt heb ik behoefte aan lichtvoetigheid. Idealiter zet je de zonnebank aan en op de boxen deze Midzomernachtsdroom. Wel uitkijken, want als je de volle 56 minuten die het stuk duurt onder die zonnebank blijft liggen ben je geroosterd denk ik…

Bij het zoeken naar een filmpje stuitte ik op keuze-problemen. Ik wil graag iets vocaals laten horen en zien, maar er is weinig goed bewegend beeld. Dame Judy Dench begon haar carrière zowat met ‘A Midsummer Nights Dream’ in 1968, en pikte het 42 jaar later weer op. Die stem heeft iets heel speciaals, maar ze zingt niet…

Nou dan maar twee filmpjes opgeladen: eentje met foto’s van Dame Dench en de muziek en eentje met de ouverture gedirigeerd door een bijzondere dirigent (zonder stok!): Kurt Masur. Geweldig hoe zijn orkest op zijn minimale aanwijzingen heel precies reageert. Veel beter kun je het niet spelen, dit stuk, dunkt mij.

Judy Dench is op YouTube ook te vinden in de hele film! Het regent dat het giet buiten, dus daar kunt u zich mooi onledig mee houden op deze druilerige zaterdag!