Juditha Thriumphans: meesterwerk van Antonio Vivaldi

Door een heleboel mensen en kranten erop geattendeerd kan ik het niet maken om níet te schrijven over een van de nieuwste producties van De Nationale Opera: Juditha Triumphans van Antonio Vivaldi. U kunt er 1, 3, 5 en 7 februari nog naartoe.

Het waren prachtige uitvoeringen die de afgelopen weken hebben plaatsgevonden. Een waanzinnig mooi decor, prachtige zang en een intrigerende regie. Alles begeleid door een geweldig orkest dat dit soort repertoire van haver tot gort kent.

Vivaldi componeerde dit meesterwerk voor de meisjes van het Venetiaanse Ospedale della Pietà. Hij was dus gewend voor vrouwenstemmen te componeren en deed dat dan ook uitstekend. Het werk is niet als opera geschreven, maar leent zich uitstekend voor een scenische uitvoering en regisseur Floris Visser heeft dat uitstekend gedaan.
En dan die prachtige ondertitel van de opera: Moed triomfeert
U kent het verhaal van Juditha? Vast wel. Het is een bloederig verhaal, ik waarschuw maar alvast:
De Joodse stad Bethulia wordt belegerd door de Assyriërs. Hun legeraanvoerder Holofernes krijgt bezoek van de mooie Judith, een jonge weduwe. Zij smeekt hem om medelijden; hij raakt onder haar bekoring. Na een weelderig banket met veel wijn valt hij in slaap. Judith onthoofdt hem en keert triomfantelijk terug naar Bethulia.

De Franse mezzosopraan Gaëlle Arquez zingt Juditha. Beeldschone vrouw die op haar goeie momenten als uit steen gehouwen kan kijken…

Ik laad het filmpje van De Nationale opera op, wat een stem die vrouw!

Een wreed sprookje

Pfoe, terugkomend van een weekje zon-midden-in-de-winter is er een mer a boire aan klassiek items om uit te kiezen… De Nationale Opera heeft een nieuwe: Porgy and Bess (heerlijk repertoire!), de Nederlandse Reisopera waagt zich aan Die Tote Stadt, De Munt doet een wat wonderlijke combi van Hertog Blauwbaards Burcht en De Wonderbaarlijke Mandarijn van Béla Bartók en er zijn stukken in de krant over de revival van Radio 4 (ze lijken het eindelijk een beetje door te hebben, maar daar zal niet iedereen het mee eens zijn…) en over al dan niet escapades in het kader van MeToo van dirigenten, waar ik wel wat van kan vinden, maar waar ik me hier niet aan waag; ik wil het met u hebben over de mooie kanten van de klassieke muziek.

Hertog Blauwbaards burcht triggerde in mij wat. Ik las als kind het sprookje en griezelde ervan. Na enig zoeken vond ik het terug in een van de ‘Groot Sprookjes Boeken’. Dat ik er als kind geen trauma aan heb overgehouden mag een wonder heten: het is een buitengewoon bloederig en wreed verhaal. Wat te denken van zinnen als: ‘Daar, op de grond, lagen zes lijken op een rijtje in een plas van bloed…’ Je zal er maar bij uitkomen als jonge, net gehuwde blom. Of ‘Hij greep zijn vrouw bij de haren en sleepte haar over de grond…’ en als laatste, als Fatima eindelijk gered is (waar bleven die sufferds van broers zo lang?) ‘de broers waren zo vervuld van afschuw en walging dat ze de wreedaard met zijn eigen zwaard onthoofdden. Zo kreeg hij zijn verdiende loon.’ De broers speelden met groot gemak even voor eigen rechter, maar ja, het is een sprookje hè…

Blijkbaar hebben (de meeste) kinderen een soort ingebouwd mechanisme dat hun geest beschermt tegen dit soort wrede verhalen – sprookjes zijn vaak wreed – , want ik kan me niet herinneren er destijds van wakker te hebben gelegen.

Hertog Blauwbaards burcht van Béla Bartók gaat overigens meer in op het psychologische aspect van het sprookje en er komt geen bloed aan te pas, wel geestelijke marteling, minstens even wreed, dunkt mij.

De titel triggerde mij ook omdat we in onze Frankfurt-reis van februari met Musico een van de avonden een double bill hebben: deze Hertog Blauwbaards burcht en Die sieben Todsünden van Weil/Brecht.
Bartok heeft er een uiterst subtiel en wreed psychologisch spel van gemaakt, met maar twee zangers: de hertog en Judith, zijn in dit geval vierde vrouw. De twee houden van elkaar, maar zijn door geestelijke barrières zo ver van elkaar verwijderd dat het alleen maar fout kan gaan en dat gaat het ook. Blauwbaards vorige vrouwen leven nog, maar zijn veranderd in zombies en Judith wacht hetzelfde lot.

Bartok’s muziek wordt naarmate de opera (eenakter!) vordert, steeds beklemmender. Ik zat naar een stukkie ervan op YouTube te kijken en werd onmiddellijk en bijna onvoorwaardelijk de muziek ingetrokken. Razendknap gecomponeerd, maar drie aktes lang kan een mens dit waarschijnlijk niet verdragen. Je moet een sterke geest hebben (dat moet je als zanger sowieso, maar hier nog eens extra) wil je dit een aantal keren achter elkaar zingen en er bij overeind blijven. Lange, lange lijnen moet je kunnen zingen en acteren, waarbij de onderstroom van je energie dóór moet blijven gaan om de aandacht vast te houden. Ik ben razend benieuwd wat ze daar in Wiesbaden mee gaan doen.

Ik laad voor u een filmpje op met Sylvia Sass als Judith en Kolos Kováts als Blauwbaard. Intrigerende muziek, die onder je huid kruipt…

Een interessante Vivaldi in Schwetzingen

Van de drie opera’s die we tijdens onze kerstreis mochten zien was Antonio Vivaldi’s ‘La verità in cimento’ de interessantste. Om te beginnen al de titel: vertaal die maar es ‘dekkend’, dat is al bijna niet te doen… ‘De waarheid in gevaar’ of ‘De waarheid op de proef gesteld’ komt denk ik het dichtste bij…

Vivaldi was een soort Mozart van zijn tijd in de zin dat hij een veelschrijver was. Wanneer die man geslapen heeft… En dan is er ook nog eens heel veel verloren gegaan, vooral van zijn opera’s. Deze ‘Verità’ wordt weinig uitgevoerd. In het theater van slot Schwetzingen (een snoepie uit 1753 trouwens!) hebben ze dit seizoen Vivaldi als huiscomponist én hadden ze een regisseur die in staat is gebleken het geheel uit zijn wat oubollige enscenering te halen en naar onze tijd te plaatsen. Dat gaat niet met alle opera, maar deze leent zich er prima voor. Het geheel is eigenlijk een soap-serie: ‘The bold and the beautiful’ avant la lettre za’k maar zeggen.

Ik zal zo kort mogelijk het plot vertellen: puissant rijke vader Mamud (een soort Eric Forrester voor de soap-knagers onder u) heeft een jaar of twintig geleden bij zowel bij zijn vrouw als bij zijn minnares gelijktijdig een zoon gekregen. Om zijn minnares ook ‘een beetje macht’ te geven heeft hij de knapen in de wieg al verwisseld. Alleen de minnares weet ervan; keje nagaan wat voor een relatie die met haar zoon heeft gehad, al die tijd… Stomme streek, want zoiets komt als een boemerang terug. Pa heeft twintig jaar later genoeg wroeging om de waarheid te willen onthullen, hetgeen minnares in kwestie geen goed idee vindt (en da’s zachtjes uitgedrukt). Pa is niet het type dat advies van anderen aanneemt en hij doet zijn onthulling, met alle gevolgen van dien.

De knapen en moeders weten niet waar ze het zoeken moeten. De moeder ontfutselt een van haar zonen een pistool en de minnares maakt een giftig drankje voor pa. En dan is er ook nog de minnares, een opportuniste van het zuiverste water, die op de rijkdom van de erfopvolger uit is en net zo makkelijk van relatie verandert als ze merkt dat niet de éne, maar de ándere zoon het fortuin zal erven… Kortom: dikke pret, maar niet heus.
Pa wil nietsvermoedend van de gifbeker drinken en ma zet hem net het pistool tegen het achterhoofd als het licht uitgaat: einde opera.

Vivaldi hield mij op het puntje van mijn stoel, ondanks de vele, vele noten die hij nodig heeft om zijn punt te maken. Een loeistrak en loepzuiver spelend orkest (dat de avond ervóór nog een flink deel van mijn gasten uitstekend had vermaakt met een instrumentaal Vivaldi-programma) en geweldig zangers.
Ik noem hier alleen David DQ Lee (een van de beide zonen), omdat het te ver voert ze allemaal te behandelen en omdat hij het counter-tenor zingen naar een nieuw hoogtepunt tilt. Hij gebruikt namelijk niet alleen het ‘counterdeel’ van zijn stem, maar ook zijn ‘eigen’ bariton en hij schakelt bijna ‘fretloos’ van zijn laagste borst-stem naar de hoogste toppen van zijn counter-stem. Pedagogen waarschuwen countertenoren altijd: kijk uit dat je strottenhoofd niet terugkantelt, want dan krijg je gekke dingen. Nou, Lee doet dat expres wél, dat terugkantelen en dat levert huiveringwekkende geluiden op. Ik vond het geweldig! Het leek hem niks te kosten. Da’s maar goed ook, want acterend werd er (van allemaal trouwens) nogal wat gevraagd.

Ik laad de trailer van de opera op, want ergens op 1 minuut 38 doet Lee een keer het kunstje. Op scherm minder indrukwekkend dan wanneer je in de zaal zit. U kunt dan ook zien hoe geweldig de opera vorm gegeven is en regisseur Yona Kim legt het zelf ook nog een keer uit.

La Cenerentola oftewel Assepoester

Er is geen betere opera om 2018 mee af te sluiten en 2019 mee te beginnen dan La Cenerentola oftewel Assepoester. Gioacchino Rossini laat zien dat het wel degelijk wat brengt als je je tijd afwacht, je bescheiden edoch rechtvaardig opstelt, als je vergevingsgezind kunt zijn. Opportunisme loont niet: de zussen en (vreselijke!) vader van Assepoester komen er bekaaid af.

Ik wens u dus voordat ik verder ga een 2019 toe als van Assepoester: moge u – als dat het geval is – uit uw patstelling komen en uw geluk vinden. En als u het al gevonden hebt: koester het zoals Cenerentola haar prins koestert en wees mild naar degenen die het allemaal niet begrijpen: ze zijn slechter af dan u en voor hen komt wellicht ook nog de tijd.

We genoten met volle teugen in Mannheim: vooral de kinderen, die ruim bediend werden met zotte situaties. Een paar rijen vóór mij zat een klein blond jongetje. Hij ging tijdens het tweede bedrijf even weg. Die moet plassen, dacht ik; ik zag hem in gedachten al alleen door het enorme theater dwalen. Een paar minuten later was hij echter terug en ik zag hem naar zijn moeder een van-plezier-kwispelende-beweging maken. Zijn geschater ging boven dat van het publiek uit en bereikte – zo te zien aan Dandini, die de show stal als knecht van de prins – ook de zangers op het toneel. Het was exemplarisch voor de avond: doldwaze situaties met een sterk theater-van-de-lach-gehalte: John Lanting moet vanaf zijn wolk vergenoegd hebben toegekeken.

De zang leed er niet onder, onder de vaart die bijna moordend was: Cenerentola overtuigde vanaf noot één. Vooral de stiefzus Clorinda (Ji Yoon) was hilarisch; wie nog zegt dat op het gezicht van Aziaten geen emotie zichtbaar is moet naar haar kijken: geweldig.

Voor mij was de absolute topper knecht Dandini: hij acteerde, sprong en danste, bespeelde zelfs de bezem-gitaar als een volleerde Elvis en zong daarbij de sterren van de hemel. De prins bleef een beetje achter bij de rest: zijn coloraturen waren niet overal even nauwkeurig en tsja, die hoge noten, dat weten we nou wel.

Ik laad het filmpje op van Nationaltheater Mannheim en laat regisseur Cordula Däuper het zelf even uitleggen; ze heeft geweldig werk verricht!