De hele maand september en het eerste stukje van oktober kunt u genieten van Madama Butterfly. De Nederlandse Reisopera begint op 3 september in Enschede met deze voorstelling en eindigt op 10 oktober in Theater Carré in Amsterdam. Zware tijden voor de solistencast, want het is geen sinecure deze opera, hij gaat – als je het goed doet – door merg en been en vooral de hoofdrol is een loeizware.
In Nederland is ze niet zo bekend, titelrolzangeres Annemarie Kremers, in het buitenland des te meer. Dat lijkt in Nederland nou eenmaal regel: Deutekom had er last van, Eva Maria Westbroek heeft er last van en zo kan ik er nog een paar opnoemen… Hoewel, ‘last van’ is ook maar betrekkelijk. Ze lijken in het buitenland te floreren, de zangers die tegenwoordig de bühnes van de grote theaters willen bestormen. Misschien is Nederland te benepen voor grote stemmen. “Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg” kan zich ook tegen je keren…
Hoe dan ook: Kremers lijkt de juiste houding te hebben gevonden voor het vaak zingen van zo’n veeleisende rol. In het korte interview dat ik vind op het internet zegt ze iets heel waars, waar ik op moet kauwen: ‘ik heb een heel sterke kern ontwikkeld; ik denk dat ik daar nu uit put…’ Dat is iets wat me de laatste tijd bezig houdt, nu ik weer veel meer ‘live’-producties zie dan vroeger: hoe doen zangers (en andere muziekmakers) dat toch: een soort knop omzetten, waardoor ze geen last van zenuwen lijken te hebben en hun concentratie zich samenbalt tot maar één ding: deze rol overtuigend neerzetten en er zodanig bij overeind blijven dat ze het morgen weer kunnen… Als je het niet kunt ga je eraan kapot en brand je jezelf op. Ik kon het niet en sinds ik besloot dat ik het dan ook niet meer ging proberen zit ik veel beter in mijn vel… al blijft het af en toe wringen. Uitlaatklep Vocalies-blog, podcasts maken en muziekreizen begeleiden zijn een vervullend alternatief, maar mijn geest blijft cirkelen rond die kernvraag: wat maakt een zanger tot een grote en hoe gaan die met hun energie om? En die vraag is één op één over te zetten op instrumentalisten natuurlijk, dat u niet denkt dat de wereld alleen om zangers draait (al denken ze dat vaak zelf wel…)…
Affijn, de publiciteit zal ongetwijfeld uw kant opkomen, niet alleen via deze bescheiden weg. Ik vertel u kort nog iets over de opera:
De zeer jonge geisha CioCioSan, bijgenaamd Butterfly, ‘trouwt’ met de Amerikaanse marine-officier Pinkerton. Hij verlaat haar na korte tijd en blijft lange, lange jaren weg. Als hij uiteindelijk terugkomt heeft Butterfly een kind van hem en is ze bijna kapot van verlangen naar hem en het leven dat ze samen geleid hebben. Hij echter, heeft zijn Amerikaanse wettige echtgenote bij zich en is alleen gekomen om zijn zoontje op te halen. Butterfly realiseert zich dat haar huwelijk met hem niks voorstelt en besluit te sterven door eigen hand. “Wie niet met eer kan leven moet maar met eer sterven”. Ze ‘geeft’ haar zoontje aan zijn vader en pleegt harakiri.
De opera zit vol met geweldige aria’s en duetten. Persoonlijk vind ik het moment dat ze zich realiseert dat haar huwelijk ongeldig is en het moment dat ze haar kind afgeeft door merg en been gaan. Om dat zonder ziel-schade te zingen moet je een soort afstandsformule hanteren, anders ga je eraan kapot. Maar teveel van die formule en het publiek prikt door de valse facade heen… Moeilijk hoor…
Speellijstje dan maar?
3 en 9 september Enschede (de galapremière is uitverkocht)
12 september Arnhem
15 september Den Bosch
17 september Apeldoorn
19 september Rotterdam
22 september Zwolle
24 september Den Haag
26 september Amstelveen (in kostuum, concertant)
6 oktober Heerlen
8 en 10 oktober Amsterdam
Ik laad het filmpje met de ‘teaser’ voor de opera op. Daarin hoort u een oude opname van ‘Un bel dì vedremo’; de teaser geeft niet veel prijs van de echte muziek van de opera, maar is wel intrigerend en in mooi zwart-wit gemaakt.