Bryn Terfel als Mephisto in het Concertgebouw

Allemaal leuke dingen in Amsterdam deze zomer. Nu schreeuwt Facebook me het weer tegemoet: Sir (let wel: Sir!) Bryn Terfel zingt een van zijn lievelingsrollen op 4 juni in het Concertgebouw: duvel Mephisto in Gounod’s ‘Faust’.

De website van het Concertgebouw noemt Terfel’s vertolking van de rol terecht ‘elektriserend’. Behalve Faust de hel in lokken, lijkt het hem ook te lukken het publiek mee te voeren naar duivelse omgevingen.
Oh, heerlijk: ik ben dol op bad guy’s en girls in films, in opera’s en in boeken, allemaal veel interessanter dan de gekwelde sopraan uithangen met rugje- van-handje-tegen voorhoofd: “o, o, wat heeft het leven mij weer beet…”, niks hoor: liever scheldend en tierend ten onder, dan lijdzaam wegkwijnen, wat u?!

Doe mij maar Don Giovanni, Mephisto, Abigaille, Lady Macbeth, Azucena, Carmen, Scarpia (trouwens ook ooit weergaloos door Terfel vertolkt) om maar eens een paar operarollen te noemen, volgorde volstrekt willekeurig en volledigheid niet beoogd…

En Al Pacino in ‘The Devils Advocate’, Dexter in de gelijknamige serie, Glen Close in ‘Fatal Attraction’ die het konijn van haar slachtoffergezin vangt en het te koken zet op het vuur… En diezelfde Glen Close als Cruella de Vil in ‘101 Dalmations’. Ook hier weer geen volledigheid beoogd en er zijn natuurlijk veel meer rollen en momenten te noemen…

Goed, Vocalies, terug naar Bryn: zijn verschijnen in het Concertgebouw (waar hij al memorabele rollen en concerten heeft neergezet, zie YouTube) is een mooie aanleiding om de Mefistofele-aria eens te laten horen, maar dan van een andere componist, van Arrigo Boito (ook librettist van Verdi) in de gelijknamige opera, de enige die hij ooit componeerde.

In plaats van u te vermoeien met de plot van Faust, die u natuurlijk al lang kent is hieronder een vrije vertaling van de aria ‘Son lo spirito che nega’ uit Mefistofele.

Son lo Spirito che nega sempre tutto; l’astro, il fior.
Ik ben de geest die altijd alles ontkent: de sterren, de bloemen
Il mio ghigno e la mia bega turban gli ozi al Creator.
Mijn gesneer en mijn vijandigheid verstoren de rust van de schepper.
Voglio il Nulla e del Creato la ruina universal.
Ik wil het niets en de totale vernietiging van het universum.
È atmosfera mia vital ciò che chiamasi Peccato. Morte e Mal!
Ik kik op wat men zonde noemt. Dood en verderf!
Rido e avvento questa sillaba: No!
Ik lach en sneer slechts deze ene lettergreep: Nee!
Struggo, tento, ruggo, sibilo: No.
Ik vernietig, ik verleid, ik schreeuw, ik sis: Nee.
Mordo, invischio, struggo, tento, ruggo, sibilo: No.
Ik bijt, ik verstrik, ik vernietig, ik schreeuw, ik sis: Nee.
fischio, fischio, fischio, fischio, fischio!,
Ik fluit!

Parte son d’una latebra del gran Tutto: Oscurità.
Ik maak deel uit van het grote niets
Son figliuol della Tenèbra che Tenèbra tornerà.
Ik ben zoon van de duisternis en zal ernaar terugkeren.
S’or la luce usurpa e afferra il mio scettro a ribellion
Al heerst het licht en probeert het mijn scepter af te pakken,
poco andrà la sua tenzon, v’è sul Sol e sulla Terra: Distruzion!
het gevecht zal niet lang duren: over zon en aarde zal vernietiging heersen…

Zo, eej, da’s nogal: veel leuker dan het verhaaltje over de plot van Faust. Je krijgt er kippenvel van terwijl je het zit te vertalen. Nooit gedacht trouwens, dat het handig is als je als operazanger op je vingers kunt fluiten, zou ik best willen kunnen.

De aria is eigenlijk een zware, fikse bas-aria en Terfel is een tamelijk lichte bariton, maar hij zoekt het in het venijn en slaagt daar uitstekend in. Je zou er bijna bas voor willen zijn. Ik zocht de aria op van andere grootheden en die doen het prima, maar dat vuige, venijnige, snerende van Terfel krijgt niemand te pakken. Garantie voor een prachtige avond in het Concertgebouw, al is het dan met ‘Faust’ van Gounod en niet met Mefistofele van Boito!

Un ballo in maschera en een oud verhaal

U moet een beetje opschieten hoor, als u de nieuwe voorstelling van Opera Zuid, Giuseppe Verdi’s ‘Un ballo in maschera’ nog wilt zien.

Sorry dat ik niet eerder een stukkie er aan wijdde… ik was er effe niet… ik was in ons geliefde Oostenrijk, zonder WiFi, zonder internet, zonder kranten, maar mét echtgenoot, lekker eten en drinken, vier prachtige wandelingen, een paar lekkere boeken en veel slaap… de ideale vakantie. Bij terugkomst zet ik facebook open en zie dat de productie al begonnen is. Een speellijstje vindt u onderaan dit stukkie.

Zin in een oud verhaal hierover?
Ik studeerde in 1989 in Salzburg (een zomer-cursus) en had via een mede-cursist kaartjes voor de generale repetitie van deze prachtige Verdi-opera, in het Festspielhaus. Von Karajan zou dirigeren… Het was allemaal te mooi om waar te zijn. De gebeurtenissen in die week in vogelvlucht: Von Karajan sterft op de bok tijdens een repetitie voor het Mozartrequiem in de Dom, Salzburg in rouw én in rep en roer, Georg Solti neemt de directie voor ‘Un ballo’ over. Hij besluit terecht geen pottenkijkers te willen tijdens de generale, dus worden de kaartjes ongeldig verklaard.

Vocalies balen… Of ik mijn geld terug gekregen heb kan ik me niet eens meer herinneren. De mede-cursist had het onvoorstelbare genoegen er wél bij te zijn. Hij was figurant en stond op het toneel op het moment dat Gustav III, koning van Zweden, in 1989 gezongen door Placido Domingo, neergeschoten (of neergestoken, daar mag ik vanaf wezen…) wordt. Zijn opmerking over Domingo’s optreden zal ik nooit vergeten: “der Mann stirbt so schön…”

Op YouTube is trouwens de hele opera te vinden met Domingo in de hoofdrol en inderdaad: hij kan heel mooi sterven….

Ik zocht de oude berichtgeving over deze gebeurtenissen weer eens op en zat glimlachend de krantenartikelen te lezen.

Het is een geweldig opera trouwens. Verdi moest er een en ander aan veranderen, vanwege politieke censuur, deed dat knarsetandend en gelukkig is het verhaal genoeg overeind gebleven om een van de veel gespeelde opera’s te blijven.

Het verhaal, kort:
Samenzweerders hebben het voorzien op koning Gustav III van Zweden. Zijn vriend en adviseur Ankaström waarschuwt hem en helderziende madame Ulrica Arvedson voorspelt ook de ellende. Gustav weigert het gevaar onder ogen te zien. Hij heeft alleen oog voor Amelia, Ankaström’s vrouw. De liefde is wederzijds. Tijdens een ontmoeting tussen Gustav en Amelia, verschijnt Ankaström. Hij herkent zijn gesluierde vrouw niet en wendt zicht tot Gustav, die hij wil beschermen tegen de samenzweerders. Om die samenzweerders om de tuin te leiden, wisselen de heren van kleding. Aangekomen in de stad richten de samenzweerders zich tot de vermeende koning. Amelia werpt zich tussenbeide, waardoor haar identiteit onthuld wordt. Ankaström sluit zich aan bij de vijanden van de koning. Tijdens een gemaskerd bal volgt onafwendbaar de ontknoping en gaat de voorspelling van madame Arvedson in vervulling.

Hier is het speellijstje:
26 mei, Breda, Chassé Theater
29 mei, Utrecht, Stadsschouwburg
2 juni, Tilburg, Schouwburg
5 juni, Scheveningen, Zuiderstrandtheater
7 juni, Venlo, Theater de Maaspoort
9 juni, Sittard, Schouwburg De Domijnen
12 juni, Hasselt, Cultuurcentrum – semiscenisch
14 juni, Heerlen, Parkstad Limburg Theaters
16 juni, Valkenburg, Openluchttheater – semiscenisch
19 juni, Rotterdam, Schouwburg
21 juni, Zwolle, Zwolse Theaters
30 juni, Bloemendaal, Openluchttheater Caprera – semiscenisch

Uiteraard is er meer informatie te vinden op de website én op de facebook-pagina van Opera Zuid.

In het filmpje de trailer van Opera Zuid, heerlijk: een traditioneel gezette Verdi-opera!

Peter Grimes en Waylon

Op deze vrijdag tussen de twee halve finales en de finale van het Eurovisie-songfestival in, los ik het derde en laatste deel van mijn belofte in: u hebt nog het verhaal te goed over ‘Peter Grimes’, de Britten-opera waarmee het Musico-gezelschap in Düsseldorf haar reis naar het festival 20e eeuwse opera afsloot, afgelopen zaterdag.

Moet ik trouwens nog iets zeggen of vinden van het optreden van Waylon tijdens de halve finale van het Eurovisie Songfestival? Eigenlijk niet hè, het past alleen in deze contreien als je het criterium ‘vocaal’ hanteert: ik schrijf over en vind iets van klassieke muziek in het algemeen en van vocále klassieke muziek in het bijzonder…

Ik heb de act even achteraf bekeken op YouTube. Ik kan het niet opbrengen naar de rest van het Songfestival te kijken, te lawaaierig, te vals (in alle zinnen van het woord…).
Waylon zong zuiver en goed getimed en hij leek zelf ook te genieten van het optreden, hetgeen ook een kwaliteit is, met alles wat er rondom hem gespeeld heeft de afgelopen dagen. Ik kan hem benijden om het – blijkbaar uit vermogen – aan- en uit kunnen zetten van het ‘rafeltje’ in zijn stem. Het is langs het randje, want het lijkt me niet goed voor je stembanden, maar hij komt ermee weg en bij de mupkes van minder dan drie minuten af en toe zo’n rafeltje zal wel geen kwaad kunnen. Mijn boodschap aan klassieke zangers: probeer het niet in een opera- of operetteproductie of tijdens een Liedconcert, dat doe je waarschijnlijk maar één keer en daarna zit je weer een hele tijd thuis met gehavende stembanden en een overwerkte zangpedagoog (vraag maar aan Adèle…).

Het dansje van de bandleden sloeg als k.. op dirk, pardon, als een tang op een varken, maar het was niet zo erg als men op facebook en andere a-social media wilde doen geloven. En dat Waylon een arrogante bal is met geweldige zangkwaliteiten wisten we natuurlijk ook al lang… Bij mij gaat zijn geluid altijd direct naar mijn hart en daardoor vergeef ik hem zijn arrogante gedrag.

Goed, Vocalies vind weer wat, blijkbaar ben ik terug op de rails…
Peter Grimes, dus… Een opera in een proloog en drie akten, met een libretto, gebaseerd op het gelijknamige gedicht.

Het verhaal speelt zich af in een dorp aan de kust van Suffolk ergens in het midden van de negentiende eeuw. Peter Grimes is een visser, die het niet heel nauw neemt met de moraal en de wet (Ev’rybody’s got a little outlaw in ‘em, ha, daar hebben we het linkje naar Waylon…).

Peter Grimes lijkt schuldig aan de dood van een van zijn scheepsjongens; het lijkt een ongeluk. De driftige Grimes windt zich op over de onwil van de dorsgenoten en gaat zijn eigenwijze en onafwendbaar dodelijke gang: hij huurt een nieuwe scheepsjongen, mishandelt die en tijdens een gang in de storm naar de vissersboot, valt de jongen van een klif. De dorpsgemeenschap keert zich nu echt tegen Grimes en het kleine beetje goodwill wat hij nog over had is nu helemaal weg.

De opera eindigt met een verwarde monoloog van Grimes. Hij vaart alleen weg in een bootje en komt nooit meer terug. In het dorp herneemt iedereen de dagelijkse gang van zaken alsof er niets gebeurd is…
Grimes is een zware rol die lang niet iedere tenor aan zal kunnen. Hij is niet ‘the good guy’ of de held, hetgeen in de opera de tenor bijna altijd wél is… en rafeltjes zijn in zijn partij aan de orde van de dag… gevaarlijk dus…

Ik had graag een stukkie van de ‘madscene’ willen opladen, maar vond die wel op YouTube, maar niet van de tenor die de rol van Grimes dit keer gezongen heeft: Corby Welch.
Daarom een stukkie van de enscenering uit seizoen 2009-2010. Ik neem maar even aan dat de Deutsche Oper am Rhein dit keer voor dezelfde enscenering heeft gekozen.

Een duo: Ariane en Pigmalione

De reis naar Düsseldorf voor Musico is al weer een p[aar dagen voorbij. De signalen via facebook zijn dat het een goede reis was, met mooi weer en prachtige voorstellingen.
Zaterdagavond was er weer een ‘double bill’, dit keer in Duisburg (die hebben zo’n prachtig’plechtig’ operagebouw met van die hoge Griekse zuilen, geweldig!). Weer twee eenakter: ‘Ariane’ (door de Duitsers consequent ‘Ariadne’ genoemd) van Boruslav Martinů en Il Pigmalione’ van Gaetano Donizetti.
Twee voor mij volstrekt onbekende eenakters, volgens mij weinig uitgevoerd. Dat betekent best effe zoekwerk en inleeswerk. De plot van La Traviata schud ik uit het hoofd zo uit mijn mouw, maar dit soort eenaktertjes zijn gemeen: je moet er wat voor doen om ervan te kunnen genieten; dat ‘doen’ is trouwens erg leuk werk…

Daar gaat-ie:
De korte opera ‘Il Pigmalione’ is het eerste podiumwerk van belcanto-meester Donizetti en vertoont de eerste tekenen van een artistiek drama. Pigmalione (mocht de titel u bekend voorkomen: ja, George Berard Shaw maakte een bekend toneelstuk gebaseerd op dit verhaal) haat vrouwen en legt zich toe op de beeldhouwkunst. Hij maakt een vrouwelijk standbeeld… waarop hij prompt verliefd wordt. Op zijn smeekbede wekt de liefdesgodin Aphrodite het standbeeld tot leven en Pigmalione en het beeld worden een gelukkig paar.
Het werk ontstond in 1816 toen Donizetti studeerde bij Padre Mattei in Bologna. Aha, en nou lees ik waarom ik niet van het bestaan van de opera afwist: Donizetti was blijkbaar niet tevreden met de eenakter en smeet het ván zich… Later werd het weer ontdekt en de première was op 13 oktober 1960 in Bergamo.
Ariadne/Ariane

In maar vijf weken componeert Tsjech Boruslav Martinů zijn eenakter over de Kretenzische prinses Ariadne, haar stiefbroer Minotaurus en de Atheense held Theseus. Het mythologische verhaal heeft veel kunstenaars geïnspireerd. Bij Martinů krijgt het thema een diep psychologische dimensie die muzikaal verbeeld wordt aan de hand van neoclassicistische, neo-barokke en impressionistische klanken evenals elementen uit jazz en folklore. Ik hou van het vol-vette orkestreren van Martinů. Hij heeft trouwens ook mooie dingen voor mannenkoor geschreven.

Geniet hieronder in het filmpje even van een leuke intro en toelichting op de twee producties.

Twee eenakters uit de 20ste eeuw

Na een moeilijke periode pak ik vandaag de draad weer op. De laatste tijd was de frequentie van berichtjes hier op Vocalies laag, te laag, veel te laag. Het was een lastige tijd en ik had nauwelijks inspiratie. Er waren zwaardere zaken te verwerken dan de perikelen van de klassieke muziek. Ik moest afstand doen van mijn allerbeste vriendin. Een proces dat al lang geleden, bij mijn weten ergens in 2011 al begonnen was en waarvan we geen idee hadden hoe lang het zou duren tot de kanker zou winnen.

Een tijd lang deden we net alsof er niks aan de hand was en maakten een lange neus naar de kanker… Maar ergens vorig jaar augustus was hij voor de derde keer terug en dit keer definitief. Op 24 april jongstleden overleed ze, te midden van haar gezin. We deden haar een kleine week later uitgeleide en ik mocht daar verhalen van onze vriendschap en dat heb ik gedaan.

Geheel in haar geest probeer ik dus de draad weer op te pakken. Ik moest de muziekreis naar Düsseldorf afzeggen; het zou zomaar hebben kunnen gebeuren dat de vriendin tijdens of vlak voor die reis zou overlijden en ik wilde bij haar en haar gezin zijn. Een lieve en zeer deskundige collega-reisleider nam de reis over en heeft haar eerste twee eenakters in het Theater van de Oper am Rhein er inmiddels opzitten.

Eerder had ik u beloofd u mee te laten genieten van de plots van de 20-ste-eeuwse opera’s die het gezelschap in Düsseldorf gaat bekijken. Ik pik plots hier op, mooie gelegenheid om er weer een beetje in te komen. In de loop van de stukkies zal ik mijn sprankel wel weer terugvinden…

Gisteren zagen ze in Düsseldorf twee producties: ‘Lénfant et les sortilèges’ en ‘Petruschka’, de een een komische eenakter en de ander een ballet, de een van Maurice Ravel en de ander van Igor Stravinsky.

Over L’enfant:
Omdat het kind onaardig en tegendraads is moet het voor straf in zijn kamer blijven. Woedend slaat het de meubels in de kamer kort en klein en kwelt de kat. „Ik ben boos en vrij!“ roept het triomfantelijk. Maar die triomf duurt niet lang. Als in een nachtmerrie worden de beschadigde meubels levend en willen zich wreken op de boosdoener. Zelfs de natuur en haar bewoners bedreigen het kind. Dat begint te leren dat eigen daden consequenties hebben. Als het tenslotte medelijden toont met het gewonde eekhoorntje eindigt het gespook, tenminste… voor nu…

Over Petruschka:
Igor Strawinsky’s ‘Petruschka’ gooit de toeschouwer meteen in het uitgelaten gedoe van een jaarmarkt, waar een onheilspellend uitziende schurk drie poppen presenteert. Hij wekt ze met zijn toverkunsten tot leven: de kwetsbare acrobate Ptitschka, de goedmoedige, on-opgevoede Patap en de streken uithalende clown Petruschka.
Door hun sadistische meester tentoongesteld en gekweld, verlangen ze alle drie naar vrijheid, maar het lukt uiteindelijk alleen Petruschka om te vluchten. In een roes van nieuwe levensvreugde stort hij zich nieuwsgierig in het gewoel van de jaarmarkt. Maar de vrijheid duurt niet lang…
Strawinsky’s als ballet wordt in de stijl van het Cirque du Soleil gebracht: een combinatie van animatie en acrobatiek die de natuurwetten lijkt te tarten. Toneel, animatie, klank en artiesten versmelten tot een ‘live-action-cartoon’ met muziek.

Het filmpje zegt meer over de beide stukken dan ik hier zou kunnen typen. Ze moeten gisteren een prachtige avond gehad hebben daar in Düsseldorf…