Terug op het honk

Vocalies is weer op het honk. Sinds afgelopen vrijdag terug; zo uit de zomer van Malta, teruggerold in de herfst van Nederland. Het was een enerverende week: twee leuke voorstellingen, Verdi’s ‘Aïda’ en ‘Corto Maltese’ van hedendaags componist (en sopraan!) Monique Krüs, en Malta uitgekamd – met name Valletta. Leuke gesprekken met mensen uit de groep, goede contacten met plaatselijke gidsen, waarbij ik een provinciegenoot tegenkwam (al 33 jaar daar aan het werk!). Heerlijk gegeten. Als je in Valletta slecht eet is het je eigen schuld: de keuze is enorm, de prijzen uitermate gunstig en het eten goddelijk… kortom: een plek om met mijn lief te zijner tijd terug te keren. Op een voorwaarde: we gaan er niet autorijden. De Maltesers rijden als heksen op bezemstelen en (oud-Engelse kolonie) links, a lethal combination!

Aïda – uitgevoerd door Opera Spanga – was geweldig. Regisseur Corina van Eijk trok het plot naar onze tijd door op de achtergrond geraffineerd filmbeelden te laten zien van tanks in de woestijn, een verwijzing naar de oorlogen in het Midden Oosten en naar oorlogen in het algemeen. Af en toe werkten de soms schokkerige beelden een beetje op de lachspieren, maar de meeste tijd zat je je in arren moede af te vragen wanneer er nou eens een kentering komt in dat eeuwige vechten. Er zijn immers alleen maar slachtoffers en als u en ik dat kunnen constateren, waarom zien de machthebbers op de wereld dat dan niet? Het is een retorische vraag hoor, een antwoord is er niet, anders was dat allang gegeven…

Het zouden geen topstemmen zijn die de hoofdrollen zongen, nou dat waren ze misschien niet, maar ze worden het waarschijnlijk wel. Vooral de rol van Amneris werd door de Nederlandse mezzo Eva Kroon uitstekend neergezet. Als altijd had ik meer met de foute Amneris, dan met de goede Aïda. De vondst van de regisseur om ze alle drie (Radames, Aïda en Amneris) in de grotten te laten wegkwijnen vond ik een opmerkelijke. Het publiek om mij heen had er meningsverschillen over, zo merkte ik bij het uitgaan van het (prachtige!) openluchttheater.

Oorlog speelt ook mee op de achtergrond bij de hedendaagse opera ‘Corto Maltese’ in het beeldschone theater Manoel in Valletta. Maar dan veel verder op de achtergrond. De opera is eerder komisch dan dramatisch. Uitgevoerd door jong talent werd het een wat rommelig geheel met een paar hele mooie koorwerken (vooral het ‘mijnwerkerskoor’ was prachtig!) en ook hier weer een mezzo die de boventoon voerde. Wat heb ik plezier gehad met de jonge vrouw die de ‘Hosenrolle’ van Rasputin zong. Een natuurtalent.

Tsja, en dan ben je weer thuis en merk je dat je deze keer wel heel weinig hebt meegekregen van het Internationaal Vocalisten Concours. Winnaar was de Canadese tenor Josh Lovell; inside-information leert dat hij de loeimoeilijke aria ‘Ah mon amis’ uit ‘La fille du regiment’ zong.

Ik heb ‘m opgespoord. Zie het filmpje, waar u ook nog even het hoofd van Dame Kiri te Kanawa in beeld krijgt. Alle hoge noten zijn raak en hij snapt per woord wat hij zingt. Die komt er wel!

Knettergek?

Kennudat? Dat je, ééns een zanger, altijd een zanger blijft, ook als je niet meer echt zingt? Ik val weer eens met de deur in huis, sorry, ik leg het uit. Ik dacht deze gedachte deze week toen een van mijn collega’s een opmerking maakte over klassieke muziek. Op mijn ‘hoofdwerk’ (secretaresse zijn bij een overheidsorganisatie) worden dat soort opmerkingen niet vaak gemaakt, dus je moet ze koesteren…

Ik was kaartjes aan het snijden op een snijmachine en onregelmatig maakte het vlijmscherpe mes een guillotine-achtig geluid. Ik stond al grinnikend aan de finale van Poulenc’s ‘Dialogue des Carmelites’ te denken, toen een collega, eveneens grinnikend, opmerkte, “zeg kan dat niet in de maat… ?” Dat was mijn opening. Ik vertelde over de bijzonder intrigerende en lugubere finale uit de enige opera die Francis Poulenc ooit schreef: de zusters uit het klooster worden een voor een afgevoerd naar de guillotine en Poulenc heeft bijzonder huiveringwekkend de val van het mes in deze finale verwerkt. Ik hoorde het stuk ooit terwijl ik in de auto zat en heb de auto stilgezet op een bospad. Ik kon niet verder rijden, maar ik kon de radio ook niet uitzetten.

Ik laad een filmpje op waarin de enscenering niet heel erg plastisch is, maar de val van het blok wel heel duidelijk wordt weergegeven. Er zijn ‘plastischer’ filmpjes, kijk maar op YouTube.
Dat is een lugubere aanleiding tot deze overpeinzingen, meestal zijn de aanleidingen leuker, dat u zich geen zorgen maakt over mijn geestelijk welzijn…

Ik kan geen trap oplopen zonder als ik boven ben te denken aan het Laudate Dominum van Mozart. Het was ooit een oefening: loop een trap op, adem in op weg naar boven en eenmaal boven aangekomen zing je het begin van dit prachtige stuk uit de Vespers van Mozart. Als je dat kunt zonder ‘bij te snappen’, vlak voor ‘Dominum’ ben je een goeie (voetnoot: ik kon het niet; had altijd ruzie met mijn adem bij Mozart).

Ik laad een filmpje op van Cecilia Bartoli, heel veel beter wordt het niet.

In een gebouw waar ik ooit werkte had de lift de twee tonen van een overmatige kwart (dit is er een voor de muziek-theoretische knagers onder u). Ik kon het niet laten om de noot die erná komt te zingen als ik de lift in stapte. Collega’s leerden het af mij er verwonderd over aan te kijken. Ze waren gewend aan deze ‘gesjeesde sopraan’. Gelukkig heeft de lift in het appartementencomplex waar ik nu woon maar één toon; hetgeen mij er overigens niet van weerhoudt om die toon als beginnetje voor ‘welk-lieke-dan-ook’ te gebruiken…

Ik laad het filmpje op met een opname van Jose Carreras die ‘Maria’ zingt (uit West Side Story), daar zit die overmatige kwart namelijk in, let een beetje op en u herkent ‘m, zelfs als u geen muziektheoretisch knagertje bent. Kijken naar het filmpje drijft me weer tot tranen. Die aandoenlijke, nog jonge Carreras en het hoofd van dirigent Bernstein, die beseft dat hij hier iets geweldigs aan het dirigeren is.

Zo zijn er nog veel meer voorbeelden, als ik er weer eens paar leuke bij elkaar heb, zal ik u daarvan weer op de hoogte brengen.

Affijn, ik zou mezelf niet tot knettergek verklaren, wel tot prettig gestoord, dat ik overal, maar dan ook echt overal muziek uit kan halen. Dat heeft vaak ontroerd op momenten dat dat niet heel goed uitkwam, maar het heeft me ook door veel crises gesleept.