Pocketopera Don Giovanni

Er is weer iets moois te melden op vocaal gebied. Het Nederlands Blazers Ensemble, jawel, echt die… gaan Mozart’s Don Giovanni uitvoeren als pocket-opera – ‘borstzakformaat’ noemen ze het op hun eigen website

Twaalf blazers en drie zangers reduceren Mozarts Don Giovanni tot de kern: een flitsende opera met een lach en een traan, verkleedpartijen gegarandeerd, zo schrijven ze.

Het NBE staat bekend om hun onorthodoxe aanpak van alles wat klassieke muziek heet en wat ze onder de vinger krijgen. Ze zetten op nieuwjaarsdag altijd het concertgebouw op zijn kop (sowieso al een goeie zaak: daar de zaken eens aan het rammelen krijgen…)

Eerder al deden ze Die Zauberflöte en Die Fledermaus… echt titels die zich lenen voor een ‘pocket-aanpak’.

Dit keer hebben ze drie gastzangers en als dat niet genoeg is zingen ze zelf hier en daar wel een noot mee. Ik zat te grinniken toen ik het las, zou er graag bij zijn op dat toneel.
De drie zangers die dit keer meedoen zijn alle drie wel wat gewend, gelukkig: Johannette Zomer, Frans Fiselier en Bernard Loonen.

Het NBE doet trouwens iets dat in Nederland meer in zwang lijkt te raken: ze schakelen de betere amateurkoren in om hen te helpen bij de koorwerken in de opera’s die ze uitvoeren. Ikzelf deed eens mee met Tosca (ik was verkleed als misdienaar, u hebt me niet herkend) en vond het geweldig!

U kent Don Giovanni als u met enige regelmaat mijn stukkies leest. Het plot is in één zin samen te vatten: edelschurk Don Giovanni hoert en snoert erop los en aanvaardt niet en nooit de consequenties van zijn gedrag. Hij gaat ervoor naar de hel, als hij een moord pleegt en ook daar geen berouw over toont.

Ik heb de opera al in veel versies gezien, waaronder een smeltend chocoladehoofd dat de door het hellevuur verhitte Don G. moest voorstellen. Wat hebben we van de chocolade gesmuld na afloop!
Ga als u kunt, Als u al niet van opera hield, dan gaat u dat onvoorwaardelijk doen ná deze voorstelling!

De speellijst:
woensdag 1 februari 2017 20:15 uur Amsterdam Muziekgebouw aan ‘t IJ
Inleiding: 19:15 uur, samenwerking met Thalia Opera & Operette
Donderdag 2 februari 2017 20:15 uur Amsterdam Muziekgebouw aan ‘t IJ
Inleiding: 19:15 uur, samenwerking met Thalia Opera & Operette
vrijdag 3 februari 2017 20:00 uur Heerlen Parkstad Limburg Theaters
Inleiding: 19:00 uur, samenwerking met Coro Incanto
zondag 5 februari 2017 16:00 uur Zwolle Zwolse Theaters
Inleiding: 15:00 uur, samenwerking met Musica Vocalis
donderdag 9 februari 2017 20:30 uur Tilburg Theaters Tilburg
Inleiding: 19:30 uur, samenwerking met koor Deining

Ik vond niks om u te laten zien van de deze productie van het NBE, daarom in het filmpje nog maar een keer de geweldigste Commendatore ooit: Kurt Moll én een van de beste Don G.’s ooit: Samuel Ramey

Schoenendoos of terras?

Eindelijk is-ie klaar! De Elbphilharmonie (4 medeklinkers achter elkaar, zoiets kunnen alleen Duitsers verzinnen…)in Hamburg. Sinds een paar weken draait het daar in het bijna uiterste noorden van Europa. Twee keer kwam ik erlangs met gasten van Musico en die twee keer konden wij slechts smachtende blikken werpen en luisteren naar de sappige verhalen van de gids, die de tweede keer nog een stuk sappiger waren dan de eerste keer… Sjonge jonge, wat is er over van de Deutsche Gründlichkeit het lijkt potdomme de Nederlandse regering wel daar met hun overschrijdingen van budgetten en opleveringsdata.

Hoe dan ook, het gebouw staat er! En het schijnt te klinken als een klok. De wereldberoemde Japanse akoesticus Yasuhisa Toyota was verantwoordelijk voor de akoestiek. Het is een terassenzaal geworden, Voor de knagers onder u: ons Concertgebouw in Amsterdam en de zaal van de Musikverein in Wenen zijn zgn. schoenendooszalen. Als u er ooit geweest bent (of naar het Nieuwjaarsconcert gekeken hebt) zult u snappen wat ik bedoel. De zaal van de Berliner Philharmoniker is ook een terrassenzaal. Die klinken anders…

Ikzelf heb een lichte voorkeur voor een schoenendozenzaal… met mijn echtgenoot had ik discussies hierover toen hij ooit – zeer goed bedoeld – twee boxen bijplaatste in onze huiskamer, achter ons. “Zo is het net alsof je midden in het orkest zit”, zei hij vergenoegd.
“Maar dat wil ik helemaal niet…” zei ik, ongelukkig: stel je voor: vóór je zie je de journaallezer en achter je hoor je zijn stem… Of vóór je zie je iemand op een trommel meppen en achter je hoor het geluid. Ik raakte er oprecht door gedesoriënteerd. Natuurlijk: in een actiefilm is het geweldig als je de straaljager met de bom achter je hoort aankomen en over hoort vliegen en dat de bom dan op tv ontploft (bent u daar nog?), maar bij klassieke muziek wil ik graag vóór me wat ik hoor: het orkest en solisten vóór mij op een toneel, en/of in de bak.

Hetgeen overigens niet wil zeggen dat ik stik-benieuwd ben naar het gebouw en de grote zaal. Ik hoop er nog eens te komen en dat zal ook echt wel een keer gebeuren. Het ligt er in ieder geval prachtig bij “Als een Ark van Noach” schreef iemand.

In het korte filmpje een impressie door een topvocalist van onze tijd, Philippe Jaroussky.

Meesters leren liefhebbers

Aanstaande zondag, 29 januari is er iets leuks voor u in Rosmalen. Het Internationaal Vocalisten Concours timmert aan de weg! Ze gaan iets doen waarvan ik al enige tientallen jaren roep dat ze het zouden moeten doen! Ze gaan masterclasses geven aan amateur-zangers! En ze hebben niet de eersten de besten gekozen om dat te doen. Het zijn mensen uit de praktijk: Roberta Alexander, Francis van Broekhuizen, Maaike Widdershoven, Henk Poort en Rein Kolpa gaan hun tanden zetten in de zangers die het durfden hun stemmen en techniek ter discussie te stellen.

Drie genres komen aan bod: opera, operette en musical en dat laatste is bijzonder en eigenlijk ben ik daar het meeste benieuwd naar en het meest blij om. Toen ik op het conservatorium zat (en dat is zowat drie levens geleden, toen alles beter was….) werden de neuzen nogal eens opgehaald, zowel voor musical als voor amateurzangers (dat laatste is helemaal bij de wilde spinnen af: alle zangers komen uit de amateurhoek; je neus ophalen voor amateurs geeft aan dat je niet verder kunt kijken dan diezelfde neus lang is).

Ik kan me een incident herinneren uit die tijd waarbij ik om raad vroeg aan een logopedist die al eeuwen les gaf aan het conservatorium. Ik had een amateurzanger die musical zong op les; hij zat met een stemprobleem en ik kwam er niet goed uit. “Amateurs en musicalzangers moeten het zelf maar uitzoeken” sprak de docente en mijn mond viel open. Ik heb ‘m weer gesloten zonder verder iets te zeggen, maar het jaar erop zat ik bij een andere docent in de klas.

Het heeft lang geduurd vooraleer dat credo weg was: “Amateurs moeten het zelf maar uitzoeken”, ja jeetje zeg, stel je voor….
Het is ook een beetje de makke van beginnend zangpedagoog zijn: gevorderde en gevestigde pedagogen krijgen in de regel mooi materiaal om mee te werken; beginnende pedagogen krijgen de plaatselijke beroemdheden, die in de regel maar een eind wegschreeuwen, tot… de stembandjes zeggen: “zoek het verder lekker zelf uit!” En dan is Leiden in last….
En dan kom je als jong pedagoog in beeld (terwijl je vaak nog met je eigen techniek worstelt) en moet je zo’n zanger vertellen dat het niet bevorderlijk is 4 optredens per nacht (!) te hebben in rokerige kroegen. Dat het beter is geen vet voedsel en weinig alcohol te nuttigen en dat die kleine stembandjes (een halve centimeter breed en ongeveer anderhalve centimeter lang) spiertjes zijn, die er niet goed tegen kunnen onder enorme druk te staan… En je bent niet met één stap weer terug over de grens waar je door langdurig verkeerd gebruik overheen bent gegaan…

Hoe dan ook: zondag 29 januari kunt u daar uw licht eens over gaan opsteken in Rosmalen (bij Perron 3, vlakbij het NS-station, u raadt het al…). Kijkers mogen er gewoon binnen, vanaf 10 uur, als je les wil van een van de hierboven genoemde artiesten had je je al enige tijd geleden op moeten geven, maar wie weet is er nog plaats.

In het filmpje een tip van Rolando Villazon. Stemproblemen is geen exclusieve ellende voor amateurzangers. Ik heb er nooit last van gehad (ik had weer last van andere dingen) maar ik kan mij de (psychische) problemen bij stemmanco’s heel goed voorstellen, affijn, kijk wat Villazon deed…

Een ontvoering bij de Nationale opera

Kort geleden, toen ik in een ver buitenland was en er dus even niks over kon vinden, ging ‘Die Entführung aus dem Serail’ van Wolfgang Amadeus Mozart in première. De laatste tijd tikken de jongens van de Nationale Opera steeds maar spijkers op hun kop met hun producties. Je kunt over de keuzes die de regisseurs maken van mening verschillen (een pak cornflakes dat over het toneel kantelt en een pedofiele heks is nou niet my cup of tea) maar de producties stáán er. Ze moeten wel, willen ze mee in de vaart der volkeren, maar ze dóen het dan ook, en met verve.

Deze jongste productie, kortweg ‘Die Entführung’ is in onze tijd gezet en met succes. Mozart-opera’s lenen zich daar overigens in de regel goed voor. Je moet het alleen wel organisch houden en wat ik van de productie aan leaders en trailers gezien heb, is dat ook geleukt.
Een beetje een rode draad in deze producties is sopraan Lenneke Ruiten. Ik noem haar wel eens met enig gevoel voor overdrijving “mijn collega-sopraan”. Ze is een heel stuk jonger dan ik – meer bepaald in de kracht van haar zingend leven – en ze heeft het veel en veel verder geschopt als zangeres dan ik ooit, maar we hadden een tijd lang dezelfde hoofdvakdocent en zoiets schept een band.

Lenneke Ruiten gaat als een dolle… de start was langzaam (maar goed ook: veel beter voor de stem). Ze begon als fluitiste haar conservatoriumopleiding. Na haar opleiding ging ze verder met een intensieve zangstudie. In haar tijd in Den Haag hadden we dus dezelfde docent: Meinard Kraak. Na het conservatorium in den Haag volgde ze de operaopleiding aan de Musikhochschule in München. Zij volgde masterclasses bij Elly Ameling, Hans Hotter, Robert Holl, Walter Berry en Rudolf Jansen. In 2002 won ze vijf prijzen aan het Internationaal Vocalisten Concours in ‘s-Hertogenbosch.

Ze werkt met orkesten als de Wiener Philharmoniker, het Orkest van de 18e eeuw, het Radio Kamer Orkest, het Nederlands Kamerorkest, het Residentie Orkest, de NDR Radiophilharmonie en de Akademie für Alte Musik Berlin. Ze werd daarbij gedirigeerd door onder andere John Eliot Gardiner, Frans Brüggen, Christoph Eschenbach, Marc Minkowski en Ed Spanjaard.

Heel kort het plot van Die Entführung , geplukt van de website van de Nationale opera, ik zeg het eerlijk.
Edelman Belmonte wil zijn verloofde Konstanze bevrijden uit de harem van Bassa Selim. De Bassa houdt oprecht van haar en wil haar genegenheid alleen op vrijwillige basis. Regelmatig betuigt hij haar zijn gevoelens. In Konstanzes gezelschap bevinden zich haar dienstmeisje Blonde en de geliefde van Blonde, Pedrillo. Belmonte weet met hulp van Pedrillo het paleis binnen te komen door zich als bouwmeester aan Bassa Selim te laten voorstellen.
Bassa Selim verklaart weer zijn liefde aan Konstanze, die hem weer afwijst. Pedrillo vertelt Blonde dat Belmonte in het paleis is om haar en Konstanze te bevrijden. Na het drinken van een fles wijn zakt Osmin weg in een diepe roes. De laatste voorbereidingen voor de ontsnapping worden getroffen.
Het viertal wordt betrapt door Osmin, die alarm slaat. Belmonte zegt dat zijn vader een hoog losgeld voor hem en Konstanze zal betalen. Die vader had echter in het verleden Bassa Selim in het ongeluk gestort. Nu lijkt het laatste uur voor Belmonte en Konstanze te hebben geslagen, maar dan verklaart de Bassa zich niet te verlagen tot het niveau van zijn oude vijand. Hij schenkt hun grootmoedig de vrijheid. Alleen Osmin is daar bepaald niet blij mee.

In het filmpje de trailer van de opera, met een leuke uitleg van regisseur Johan Simons, niet de eerste de beste, geen wonder dat de regie zo goed is!

Giulietta e Romeo van Niccolò Antonio Zingarelli

Op de eerste plaats: er staat weer een podcast klaar om beluisterd te worden: zie de grote icoon hiernaast!

We moeten nodig weer eens bijpraten, sjonge jonge, veel te lang geleden dat ik hier iets vertelde. Niet dat het mij aan onderwerpen ontbrak, in tegendeel. Een paar mensen letten voor mij op of er gepubliceerd wordt op enig medium over klassieke vocale muziek en tippen mij. En Vocalies zelf houdt ook altijd haar ogen en oren open.

Zat te melden, dus, maar dan moet je wel in de gelegenheid zijn er een stukkie over te schrijven. En daar mankeerde het de laatste tijd nogal aan. Puur een luxe-probleem hoor, maar eerst een kerstreis met Musico, dan een (welverdiende, vind ik) vakantie op Kaapverdië en vervolgens het Leven (ik schrijf het bewust met een grote L) dat weer in je nek springt… je zou er het bestaan van Vocalies bij vergeten. Het enige nadeel van een vakantie buiten het seizoen is dat iedereen weer staat te trappelen om in je nek te springen op het moment dat je terug bent. Dat betekent ook dat je midden in het leven staat, dus u hoort mij niet klagen, hoogstens dat ik tijd te kort kom om al die mooie dingen te beleven.

U hebt van mij nog een verslagje te goed van nog twee opera’s die ik bezocht tijdens de kerstreis. De eerste was Giulietta e Romeo van de (relatief onbekende) componist Niccolò Antonio Zingarelli (hij leefde voor tijdens en na Mozart). Een belangrijke factor in het succes van de avond was het theater zelf. Een juweeltje van een baroktheatertje waar Mozart zelf nog gespeeld heeft. Het ligt neergevleid achter het slot zelf en het stadje Schwetzingen zelf omringt het theater, slot en park als een liefdevolle beschermheer. Elegant en met een topsfeertje, van binnen en van buiten.

We liepen ademloos door over het plein, onder de loggia van het slot door het park in. Het was fris en droog, kortom een perfecte avond. De opera haalde dat perfect net niet, maar kwam er – allemaal beredeneerd binnen het genre – wel dichtbij. Ik had in de voorbereiding gelezen dat Zingarelli de componist Bellini nog in zijn leerlingenkring heeft gehad en dat zijn muziek vooruitwees naar de romantiek. Nou, dat heb ik niet gehoord…. Ik hoorde vooral Mozart, en dan geen
top-Mozart, maar ‘Zingarelli-Mozart’.

Maar een genoeglijke avond was het; ik kon niet bij mijn gasten zitten (die hadden prachtige plaatsen front-zaal) , maar moest mij tevreden stellen met een plek op het tweede balkon. De zaal heeft een perfecte akoestiek, dus dat was geen enkel probleem. Het bleek nog een voordeeltje ook, want ik kon mooi in de orkestbak kijken en daar ligt tijdens zo’n productie altijd een wereld van vermaak. De paukenist verdween bij tijd en wijle door een zijdeur, die zo geraffineerd in het pleisterwerk was verwerkt dat ik ‘m pas zag toen-ie open ging (de deur bedoel ik…) en als hij terugkwam legde hij zijn oor op het paukenvel, tikte er heeeeel voorzichtig op en stemde bij. Gaf vervolgens op precies de goeie plek een roffel en verdween weer door de zijdeur. Hoe zo’n man dan toch telt/timed zodat hij precies weet wanneer die roffel er moet zijn en hoeveel tijd hij dan nog heeft om te stemmen, het is mij een raadsel. Slagwerkers zijn een heel bijzonder ‘slag’ mensen als je het mij vraagt…

Ik had een fantastische avond: er werd uitstekend gezongen (al moet ik altijd effe wennen aan een countersopraan en een mezzo-sopraan in de beide hoofdrollen) en de enscenering was fris en vol vaart, de kostumering mooi en harmonieus uitgedacht. En de zwaardgevechten van een griezelige realiteit.

In de pauze had ik het laatste plekje veroverd waar nog een glaasje en een hapje voor je werd klaargezet en kwam ik ogen te kort om het prachtig uitgedoste publiek te bekijken.

Ik kom de komende tijd snel bij u terug met meer leuks uit de wereld van de vocale klassiek muziek, over een week zijn we weer helemaal bijgepraat, ik beloof het u!

In het filmpje een stukkie opera en toelichting van een beetje kneuterig Duits sprekende meneer; als u hem kunt volgen weet u veel meer over de opera dan ik u hier kan vertellen. De geluidskwaliteit is niet ideaal, maar ach…

Puck for President!

De tweede voorstelling tijdens onze kerstreis was de balletvoorstelling ‘Ein Sommernachtstraum’. Ballet? zult u zeggen… daar zit toch niks vocaals aan? Dan hoeft Vocalies daar toch geen aandacht aan te besteden?
Jawel, er zat wel degelijk iets vocaals aan…

Laten we voorop stellen dat ook de balletvoorstelling an sich helemaal geweldig was. Moderne dans, (choreografie van Stephan Thoss) sterk erotisch geladen, sterke bewegingen, mooie kostuums, ontroerende dansers. De muziek was een combinatie van oude muziek (Dowland. Purcell) gecombineerd met Britten en muziek van een hedendaags componist Joby Talbot.

Allemaal prima, goed gearrangeerd door Talbot en ook zijn eigen inbreng kwam goed over. Ik zal nooit een hedendaags klassieke muziek-fan worden, maar op zijn minst verdient het mijn aandacht en het was goed gedaan…

Nee, de show werd gestolen door Puck! Puck? Ja Puck, de bosgeest die in A Midsummernightsdream van Shakespeare van de ene scene naar de andere dwarrelt. Deze rol werd in deze productie vervuld door countertenor Alin Deleanu. Let wel: zanger, geen danser. Hij deed het geweldig. Wist bij te blijven in het sterk fysieke ballet, rende en sprong zonder dat het in zijn zingen merkbaar was, bleek een komisch talent te hebben en wist de zaal uit zijn hand te laten eten. Ik zeg: “Puck for president!”

Het enige kleine minpuntje was misschien dat hij in sommigen stukken begeleid werd door piano. Dat gelijkzwevende pianospel detoneert zo hevig met het rein spelende orkest dat je vullingen er bijna van gaan springen. Maar dat was dan ook de enige kritiek die ik had.

Gelukkig is balletpubliek wat vrijzinniger dan operapubliek en viel mijn waarderende gejoel aan het einde van de voorstelling niet echt uit de toon.

Omdat het hem toekomt even snel de biografie van Alin Deleanu
Hij is dertig en stamt uit Roemenië. Als je hem op straat tegenkomt loop je ‘m gewoon voorbij: tengere niet onknappe man-met-baard. Na twee jaar in het operakoor van de Roemeense Nationale Opera te hebben meegezongen debuteerde hij op zijn twintigste in Donizetti’s L’Elisir d’Amore als Belcore en in Bizet’s Carmen als Danacairo.
Hij studeerde kort in Salamanca (Spanje) en begon in 2005 in Berlijn te studeren. In Duitsland debuteerde hij in 2009. 2010 was een belangrijk jaar: hij besloot zich voortaan als countertenor te presenteren. Dat betekent nogal wat voor je carrière. Je sluit de toegang tot een aantal rollen af en opent die naar andere, maar de spoeling als countertenor is een stuk dunner en goed counter-zingen vereist een ijzeren techniek. Gelukkig voor ons dat hij het gedaan heeft.

Als je daarbij ook nog ‘dansant’ kunt zijn en je zo goed bij een ander genre kunt aansluiten verdien je een succesvolle carrière! En die heeft hij.

In het filmpje een trailer van de voorstelling, u kunt zien wat ik bedoel met de term: ‘sterke bewegingen’ en u ziet Alin af en toe op de achtergrond langs schuiven. Jammer genoeg is hij niet te horen…