De Schepping en de belangrijkste bijzaak ter wereld

Allereerst: er staat weer een nieuwe podcast klaar om beluisterd te worden! Zie de grote icoon hiernaast!

Wat hadden we een heerlijke tijd in Bad Kissingen. Ik was er met Musico van 19 tot 23 juni, ter gelegenheid van de Kissinger Sommer. Heerlijk tuttelstadje: een enorm Kurort, prachtige tuinen, geen papiersnipper op de grond te bekennen. Palmbomen (echt!) bananenplanten, strandstoelen waar je gewoon op mocht gaan zitten en die niet vernield werden. Heilzaam water (dat overigens vies smaakte….) zomaar uit de muur. En overal bulkte de muziek je tegemoet. Het orkest in het Kurhaus speelt 15 concerten per week: u leest het goed: 15 per week! Bij mooi weer kan het podium naar buiten gedraaid worden en geniet iedereen die in het park rondloopt van de opgewekte klanken van een goed spelend salon-orkest,

De grote klassieke muziek-namen komen er in een maand tijd allemaal langs. Wij hadden het Orkest van de Bayerische Rundfunk, het Symfonie-orkest uit Luzern en Praag en een prachtig recital van veelbelovend talent, sopraan Anna Prohaska. We hebben er intens van genoten en hoewel het hard werken is voor een reisleider heb ik mijn hart opgehaald en kreeg ik alleen maar meer energie. ‘s Morgens om 5 uur zongen de vogels me wakker en draaide ik me glimlachend in bed nog eens om en sliep mijn Kurort-slaap tot ik om half acht uit bed sprong.

Curieus detail: na de uitvoering van Die Schöpfung was er ovationeel applaus. De Duitsers zijn volgens mij niet van het opstaan tijdens het slotapplaus. Ze blijven zitten, maar ze houden wel vol. De langste tijd op mijn horloge was negen minuten klappen; mijn handen waren knalrood…. Heerlijk publiek! De intendant van het festival, een dame met de ene dag een nog wanstaltiger hoedje dan de andere stiefelde – ook niet meer jong – het podium op. Ze greep de microfoon en voegde ons in onvervalst zuid-Duits toe: ‘als u wil mag u zo dadelijk rustig verder klappen, hoor, maar ik wilde maar even vertellen dat Duitsland- Ghana op 2-2 staat, dan hoeft u niet naar huis te rennen om de tv aan te zetten…”.
Er sloeg een golf van lach door de zaal en iedereen klapte bedaard verder…. De solisten zijn nog twee keer terug gekomen om te buigen. Andermaal werd bevestigd: voetbal is de belangrijkste bijzaak ter wereld. Geweldig!

Mooie gelegenheid om u kort iets te vertellen over Die Schöpfung.
‘Hier is het begin der boeken, begin in het begin.’ Zo luidde het advies van Bartheleman met de bijbel in de hand, toen Haydn hem om advies vroeg voor een groots en meeslepend werk.

Het originele manuscript is sinds 1803 verdwenen. Een in Wenen gepubliceerde versie dateert van 1800 en deze partituur vormt tegenwoordig de basis van de meeste uitvoeringen.

Het componeren van Die Schöpfung was voor Haydn een diep gevoelde daad van geloof. Hij schrijft ergens: “Ik was nimmer zo devoot als tijdens het werk aan De Schepping. Ik viel elke dag op mijn knieën en bad tot God om me de kracht te geven het werk te voltooien.”

Die Schöpfung is geschreven voor drie zangsolisten (sopraan, tenor en bas), vierstemmig koor en een groot, laat-klassiek orkest. Tijdens de recitatieven wordt ook een klavecimbel of fortepiano gebruikt.
De drie zangsolisten vertegenwoordigen de drie aartsengelen, die over de eerste zes scheppingsdagen vertellen en deze becommentariëren: Gabriël, Uriël en Rafaël.

In het derde deel verschijnen ook Adam en Eva ten tonele. Ze zingen een heel zoet duet dat getuigt van hun liefde. Grenzeloos naïef, maar o zo prachtig gecomponeerd.

In de link een opname van het prachtige duet ‘Holde Gattin’. Heel zoet allemaal en erg onge-emancipeerd … maar wel heel schattig…. De hele Schöpfung is trouwens ook te vinden onder leiding van Bernard Haitink. Allemaal prachtig. Ik hoorde het in het theater allemaal aan en dacht…. ‘Was het leven maar zo ongecompliceerd’…

Musik sonnenklar zeichnen

U vindt mijn stukkie van deze week wat later dan u van me gewend bent en dat heeft uiteraard een reden…. We waren een weekje uitwaaien in de bergen in Tirol. Daar is geen computer, geen wifi en dus geen social media. Gevolg: wachten tot je weer thuis bent met je volgende schrijfsel.

Onze wandelingen leidden tot een aantal conclusies: ga niet een lange wandeling met veel stijgen in de zon (bij 30 graden plus) maken als je geen conditie hebt. Dankzij veel vriendelijke mensen liep het goed af met mijn broer.
Het bier in Tirol is het lekkerste en het meest welverdiende ter wereld. De mensen onveranderd vriendelijk, het eten lekker. Nergens ter wereld lukt het mij de dagelijkse beslommeringen van me af te zetten, behalve in Tirol…

En, de conclusie die leidde tot dit stukkie: De Tiroler Tageszeitung is van een veel betere kwaliteit dan je van een regionale krant zou verwachten. Ik bladerde er doorheen op een late namiddag terwijl de anderen nog het zweet en zand van de wandeling van zich af aan het douchen waren.

Mijn oog viel op een interessante foto: was dat niet?? Ja, het was: Matthias Goerne, één hand aan de vleugel en achter hem een prachtige projectie. De titel van de recensie: ‘Musik sonnenklar zeichnen’ (wie ooit beweerd heeft dat Duits geen mooie taal is moet op zijn donder hebben).

Het bleek een van de hoogtepunten van de Wiener Festwoche te zijn geweest: de avond waarop Goerne (met aan de vleugel Markus Hinterhäuser) Schubert’s Winterreise gezongen heeft met op de achtergrond projecties – eigenlijk ultrakorte filmpjes – van William Kentridge (mooi Duits: “Schuberts Winterreise, bebildert von William Kentridge”).

U kunt er trouwens naartoe als u wil: op 26 juni 2014 gaat deze prachtige ‘voorstelling’ in het Muziekgebouw aan het IJ in Amsterdam.

Ik speurde op YouTube naar opnames en vond een filmpje van een lezing van William Kentridge. Als u geduld hebt kunt u het hele filmpje afkijken; u kunt ook doorscrollen naar 19min.10, alwaar Goerne begint met het zingen van ‘Der Lindenbaum’ (een van de Winterreise-liederen). Kijk en luister hoe Schubert’s muziek zich prachtig laat verenigen met hedendaagse kunst.

Het enige, piepkleine nadeeltje is, dat u hier Goerne alleen hoort en niet ziet. Het is geen schoonheid de man; maar die ogen…. Affijn, mag u zelf weer naar hartenlust surfen op YouTube… of ga naar Amsterdam op 26 juni.

Sopranennijd

Ik heb een nieuwe podcast voor u klaargezet. Aflevering 151. Zie de grote icooon hiernaast.

Oei, oei, oei…. stront aan de knikker op 7 juni in 1727… Twee sopranen raken met elkaar slaags op het podium tijdens een uitvoering van de opera Astianatte van Giovanni Bononcini. En dat bedoel ik dan niet overdrachtelijk hè… Ik bedoel dus echt knokken, krijsen, haren uittrekken en meppen en dat soort dingen. Ik ben wel eens getuige geweest van een clash tussen twee tienermeiden in een tram in Amsterdam. De trambestuurder reageerde koelbloedig: hij keek in zijn achteruitkijkspiegel, peilde haarfijn het moment waarop hij de deuren in het midden van de tram opende en de twee meiden rolden naar buiten….elkaar aan de haren vasthoudend. Ik – provinciaaltje – keek stomverbaasd toe, zoveel agressie en de uiting daarvan kon ik me niet voorstellen. Niet dat ik niet een bitch kan zijn hoor, maar ik ben niet gewend dat op die manier te uiten….

Toch moet het ongeveer zo gegaan zijn daar in King’s Theatre, Haymarket. En niet alleen de twee dames, Faustina Bordoni en Francesca Cuzzoni raakten slaags, de vonken sloegen ook over naar het publiek, naar de voor- en tegenstanders van beide diva’s. Tel daarbij op dat prinses Caroline van Wales in de zaal zat en je hebt alle ingrediënten voor langdurige beschadiging van beide carrières. Dat gebeurde dan ook.

Het verhaal dat riool-journalist avant la lettre John Arbuthnot erover schreef deed mij schateren van het lachen… Maar er viel uiteindelijk weinig te lachen.
De eerlijkheid gebiedt trouwens: er is ergens een verhaaltje dat zegt dat het vooral het publiek was dat zich slecht gedroeg, maar dan is er van onze sensatieverhaal weinig meer over dus dat lezen we maar even niet. Tenslotte werd er toen en wordt er nu nog steeds op die manier journalistiek bedreven: alles voor een sappig verhaal.

De carrière van Faustina Bordoni leed weinig onder deze ruzie, die van Cuzzoni des te meer: ze stierf in armoe, in 1778, werd ondertussen ook nog een keer gearresteerd omdat ze schulden niet betaald had en werd er kort van verdacht haar man te hebben vergiftigd. Ze moest in haar schamele levensonderhoud voorzien door knopen te maken.

Bordoni leefde langer en kwam tot tamelijke welstand, ze trouwde met Duitse componist Johann Adolf Hasse en wordt beschreven als levendig en nog steeds mooi, vlak voordat ze sterft in 1781

Het lijkt er bijna op dat Wolfgang Amadeus Mozart geïnspireerd is geweest door dit voorval of de verhalen erover, want hij schreef een briljant triootje voor twee sopranen en tenor in zijn ’Der Schauspieldirektor’, getiteld ‘Ich bin die erste Sängerin’. Overigens is ‘sopranennijd’ van alle tijden… ik heb er ook wel eens last van gehad; de meesten van mijn collega’s kunnen het goed met elkaar vinden, maar ook in onze tijd is die rivaliteit er nog. Ik noem alleen de namen van Callas en Tebaldi, want dat is een bekend verhaal. Van de overigen zou ik het niet durven namen te noemen… Stel je voor…

Goed, dat triootje in Der Schauspieldirektor dus: even briljant als moeilijk, want hoog en wendbaar en buitengewoon agressief: als je niet uitkijkt verschreeuw je je eraan. Ik heb het ooit gezongen en was toen heel erg blij dat een en ander een terts lager gezet werd. De tweede sopraan zong al een tijdje jazz en ‘haalde’ de hoogte niet meer en – alweer eerlijk – ik zou met de rol van de eerste sopraan grote problemen gehad hebben in de oorspronkelijke toonsoort… een f-3 zit er bij mij niet op.
Het was weer best lastig bewegend beeld te krijgen. Er wordt uitstekend gezongen door allerlei diva’s maar juist in dit triootje is het zo leuk er beeld bij te hebben. Uiteindelijk gekozen voor een concertante uitvoering. Uitstekend gezongen en vaardig begeleid en je hoort aan het begin al de voorpret in de zaal.

De ‘tweede sopraan’ houdt een beetje vreemd haar bovenlip over haar tanden heen, laat het los, denk ik dan…. De dirigent, lieverd Colin Davis, acteert lekker mee, of misschien meent hij het wel… ‘die sopranen ook altijd…’.
Let bij de beider solo’s op de schoonheid van de melodie die Mozart zo even kwansuis uit de mouw schudt. En die arme tenor, klem tussen twee van die schreeuwlelijken.
Het einde zou ik anders gedaan hebben, maar ik heb genoten.