Eva Maria Westbroek op het witte doek

Een dag eerder dan u van me gewend bent: omdat vanavond in de bioscopen de film vertoond van de opera Andrea Chenier vandaag al een stukkie over Eva Maria Westbroek.

Al eens eerder had ik het hier over de mogelijkheid een opera te gaan zien in een bioscoop. Vooral The Met in New York timmert aan de weg met dat concept. Voorlopig alleen met als resultaat dat het zaalbezoek in 2013 dramatisch terugliep… tsja…
Het concept werkt, een collega ging en kwam met enthousiaste verhalen terug. Een vriendin ging en was al even blij. Het is er voor mij nog niet van gekomen. Inmiddels zit ik regelmatig in zalen met ‘the real thing’ hetgeen altijd nog vele malen leuker is dan van een filmscherm. Dat live erbij zijn is een bijzonder soort ‘bijvangst’ van mijn Musico-reizen. Wil je voor je gasten de opera of het concert voor- en nabespreken dan moet je bij de voorstelling zitten. Jippie! Je hoort mij niet klagen.

Er stond in het NRC van 22 januari jl. een leuk interview met Eva Maria Westbroek: onze stersopraan in het buitenland. Zoals zovele echt goeie Nederlandse zangers zingt ook zij vooral in verre buitenlanden en praat daarover met het gemak van iemand die gewend is te reizen. In haar geval heeft ze heel vaak twee zaken bij zich, waardoor ze minder heimwee lijkt te hebben dan normaal: haar man en haar hond (volgorde willekeurig trouwens…)

Eva Maria staat deze maand in London, in het Royal Opera House in de rol van Maddalena uit Andrea Chenier. En die opera wordt op zijn beurt weer in een aantal Nederlandse filmtheaters vertoond. Ga als u kunt. Westbroek treedt weinig op in Nederland en zo ‘vangt’ u haar toch nog een keer en kost het bovendien geen godsvermogen om haar te zien en horen, maar ‘slechts’ de prijs van een bioscoopkaartje. Soms krijgt u er nog een glaasje van het een of ander bij ook.

Andrea Chenier is niet zo’n heel bekende opera, met wel een heel bekende aria: ‘La mamma morta’. Ooit de film Philadelphia gezien? Daar speelt Tom Hanks een door aids bijna geveld advocaat die met een zak vocht aan een standaard door het huis scharrelt en in die bewuste scène zingt Maria Callas ‘La mamma morta’. Ik ben geen Callas-fan, maar ik kan de scène twintig keer zien en twintig keer hou ik het niet droog. De wanhoop van Hanks en de wanhoop in de aria komen samen in dat prachtige stukje film. Recht naar je hart gaat het, vooral als je onvoorbereid bent…

Hieronder het filmpje van die scène… leg maar alvast zakdoeken klaar. Tom Hanks legt nog mooi even – ziek en wel – de aria uit… ik had het niet beter gekund.

Ik vond van de aria geen bewegend beeld met Westbroek, maar laad toch maar het itempie op vanuit YouTube. Prachtig gezongen… jammer dat ze weinig in Nederland is, maar eigenlijk ook maar goed: de operaspoeling is hier dun en alleen in verre buitenlanden kan ze haar talent optimaal benutten.

Winterreis

Prachtig en spannend initiatief met Franz Schubert’s Winterreise. Een artikel in De Volkskrant trok mijn aandacht. Een paar jaar geleden toen ik nog solo-zong en de Liederkreis van Schumann weer eens zong bedacht ik ook: je zou er iets theatraals mee moeten doen, met zo’n cyclus. De liederen vragen soms om net dat kleine duwtje in de rug waardoor toehoorders er net iets dieper in komen te zitten en net iets meer meekrijgen van de emoties die er achter Lied zitten. Soms lijkt opera, met zijn grote witkwasten-werk het patent te hebben op grote emoties, maar wie iets verder kijkt en luistert dan zijn neus lang is merkt dat juist Lied verschrikkelijk veel diepgang heeft en soms zoveel leed herbergt dat het je de keel dichtsnoert; wat dan wel weer vervelend is als je het Lied in kwestie moet zingen met dichtgesnoerde keel. Het heeft me wel eens overvallen, ineens je realiseren wat er achter sommige zinsnedes en noten zou kunnen zitten en ineens terwijl je zingt tot een soort besef van leed komen. Je moet er erg mee uitkijken als zanger: het eerste wat het begeeft bij grote emotie is je stem. Mijn hoofdvakdocent zei altijd (nooit gedacht dat ik hem in deze stukkies zo veel zou citeren): ‘ altijd de motor koel houden’.

Bariton Georg Nigl durfde het aan: uit zijn comfortzone stappen en proberen, samen met een regisseur en nog een aantal andere muzikanten die niet voor een kleintje vervaard zijn, de Winterreise op een theatrale manier aanpakken.

Te oordelen naar de commentaren uit De Volkskrant is het ze gelukt, de krant speekt van een ‘wonderlijke, indringende ervaring’. Nou is de Winterreise pur sang al een wonderlijke, indringende ervaring, daarom hier een beetje over de geschiedenis van deze ‘laatste zangersreis’.
Winterreise neemt een centrale plaats binnen de composities van Schubert. De eerste twaalf liederen werden voltooid in februari 1827, de tweede twaalf in oktober van dat jaar. De teksten waren van Wilhelm Müller. Het lijkt een simpel verhaal: jongeman wordt afgewezen in de liefde en gaat op reis, op zoek naar zichzelf. Maar gaandeweg de cyclus wordt de toon droeviger, uitzichtlozer, eenzamer, geïsoleerder. In het laatste lied ontmoet de hoofdpersoon de Leiermann, de speelman met de draailier, een verpersoonlijking van de dood. Het verhaal gaat dat toen Schubert de liederen voor het eerst liet horen aan vrienden, men verbijsterd was over zoveel leed en helemaal niet enthousiast.

Op internet zijn mooie stukkies te vinden die wetenschappelijke praat loslaten op de cyclus. Lezenswaardig, maar vooral luisteren en uw hart openzetten lijkt me u dichter bij Schubert brengen dan ‘hinein-geïnterpretiert’ wetenschappelijk gedoe… Dit uit de mond van een typische uitvoerder trouwens, voor wat het waard is…

Er is nogal eens geëxperimenteerd met de Winterreise, met wisselend succes. In 1993 maakte Hans Zender een versie voor tenor en klein orkest. De dove acteur Horst Dittrich vertaalde de tekst van de liedcyclus in 2007 in gebarentaal. Bariton Rupert Bergmann zong en Dittrich ‘vertaalde’ in gebarentaal, moet inderdaad een intrigerende happening geweest zijn. Ik heb me eens kort verdiept in gebarentaal en schrok van de intensiteit ervan. Dove mensen verspillen weinig energie aan tact, met soms hilarische en soms schokkende gevolgen. Vaak effe wennen voor horenden…
Jan Rot maakte een lang niet onverdienstelijke ‘hertaling’ in het Nederlands van de liederen.

Ik heb voor u gezocht, maar vindt geen speellijst meer van voorstellingen die u nog zou halen: 22 januari stonden ze in Aix en Provence en vandaag (24 januari) staan ze in Grenoble. Pfoe, zware tijden voor een stem in de winter…
Hopelijk hernemen ze de voorstelling nog eens.

In het filmpje een korte teaser van deze intrigerende voorstelling.

PS: heb ik net een onderwerp gevonden voor dit stukkie én het geschreven, staat in De Volkskrant een mooi interview met sopraan Eva Maria Westbroek. Een stukkie daarover houdt u tegoed!

Curaçao

Er staat weer een nieuwe podcast op! Zie de grote icoon hiernaast!

U miste mij gisteren (toch?); ik was er even niet. Ik had gedacht nog wel tijd voor een stukkie te hebben, maar kwam ziek, zwak en misselijk uit een vliegtuig uit Curaçao. Dat lag niet aan het vliegtuig, want ik ging er ook ziek, zwak en misselijk in… Het lag ook niet aan Curaçao, want we hadden een fantastische week; waar het wel aan lag zal wel een raadsel blijven. Zulke ‘Kreislaufkollapsen’, zoals de Duitsers al die aanvallen noemen die ze niet meteen kunnen duiden als een ziekte, zijn meestal een combinatie van factoren; kortom je komt er nooit meer achter wat er nou gebeurde waardoor je steeds denkt dat je zo dadelijk gaat braken, terwijl er niks in je maag zit, dat je gruwt van etensgeuren en dat het heel, héél moeilijk is acht uur lang op een vierkante meter rechtop te zitten, terwijl je alleen maar wil liggen…

Maar goed we zijn er weer, en nog maar een beetje van streek over een lijf dat je even in de steek laat, terwijl je er altijd op kon vertrouwen…
Zoals gezegd: het was een prachtige week, maar ik heb u niks vocaal klassieks te melden. Mozart, Puccini en Verdi, ze zitten in mijn hart en ik neem ze overal mee naartoe en dus is er altijd muziek.

Curaçao is vooral van de kleur, van de zon, van de aardige mensen, van de prachtige stranden, van het heerlijke eten. In de voortuin (nou ja, voortuin: een strookje grond tussen ons bungalowtje en het voetpad naar de andere bungalows) speelden ’s middags – als de zon erop stond – de leguanen (ja echt!). ’s Morgens om stipt kwart over zes meldde de oranje Troepiaal zich. Da’s een oranje variant van onze ekster, die wél kan zingen en verdomd luid ook… Hij was altijd tegelijk met de zon en er mede de oorzaak van dat we tamelijk vroeg op waren voor ons doen. Overigens sliepen we ook op tijd, om half tien vielen ons de ogen dicht, vermoeid als we waren van weer een dag buiten, met zon, zand, Willemstad en lekker eten.

Er was dus wel muziek op Curaçao: de Caribische Spotlijster (daar de Chubichubi genoemd) kan een perfecte kwart zingen, wist u dat? Vocalies heeft het zelf geconstateerd en kon hem nafluiten, de vogel schudde zijn verenkopje en vloog weg, ‘wat een aanmatigend gedrag’ moet hij gedacht hebben. Hij heeft namelijk nog meer tamelijk Westerse samenklanken op zijn repertoire en hij kan schreeuwen als een hese ekster, dat ook…. De twee in de boom bij onze bungalow waren de hele dag bezig elkaar uit de boom te jagen om vervolgens goedmoedig te proberen de ander weer dichterbij te krijgen, ze leken net mensen…

En dan waren er het Suikerdiefje, de prachtige, groene en ijverige kolibrietjes, die systematisch de struiken vlak vóór ons terras afwerkte en dan zo snel verdween dat het net was alsof er een groot insect langsvloog en de schetterige, kleurige parkieten…

En zoek nou maar eens filmpje bij zo’n stukkie, pfoe… Uiteindelijk, na lang zoeken een korte opname van de Chubichubi (met dank aan Adi Martis), weliswaar van Aruba, maar een kniesoor die daarom maalt…

Volgende week weer een ‘gewoon’ stukkie over vocale klassieke muziek.

Koren, koren en nog eens koren

Over dit initiatief moet ik u wat vertellen hoor!

Afgelopen week – donderdag 8 januari – van start gegaan: op Cultuurzender Brava: een wekelijks koorprogramma en een website die eraan gekoppeld is.

Er komen dit jaar onder meer opnamen van het Monteverdi Kamerkoor, het Nederlands Kamerkoor en het Ribattuta Ensemble. Voorlopig du iedere donderdag om 18.30 uur, met een herhaling op zondag rond 09.30 uur.
Uit hun persbericht:
Volgens programmadirecteur Rob Overman van Brava verdiende koormuziek na jaren van afwezigheid weer een landelijk programma op de Nederlandse televisie. Overman: “Zingen is Nederlands grootste passie. Ons kleine land kent talloze koren die op hoog niveau de mooiste muziek ten gehore brengen. ‘Nederland vol koren’ gaat daar ruim aandacht aan besteden.”

Wilt u met uw koor ook in de uitzending? Laat dan een concertregistratie maken door de producent van brava. Niet alleen is uw koor dan te zien op landelijke televisie, het levert u ook interessante extra’s op zoals dvd’s en ander hoogwaardig pr-materiaal. Meer informatie over de kosten, het traject, achtergronden bij de afleveringen en een aantal prachtige showcases zijn te vinden op de website.

Van zulke initiatieven word ik blij. Ze hebben het begrepen bij Brava. Zo gaan er meer mensen kijken en komt koorzang hopelijk weer wat meer in de belangstelling. Ik zie grote vergrijzing optreden de laatste jaren en mannen zo ver krijgen dat ze bij een koor gaan zingen is al helemaal moeilijk. Zingen in een koor is niet stoer geloof ik… Trwijl het een van de leukste dingen is die je met klassieke muziek kunt doen, zingen…

Affijn: kijken dus en vervolgens gauw een koor bij u in de buurt zoeken en gaan zingen.

In het filmpje een stukje uit de opname van het Monteverdi kamerkoor, ‘Death on the Hills’ van Edward Elgar. Geen vrolijk repertoire… Spatzuiver, ik zie veel grijze hoofden (niks mee mis, is het mijne ook…), maar ook jonge mensen en wat me frappeert: het mengt goed, ik hoor geen ‘wilde’ zangers overheersen. Men hangt aan de handen van de dirigent; blijkbaar heeft hij wat te vertellen…. Mooi gezongen mannenpartijen! Een beetje keurig allemaal, dat wel, maar ik zeur, foei Vocalies…

Een eigen geluid

Vrolijk welkom in 2015! Ik wens u veel gezondheid en geluk. Die twee begrippen betekenen trouwens bijna hetzelfde… Er staat weer een nieuwe podcast klaar, zie hiernaast; we doen dit jaar gewoon verder, zouden onze zuiderburen zeggen…

In het oude jaar, dat ineens heel ver weg lijkt, verloren we op de valreep nog een paar stemmen met een wel heel eigen geluid. Udo Jürgens en Joe Cocker. Ach kom, u gaat me toch niet vertellen… Ach nee… u kent ze wél… Jawel, doe uw ogen dicht en denk aan een eigen geluid…. Begint het al een beetje te dagen?

Het waren geen klassieke zangers, niet qua repertoire en niet in de overdrachtelijke zin van het woord. Overdrachtelijk kwam Jürgens daar nog het dichtste bij, hij heeft tot op hoge leeftijd nog datzelfde typisch, mooi Duits gezongen en het klonk niet oud. Van Cocker was ik altijd verbaasd dat zijn stem überhaupt het einde van het nummer haalde. Toch is ook hij zeventig geworden, al moet daar vanwege drank, drugs en wat dies meer aan verboden genot zij minstens tien jaar bij, en bleef ook hij tot vlak voor het einde zingen, longkanker of niet…

Van de dood van Udo Jürgens was heel Duitsland van slag. Dus hij kwam langs, jong en stralend – het was een mooie man – en op latere leeftijd, mild en nog steeds een mooie man… Joe Cocker kwam langs in de vooraf opgenomen finale van de ‘Top 2000 a go go’ een fenomeen waar ik ieder jaar weer gulzig naar kijk, maar dit jaar weinig van meekreeg. Ik orienteer me graag breed moet u weten en ik leer veel van dit programma… Ik keek glimlachend opzij naar mijn echtgenoot – hij was een Cocker adept – en we kregen beiden even kippenvel.

Raar, bedacht ik later, dat kippenvel. Wat is dat toch dat een stem regelrecht naar je hart gaat, en voor lichamelijke reacties kan zorgen (en dat is lang niet altijd alleen kippenvel, kan ik u in alle beschaving vertellen…)? Ik ben in mijn podcast-uitzendingen ook altijd op zoek naar stemmen met een eigen geluid, een eigen karakter en pop en klassiek hebben met elkaar gemeen dat het moeilijk is ze te vinden.

Laten we eens rondkijken in het popcircuit en laten we dat dan breed bekijken. De beste zanger aller tijden (tenminste volgens Mathijs van Nieuwkerk) Charles Aznavour, je haalt zijn geluid uit duizenden – staat natuurlijk bovenaan. Frank Sinatra, Maarten van Roozendaal (u merkt dat ik niet aan enige logica of volgorde doe, dat kan bij zo’n intuïtief onderwerp ook niet), Jacques Brel, Joe Cocker (dus), Paul McCartney, die ene zanger van Spandau Ballet, kom, hoe heet-ie, lang leve Google: Tony Hadley. Het rijtje is volstrekt willekeurig en niet compleet.

Bij de dames? Je kan van Celine Dyon vinden wat je wil, maar als zij haar kweek openzet haal ik haar feilloos uit allerlei ander ‘beltend’ ongeregeld. Barbra Streisand, onze eigen Wende Snijders, oma Bassey, Mercedes Sosa, Dulce Pontes… Ik merk dat als ik op dreef ben, ik nog een aardig endje kom, voor iemand die niet ‘into popmusic’ is.

Joe Cocker ga ik u niet aandoen, ik hou geen lezers over (van de vier die ik heb…).

In het filmpje Udo Jürgens met een hit uit de tachtiger jaren ‘Gib mir deine Angst’. Ik wist niet dat André Hazes het nummer vertaald heeft (nou ja vertaald…), op de een of andere manier is het in Jürgens’ prachtige Duits sterker, échter, authentieker. En de jengelende gitaren en het zoetsappige achtergrondkoortje en het feit dat hij waarschijnlijk met een band meezingt (met de microfoon uit): u neemt het er allemaal maar bij.

Ik hoor graag wat uw namen zijn voor een eigen geluid. Ik wens u veel eigen geluid toe in 2015, in alle zinnen des woords, dan valt er veel te genieten.