Eerst effe: ik zet er weer een nieuwe podcast op vandaag! Zie de grote icoon op de website!
Foei, wat ging het leven er met me vandoor de afgelopen weken. Allemaal leuk hoor, wat er zoal gebeurde: fijne wandeltocht gemaakt met vriendin, druk op het werk, effe op en neer naar jarige zus, gebreid dat het een aard had, naar de bruiloft van zwager, affijn, het leven in het algemeen za’k maar zeggen.
Een van de leukere dingen die gebeurde was dat ik gevraagd werd niet alleen met kerst maar ook met oud en nieuw een reis te begeleiden. Het gaat er van komen: met oud en nieuw zit uw Vocalies in de Scala van Milaan. Waarschijnlijk kun je me op 4 januari opvegen, maar alla, van leven word je moe en daarna lonken de Kaapverdische eilanden.
Een van de leuke bijverschijnselen van al deze drukte is dat u mee kunt genieten van de producties waar ik met de gasten van Musico naar toe mag. Laten we in deze tijd van sprookjes (de Sint en het kind van Bethlehem) daarom maar eens beginnen met Hänsel und Gretl van Engelbert Humperdinck (niet de zanger, de componist, maar dat had u al begrepen).
Humperdinck werd geboren in 1854 in Duitsland. Zijn vader was leraar , zijn moeder dochter van een dirigent en cantor. Hij studeerde muziek aan de Rheinische Musikhochschule in Keulen en werkte daar ook korte tijd. In 1876 verhuisde hij naar München en studeerde en werkte daar verder. Met een gewonnen studiebeurs kon hij in Italië verder studeren.
Hij trok vervolgens zo’n beetje Europa door, was eventjes medewerker van Richard Wagner. Hänsel und Gretl was zijn bekendste werk, het maakte hem financieel onafhankelijk.
Ik hoef u het verhaal niet uit te leggen. Het is een variant op het aloude Hans en Grietje-sprookje dat vooral bij kinderen zeer tot de verbeelding spreekt.
Heerlijke rollen om te zingen, vooral die van de Knusperhexe, want die mag nou eens lekker schel en lelijk (let op: niet vals!) uithalen. Het bekendste stukkie eruit is het gedichtje dat ook mijn kindertijd domineerde. Ik kan het nog uit mijn hoofd opschrijven:
’s Avonds als ik slapen ga, volgen mij veertien engelen na.
twee aan mijn hoofeind, twee aan mijn voeteind,
twee aan mijn linkerzij, twee aan mijn rechterzij,
twee die mij dekken, twee die mij wekken,
twee die mij wijzen naar ’s hemels paradijzen.
Het is een duet tussen Hans en Grietje en het is van een aandoenlijkheid die zelfs de meest verstokte cynicus kan laten smelten (vooropgesteld dat hij/zij erin mee wil gaan natuurlijk).
Hou de website in de gaten, want ik ga al die producties lekker met u voorbespreken, kunt u een beetje meegenieten van de reizen die ik maak.
Ik laad een filmpje op van een concert van André Rieu ergens in Duitsland. Hij legt het nog een keer uit en de blik van Hänsel ging bij mij meteen naar mijn hart. En ze komen zo prachtig unisono uit, die twee! En dan het koper: naar goed-Limburgse traditie spatzuiver en stijlgetrouw. Wie wil schelden op Rieu doet dat maar ergens anders. Ik bewonder hem zeer en hij zet een ’einwandfreie’ versie van dit schattige duet neer.