De Nationale Opera: Jephta

Allereerst: er staat weer een nieuwe podcast op de website: zie de grote icoon hiernaast.

George Friedrich (ik noem ‘m altijd ‘George’ als het om Engelse teksten gaat en ‘Georg’ als het om Duitse gaat, zelf verzonnen) Händel’s ‘Jephta’ is een dramatisch oratorium (lees: ‘opera’) in drie delen. De Nationale Opera had dezer dagen de première en de recensies waren jubelend. Ik las in de hoofdrollen de naam van Anna Prohaska en die ken ik. Die hoorde ik dik twee jaar geleden in een liederenrecital tijdens de ‘Kissinger Sommer’ (iedere zomer in het charmante Kurort Bad Kissingen) en toen dacht ik al: dat wordt een hele grote: een stem als een klok en een hele scherpe alerte geest. Gouden combinatie voor een mooie carrière.

Jephta is gebaseerd op delen uit het oudtestamentische Bijbelboek Rechters en de tragedie ‘Jephthas sive votum’ van George Buchanan uit 1554.
Jephta ging in première onder leiding van de componist zelf in Londen in het Theatre Royal op Covent Garden in februari 1752.
Jephta heeft twee hoogtepunten: het dramatische recitatief ‘Deeper, and deeper still’ uit het tweede bedrijf en de aria ‘Waft her, angels, thro’ the skies’ (door mij grinnikend vertaald met ’Smijt haar door de lucht, gij engelen’) uit het derde bedrijf.
Plot

Jephta voert de Israëlieten aan in de strijd tegen de Ammonieten. Ze hebben hem dat gevraagd omdat Jahwe niet aan hun kant staat zolang ze ook andere goden vereren. Onder leiding van de godvruchtige Jephta zouden ze kans maken op de overwinning. Hij stemt toe en stelt als eis dat hij na de overwinning Israël mag besturen. Hij zweert dat hij als dank aan Jahwe de eerste persoon zal offeren die hij na de veldslag tegenkomt. Laat dat nou net zijn eigen dochter zijn! Hij valt flauw van de schrik.

Hij wil echter de belofte wél nakomen en dochter Iphis is bereid haar leven te offeren. In de Bijbel loopt het slecht af, maar in de achttiende eeuw wilde men een goede afloop. Händel, ook niet gek, verzint een ‘deus ex machina’: op het kritieke moment komt er een engel die namens Jahwe diens beslissing herroept op voorwaarde dat Iphis zich de rest van haar leven aan Jahwe wijdt.

Ga vooral naar de website van de Nationale opera. Ik kan het niet beter verwoorden dan zij hebben gedaan. Grote namen staan er: ik noemde al eerder sopraan Anna Prohaska en zij heeft een bijzondere tenor aan haar zijde: Bejun Mehta. Ivor Bolton dirigeert en regisseur Claus Guth heeft zijn sporen ook al verdiend. Het is geheid een geweldige productie!

In het filmpje de trailer van de opera.

Zoroastre

Volgende halte op onze muzikale reis door Wenen: Jean Philippe Rameau’s ‘Zoroastre’.

Ensemble Pygmalion verzorgde de avond. Wat een gezelschap! Poepie-strak en alert spelende strijkers, een slagwerker om te zoenen zo accuraat en divers (donder en bliksem zo echt dat het publiek regelmatig ongerust begon te schuifelen… en daar zelf om moest grinniken) en een dirigent die bijna onderkoeld dirigeerde, zonder fratsen. Dat hoefde bij deze club ook niet, ze hadden het goed voor elkaar, mét elkaar. Mijn enige bezwaar: de kneitervals (vooral in het begin) spelende houten dwarsfluiten.

Ik denk dat als het verhaal ook maar een béétje scenisch gezet zou zijn, ik de rollen beter uit elkaar had kunnen houden. Solisten liepen ook steeds op en af. Begrijpelijk, maar af en toe dacht ik, wie is dat nou weer…???
Zoroastre was de eerste Franse opera met allegorieën in de hoofdrol en het plot kwam niet uit de Griekse tragedies, maar uit de Perzische religie. Daar was een reden voor. Graham Sadler schrijft ergens dat de opera een soort ‚eerste vertegenwoordiging van de Vrijmetselarij‘ was. Librettist Cahusac was een vrijmetselaar en veel van de thema’s waar hij over schreef kwamen uit de Verlichting. Zoroastre werd hoog geacht in Vrijmetselaarskringen en er zijn parallellen te trekken tussen Rameau’s opera en Mozart’s hulde aan de Vrijmetselarij: Die Zauberflöte; denk aan de inwijdingsriuelen, geleid door Sarastro. Overigens werd het componeren aan Zoroastre beëindigd in het jaar dat Mozart geboren werd.

Hebt u iets aan het plot?
Het verhaal speelt zich af in het koninkrijk Bactria en gaat over de strijd tussen het goede, geleid door Zoroastre, de ‘stichter van de magie’ en het slechte, geleid door de tovenaar Abramane. Bactria’s koning is dood. Hij laat twee dochters na: Amélite – die het koninkrijk zou moeten erven – en Erinice. Ze zijn beiden verliefd op Zoroastre. Die is verliefd op Amélite. Tovenaar Abramane heeft Zoroastre verbannen en spant samen met Erinice, die de troon wil én wraak op Zoroastre, omdat hij haar liefde afgewezen heeft.

Zoroastre is in ballingschap de gast van de koning van de goede feeën Oromasès. Die zegt hem Amélite te gaan redden. Abramane en Erinice willen Amélite dwingen de troon af te wijzen. Dan verschijnt Zoroastre, bevrijdt Amélite en vernietigt het fort. Amélite wordt de nieuwe koningin.
Abramane en Erinice strijden over het mislukken van hun plannen. Zoroastre, Amélite en het volk van Bactria verzamelen zich om de Hogere Macht te eren en het huwelijk van Zoroastre en Amélite te vieren. Abramane kidnapt Amélite. Zoroastre bereidt zich voor op oorlog.
Abramane hoort dat de strijd tussen de geesten van goed en kwaad slecht voor hem aan het aflopen is. Hij brengt een offer aan de god van het kwaad en roept Haat, Wraak en Wanhoop op.

Erinice heeft inmiddels berouw over haar gedrag. Abramane laat een geketende Amélite zien. Hij wil dat Zoroastre zich overgeeft. In plaats daarvan roept Zoroastre de goden op en ze verslaan Abramane en zijn slechte priesters met bliksem. Eind goed al goed.

Als zo vaak vond ik de mezzo die de slechte vrouw speelt interessanter dat de slachtoffer-vrouw, maar da’s voor u geen nieuws. Mooie melodieën ook, maar net als het lekker begon te lopen kwam er weer een ander themaatje langs, daar kon niemand iets aan doen en Rameau hád er iets aan moeten doen; de mode in zijn tijd was nou eenmaal anders…

In het filmpje een opname van een stukkie uit de opera, met mooi ‘toegepast’ ballet. Ik meen het theater van Drottningholm te herkennen. Daar was ik dit jaar voor Don Giovanni, het cirkeltje is weer rond!

Macbeth en Jeroen Bosch in Wenen

Ze is weer terug, uw Vocalies, terug van een 4-daagse trip naar Wenen met tien alleraardigste gasten van Musico. Reden om hier weer eens een stukkie te schrijven over de producties waar we getuige van mochten zijn. Ik heb u bepaald weinig bediend in de afgelopen maanden; dat gaan veranderen.

De aardigste ‘productie’ was misschien wel Wenen zelf; als je van (klassieke) muziek houdt moet je dáár zijn; de stad bulkt er werkelijk van. Je zou er makkelijk een aantal maanden kunnen verblijven en dan iedere avond naar een andere prachtige uitvoering kunnen gaan, gesteld dat je daar het geld voor had, want goedkoop is de stad niet…

Wij begonnen onze 4-daagse met een uitvoering van Giuseppe Verdi’s ‘Macbeth’ in het Theater an der Wien (dat kort geleden haar 10-jarig bestaan als opera-theater vierde; het gebouw staat er al veel langer) .

Tijdloos als de thematiek van ‘Macbeth’ is (machtswellust en de desastreuze gevolgen daarvan), kun je er als regisseur alle kanten mee uit en juist daarin schuilt het gevaar: regisseurs gáán er soms alle kanten mee uit, behalve de goeie…

Even – in het begin – gingen de haren in mijn nek rechtop: ‘Macbeth’ begint in de originele versie met een heksenkoor ergens op een vlakte in Noord-Engeland en hier had de regisseur gekozen voor een nachtclub, en van het koor androgyne wezens gemaakt door ze (geraffineerd, dat wel) voor de ene helft man en voor de andere helft vrouw te laten zijn. Ik moest eraan wennen maar sprak mezelf toe zoals ik mijn gasten had toegesproken: “Zet je geest open en ga mee in het parallelle universum dat opera is en laat je meevoeren; probeer niet tegen de stroom in te roeien met logica, want dan heb je geen avond…”. Vanaf dat moment ging het goed, eigenlijk steeds beter.

De heksen zongen te mooi; bij ‘Macbeth’ in Boedapest zongen ze zoals ik het voor deze rollen het liefste heb: schel, bij het lelijke af en daardoor buitengewoon dreigend. Dat ‘probleem’ van te mooi zingen gold eigenlijk ook Lady Macbeth: te mooi, bijna schools. Een hele jonge Adina Aaron (ik heb nergens kunnen vinden wanneer ze geboren is) zong de rol en kwam er goed doorheen. Ze acteerde geweldig, is een prachtige, slanke, zwarte vrouw en heeft alles mee, maar wellicht is het nog wat vroeg voor deze zware rol. Aan het eind in de even beroemde als beruchte slaapwandel-aria koos ze er – waarschijnlijk bewust – voor de hoge C niet te zingen, ze octaveerde ‘m en ik zakte teleurgesteld terug in mijn stoel. Op die C had ik nou net mijn gasten geattendeerd; als-ie lukt is-ie spectaculair en onvergetelijk. Als-ie míslukt blijft-ie je achtervolgen als het onvermogen van het Nederlands elftal uit penalty’s te scoren. Beter octaveren dan ‘m laten mislukken, maar ik vond het een gemiste kans.

Niet onvermeld mag blijven dat onze ‘eigen’ Jeroen Bosch nog om de hoek kwam kijken: aan het begin van de derde akte liet men een gazen doek zakken en projecteerde daarop een bloedstollende video van de ergste scènes die hij in zijn schilderijen ten tonele heeft gevoerd. Daaráchter heeft Macbeth zijn tweede ontmoeting met de heksen, die hem gerust stellen met voorspellingen die hij verkeerd interpreteert. Ik deed af en toe mijn ogen dicht, zó vreselijk was de video. Meer en meer leken de beelden te kloppen bij de tekst van Macbeth en dat was nou eens een vondst waar ik de regisseur om had kunnen knuffelen.

De heksen zeggen Macbeth dat hij zal blijven overwinnen tot het woud van Birnam tegen hem op marcheert en dat hij niet door een ‘gewone, uit een vrouw geboren man’ gedood kan worden. Als de Schotten zich vervolgens bij hun opmars verschuilen achter afgebroken takken van Birnam Wood en MacDuff zegt dat hij niet gewoon uit een vrouw geboren is, maar uit de buik van zijn moeder is gescheurd, zijn de rapen definitief gaar; Macbeth wordt dodelijk getroffen, sleept zich naar zijn eerder overleden vrouw en sterft bij haar, terwijl achter hen de nieuwe koning opstaat.

Een geweldige eerste avond dus, daar in Wenen. De mooiste van de drie, vond ik… Buiten regende het dat het goot en dat hielp ons snel weer op aarde terug te keren, uit het parallelle universum dat opera heet…

In het filmpje ‘de andere’ donkere Lady Macbeth die de rol beroemd heeft gemaakt: Shirley Verrett. De geluidskwaliteit is niet top, maar de magie die er van haar uit gaat wel!

Allerseelen

Vandaag is het Allerzielen, een dag voor alle gestorvenen, ooit door de katholieke kerk ingesteld. Hoewel niet meer van een kerk, blijf ik buitengewoon geraakt worden door de tekst van een van de mooiste liederen ooit (van Richard Strauss).

Hier is die tekst. Voor iedereen die ooit iemand verloor; aan de dood, maar misschien ook aan het leven…
Da’s dus echt voor iedereen…
Vooral de tekst ‚Ein Tag im Jahr ist ja den Toten frei‘ is een regel om over na te denken…

Stell auf den Tisch die duftenden Reseden,
Die letzten roten Astern trag herbei,
Und laß uns wieder von der Liebe reden,
Wie einst im Mai.

Gib mir die Hand, daß ich sie heimlich drücke
Und wenn man’s sieht, mir ist es einerlei,
Gib mir nur einen deiner süßen Blicke,
Wie einst im Mai.

Es blüht und duftet heut auf jedem Grabe,
Ein Tag im Jahr ist ja den Toten frei,
Komm an mein Herz, daß ich dich wieder habe,
Wie einst im Mai.

In het filmpje nog een keer de versie van Kiri te Kanawa, begeleid door George Solti. Prachtig!