Het was mijn week niet…

Het was niet mijn week, de afgelopen week; ik ben blij dat-ie voorbij is. Wat begon met een onschuldig hoestje groeide snel uit tot zo ongeveer de zwaarste griep (zo noem ik het maar even) die ik mij herinneren kan ooit gehad te hebben. Kennudat? Dat zelfs de wortels van je tanden en je haarwortels pijn doen, dat je voelt dat je topvol met slijm zit, maar dat zelfs dénken aan hoesten zeer doet en dat je toch moet hoesten. Dat je droomt van gekleurde wagenwielen á la de wielen van de strijdwagen van de dondergod tegen een bliksemde hemel. En dat alles in temperaturen van 30 graden en hoger? Affijn, het is voorbij, ik slaap weer – en naast echtgenoot in plaats van op een niet hoestbestendig stretchertje in de kleedkamer. Als het hiermee klaar is voor de komende 5 jaar ben ik alweer tevreden, pijn is snel vergeten en ik heb een terugverende natuur, gelukkig…

Een van de middagen, toen het even iets beter ging deed ik, wat ik bij malaise altijd doe: ik zet de computer aan en zap langs lievelingsfilmpjes op YouTube. Roland Goedemondt en Bert Visscher hebben mij al vaak door dalletjes heen gesleept en als er tranen vastzitten (bij mij overigens zelden het geval, u weet dat ik nogal een dweil ben) is er altijd Beethoven zeven, deel twee, of aanverwante artikelen. Overigens is huilen als je al helemaal vol met slijm zit geen goed idee: het verlicht misschien de ziel, maar verzwaart de slijm-ellende in hoofd en longen.

Kom ik toch potverdrie bij de uitvaart van Dima Hvorostovsky uit, ik was nét niet snel genoeg weg… bizar om iemand op zijn eigen uitvaart te horen zingen en wat was het verdriet groot…
Dat triggerde me trouwens tot de volgende gedachte: hoe zou het zijn met het Singer of the world-concours dat jaarlijks in Cardiff gehouden wordt? Hvorostovsky won daar 30 jaar geleden, net vóór een van mijn andere all-time favourites: Bryn Terfel. Ik zoek het op YouTube. Heb ik het potverdrie (nou ja ik bedacht een minder nette krachtterm, maar voor hier volstaat ‘potverdrie’) dit jaar gemist!!! En het was nog wel het concours waar Hvorostovsky ge-eerd werd. Ik surfde wat verder en kwam uit bij Richard Bonynge, partner van good old Dame Joan Sutherland, die het publiek en mij tot tranen toe roerde met zijn eerbetoon aan Hvorostovsky.

De publieksprijs ging naar mezzo-sopraan Katy Bray, Singer of the world 2019 werd de Oekraïense bariton Andrei Kymach. Ik zoek, maar vind geen aanvaardbare opname. Die komen er vast nog wel, de komende jaren. En ook van mezzo Katy Bray vind ik niet iets wat hier past. Maar u gaat van hen horen, ik ben ervan overtuigd: het Singer of the World-concours is van grote klasse en de mensen die het daar tot finales schoppen zullen werk vinden. Er wordt weliswaar veel ‘afgebeund’ in de klassieke opleidingen, maar er worden nog steeds geweldige zangers en instrumentalisten afgeleverd, zonder of met officieel papiertje…

Dan toch maar naar een filmpje van dierbare Dima: de aria ‘Eri tu che macchiavi’ uit Don Carlo. Ik ga er niks over zeggen, woorden schieten te kort…

Internationaal Vocalisten Concours 2019 van start!

Volgende week zondag, 30 juni is het zover, dan barst in Den Bosch het IVC weer los, het Internationaal Vocalisten Concours.
Zanger-pianistduo’s staan voor het eerst voor een IVC jury. Het doel: een plekje in de Halve Finale van het 53ste IVC LiedDuo in november.

Ze timmeren aan de weg, de mensen van het IVC, langzaam verspreid het concours zich over Europa, een niet meer uit te wissen olievlek-van-het-goeie-soort. Tot in verre buitenlanden raakt het IVC bekend en steeds meer disciplines worden toegevoegd aan het spectrum: een lied zingen vergt een hele andere benadering dan een opera-aria zingen. Het een gaat met het fijnpenseel en het ander met de witkwast, maar beiden moeten nauwkeurig zijn en ja, nauwkeurig zijn kan met een witkwast ook.

Positief vind ik ook dat de rol van de pianist nu eens gelijkgeschakeld wordt met de zanger. Het maakt zoveel uit of je elkaar begrijpt en een pianist kan je maken en breken. Ik heb het altijd erg getroffen met mijn pianisten uit het verleden. Soms vingen ze onvoorwaardelijk je gebroddel en maakten er iets aanvaardbaars van, soms (en vooral in repetities waren ze streng: ik hoor over de grenzen van de dood nog briljant pianist Hans van den Eijnden roepen: “Stáát er niet!!!”. Maar als het nodig was versnelde hij aan het einde van een aria of lied buitengewoon subtiel en leek het daardoor alsof ik nog adem zat over had, voor nog een geweldige (hoge) noot.
In de jury van dit IVC zitten volgens mij net zo veel pianisten als zangers en niet de minsten ook: ‘onze eigen’ Hans Eijsackers, maar ook een fenomeen als Graham Johnson, geweldig!

Je moet als jonge zanger tegenwoordig zoveel kunnen wil je een kleine kans maken tot een soort van carrière te komen. De druk is zo hoog. Ik ben zo blij dat ik dat allemaal niet meer hoef en dat ik vanaf een soort zijlijn kan meekijken hoe jong talent het doet. Ik kan u uit de grond van mijn hart zeggen dat ik niet jaloers ben (nooit geweest trouwens ook, al is dat misschien moeilijk te geloven; het zit niet in mijn dna) als het voor jonge gasten wél allemaal goed afloopt en als ze een vervullende carrière maken in dit moeilijke, maar wonderschone zangersvak.

Hoe dan ook: hou ze in de gaten, het IVC en de IVC-ers; zondag 30 juni begint het spektakel in de Pleinzaal van het Theater aan de Parade in Den Bosch (akoestisch trouwens een lastige zaal…). Er zijn vast nog kaarten! Gaan! En na afloop een pint pakken in de schaduw van de Sint Jan.

En als u niet wil gaan en thuis wil genieten: er valt genoeg te surfen op YouTube!

Bariton Jérôme Boutillier, onthou die naam!

Wat een dag, gisteren, ik kan me niet herinneren de afgelopen tien jaar een dag beleefd te hebben die zo kalm, sereen en rustig verliep. Echtgenoot was al weg toen ik opstond en zou wegblijven tot en met de avond, het drizzelde buiten, dus ik hoefde niet te gaan lopen, de wasmachine vullen en een paar hemden strijken was het enige huishoudelijke wat mij te doen stond, Sammie de kat strekte zich lui uit op mijn bankje en ik zat al vóór het middaguur met een haakwerkje (verslavend!) bij hem. De eerstvolgende Musico-reis is pas eind oktober, dus daar hoefde ik ook (nog) niet over na te denken en ik zapte lui langs tv-kanalen, waar ik anders nooit tijd voor had.

Bij het klassieke muziekkanaal Mezzo stond een sopraan te zingen, ik was er al voorbij voor ik er erg in had. Toch getriggerd zapte ik terug: ik kon net zo goed terwijl ik handwerkte een beetje opera-ervaring opdoen en eens kijken wat voor nieuw talent zich aandiende. Het bleek een van de concerten te zijn van de Paris Opera Competition. Een regisseur moet zich ermee hebben bemoeid, want de overgangen tussen de verschillende aria’s waren mooi organisch en met minimale middelen zat je zo van de ene in de andere opera. Er zaten mooie stemmen bij, het ging echt om gevorderde kandidaten, die vast al werkten hier en daar. Een enkele misser ook: sommige tenoren hebben het nét niet en een hoge c die aan de bovenkant niks óver heeft, wordt erg pijnlijk.

Ik ging pas echt rechtop zitten toen een mannenduet klonk, ik heb niet onthouden welk duet het was, maar in het applaus liep een van de mannen niet af, maar draaide zijn rug schuin naar het publiek en zijn gezicht naar zijn kompaan die ineens naar zijn buik greep en vervolgens verbijsterd naar zijn hand staarde. Daar was niks te zien natuurlijk, maar deze transformatie van zijn vorige rol naar de rol van een stervende Rodrigo uit Don Carlos was fenomenaal. Wat een acteur!
Mijn haakwerkje bleef even liggen, de volle 7 minuut 58 waren voor Rodrigo uit Verdi’s Don Carlos. Jérôme Boutillier heet de man, ik heb er de aftiteling van het concert voor afgewacht. Onthoud die naam: Jérôme Boutillier.

Aan de keukentafel vertelde ik de andere dag van deze ervaring en ik besloot eens te zoeken naar deze man. Wat denkt u? Meteen gevonden! En de opname ook, dus die laad ik voor u op.

Zullen we even door de aria heenlopen? Laten we beginnen met het eren van Verdi voor zijn prachtige melodie in het voorspel. En hulde voor het perfect begeleidende orkest.
Perfect en woord-voor-woord-verstaanbaar Frans (de opera kent ook een Franse versie en waarom zou je, als geboren Fransman, de rol dan niet zingen in de taal die het dichtste bij je ligt…). Hulde trouwens ook voor de collega, die het grootste gedeelte van de aria zijn spanning moest vasthouden en het perfecte tegenspel geeft. En dankzij prachtig camerawerk en uitstekende regie kunnen wij closer genieten dan het publiek in de zaal.

En dan die prachtige lange lijn van de melodie. De tranen sprongen me in de ogen: ineens hoorde ik weer Dima Hvorostovksy dezelfde aria zingen, ook met die geweldige adembeheersing…
deze vertolking is er het beste bewijs van dat acteren binnen opera niet raar houterig, of stokkerig hoeft te zijn, als je de onderliggende lange lijnen en de spanning maar op de juiste manier vasthoudt. Geen enkele moeite met de hoogte (Verdi kon gemeen hoog schrijven voor baritons) ; hij weet precies waar de noot geplaatst moet worden. En dat overgangetje, met dat flesje… hij trekt zich niks aan van het applaus; het publiek denkt dat het hiermee gedaan is, maar het begint pas…

Het helpt natuurlijk als je mooi lang bent en een licht-aristocratische verschijning bent… dat heeft-ie gekregen.

En dan reikt hij naar Carlos… die er niet meer is… eigenlijk is hij al dood… Maar een dode kan die lange, lange lijnen niet zomaar zingen… Hij ademt niet tussendoor, niet dat dat moet… zijn rustige overgave aan zijn adem is het beste teken dat hij precies weet wat hij doet… (ik hoor mijn hoofdvakdocent zeggen “richt je óp! Richt je op! Er komt lucht binnen terwijl je zingt” (niet waar, maar de suggestie helpt enorm).

Of zijn knie zeer doet na die val op het podium? Ik denk het wel, maar met zoveel adrenaline vraag je je pas de volgende ochtend onder de douche af waar die blauwe plek vandaan komt….) .
Moedig, om midden in het woord ‘Adieu’ voorover te vallen.

En dat prachtige shot van het slotspel van het orkest, geïnspireerd door een werkelijk prachtige vertolking van deze geweldige aria!

Onthou die naam dus. Ik zocht ‘m op en er is niet veel beschikbaar: Boutillier studeerde eerst piano en is pas daarna gaan zingen. Hou oud hij is vond ik nergens, is ook niet interessant; laten we hem gewoon in de gaten houden!

Hofmann’s Erzählungen met een regisseur uit Nederland!

Van de week dook de naam van opera-regisseur Floris Visser ineens op toen ik iets heel anders aan het zoeken was op internet. Dat is een van de zegeningen van surfen en zoeken: je komt soms ineens ergens uit waar je helemaal niet op uit was en je kunt zeer aangenaam verdwalen op internet. Je moet wel tijd hebben: voor je het weet ben je anderhalf uur verder en zijn de aardappels die op het gas stonden te koken verpieterd (geheel fictieve situatie in mijn geval want ik hoef bijna nooit te koken en aardappels staan niet vaak op ons menu…)

Goed Floris Visser, dus en – in dit geval – het Badisches Staatstheater in Karlsruhe en hun productie ‘Hofmann’s Erzählungen’, komische opera van Jacques Offenbach (en voor de meeste rollen loei-moeilijk om te zingen trouwens….) .
Ze jubelen Floris Visser zowat de hemel in daar in Karlsruhe, wat jammer nou dat het zo’n eind weg is. Het moet voor zangers heerlijk zijn: werken met een regisseur die zelf ook zanger is; die snappen zoveel beter wat wel en niet werkt.

Floris Visser (geboren in 1983) studeerde aan de Toneelacademie Maastricht, waar hij werd opgeleid als acteur en regisseur. Vervolgens studeerde hij zang aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag en werd tijdens zijn studie daar benoemd tot docent drama en dramaturgie. In dezelfde periode werkte hij ook als regie-assistent bij ‘onze’ National Opera Academy en De Nationale Opera, waar hij de Duitse operaregisseur Willy Decker assisteerde.
Dan volgen er een heleboel producties en projecten die hij geregisseerd heeft.

In 2012 werd hij benoemd tot Cultural Professor aan de Technische Universiteit Delft (nog niet eens, of net 30 godbetert!).
En sinds die tijd is er een zegetocht, die dus nu even halt houdt in Karlsruhe.
Mocht u toch (je weet maar nooit) in de buurt zijn: tot 13 juli 2019 is de productie te zien

Ik laad de korte trailer op van de opera in Karlsruhe. Ziet er geweldig uit!

Zomerverhalen en Il Matrimonio Segreto

Ik weet het wel, ik weet het wel… het is veel te stil hier bij Vocalies, de laatste tijd. Andere zaken eisten mijn aandacht op… het allermeeste leuk trouwens… Ik was met Musico vier dagen in Londen, begin mei. Drie prachtige klassieke avonden: eentje met Janine Jansen die de sterren van de hemel speelde met het Vioolconcert in D (opus 77) van Brahms (‘niemand kan Brahms zo laten dansen als Janine Jansen’ en dat rijmt nog ook), eentje met een ontroerend en fenomenaal ballet (Romeo and Juliet, muziek van Sergeij Prokofjev; een muisstil en ontroerd Royal Opra House Covent Garden) en eentje met een energieke Sir Simon Rattle, die het London Symphonic Orchestra op zijn best liet horen. Drie keer wow, maar (en dit ‘maar’ is niet bedoeld als diskwalificatie) en zat niks vocaals bij dit keer. Beste bewijs dat er meer is dan zang alleen, Vocalies…

Hoe dan ook, ik was daarna met manlief 10 dagen in prachtig Ierland, een ware ontdekking voor ons. Ik zal u maar niet vertellen dat wij er beiden pas achter kwamen dat Ierland ‘gewoon’ bij de Europese Unie hoorde, toen we op de luchthaven stomverbaasd waren dat er uit de geldautomaten gewoon euro’s kwamen en geen ‘Ierse ponden’; tamelijke blunder; u zou het eens tegen me kunnen gebruiken… mooie reisleidster ben ik…

Alles in Ierland klopte: het weer (on-Iers slechts een buitje ’s nachts en als we in de auto zaten); vreselijk aardige mensen, lekker directe humor, heerlijk eten (veel vis, daar aan de lust), fantastische wandelingen langs de kliffen. Het enige minpuntje was het links rijden; iets wat echtgenoot uitstekend deed, maar mij regelmatig deed verstijven van angst: overal – behalve waar ik het verwachtte – kwam verkeer vandaan…

En nu zijn we al weer even thuis en vieren de zomer door veel met vrienden op te trekken, in eigen land te lopen, uit te rusten en ‘gewoon’ te werken. En nu moet Vocalies dus weer op toeren komen.
Laat ik maar eens een poging daartoe doen met ‘Il matrimonio segreto’ van Domenico Cimarosa (tijdgenoot van Mozart), de zomerproductie van De Nederlandse Opera. Een komische en sprankelende opera, schrijven ze op hun website en dat klopt. In handen van regisseur Monique Wagemakers en met kostuums van jonge Italiaanse ontwerpers is het een productie geworden die net zo aan alle kanten klopt als Ierland.

Ik vis het plotje van de website van DNO: rijke koopman Geronimo wil meer status en wil daarom zijn twee dochters Carolina en Elisetta uithuwelijken aan adellijke heren. De jongste, Carolina, is echter al getrouwd met Geronimo’s bediende Paolino. Vanwege het standsverschil hebben ze dat huwelijk geheim gehouden. Graaf Robinson wil trouwen met Elisetta, maar als hij kennismaakt met haar zus, verandert hij van gedachten en zet zijn zinnen op Carolina. Het jonge stel komt daardoor in ernstige moeilijkheden en de misverstanden stapelen zich op. Tante Fidalma zorgt voor nog meer verwikkelingen omdat zij haar zinnen gezet heeft op trouwen met Paolino. Er zit voor de twee jong gehuwden niets anders meer op dan vluchten. Ze worden betrapt en moeten hun geheime huwelijk opbiechten. De graaf is geraakt door Carolina’s oprechtheid en Geronimo kan niets anders doen dan zijn dochter zijn zegen geven.

Speeldata? Ze zijn al even bezig, maar u kunt 25 en 26 juni nog gaan! Doen!!!!

Zo, nu is Vocalies weer aan de slag. Er komt binnenkort meer: er zit tenslotte een IVC aan te komen en er zijn talloze leuke zomerproducties. En er komt vast tussendoor nog wel iets vocaals zeilen waar ik een mening over heb… eigenwijze sopraan die ik ben.

Ik laad de trailer op van de productie van 2016 van DNO, dezelfde regisseuse, dus dat moet een indruk geven