Bij het overlijden van Jessye Norman

Al weer even geleden: het overlijden van Jessye Norman. Om precies te zijn op 1 oktober jl. Het nieuws ontging mij. Ik liep in Oostenrijk in de zon, gekleed in slechts een hempie en een wandelbroek een heerlijk tochtje. De enige momenten dat alles wat mij bezighoudt naar de zijkant verdwijnt (je zou kunnen zeggen in de coulissen…) is als ik ergens ter wereld een berg oploop en daar al mijn concentratie en conditie bij nodig heb. Dan en alleen dan is het leven even alleen maar die berg. Momenten die ik koester, want ik ben mij er eentje, za’k maar zeggen: altijd vooruit aan het leven (ondanks de talloze mensen die ik bewonder die zeggen: “live in the now”), altijd aan het interpreteren van de dingen die om mij heen gebeuren, altijd met een wijsje in mijn hoofd, altijd het laatste boek dat ik las, de laatste film of serie die ik bekeek aan het overdenken… U snapt het: ik word soms een beetje moe van mezelf…

Dus dat Jessye overleed ging even aan mij voorbij en het duurde zelfs tot een paar dagen nádat ik thuis was, dat het nieuws tot mij doordrong. Het voeren van een website-je over vocale klassieke muziek verplicht mij wel er wat van te vinden, Norman heeft veel betekent voor de klassieke zang. Haar interpretaties van Wagner, Strauss, Mahler, Schubert zijn legendarisch. Je kunt erover van mening verschillen of ze mooi of niet mooi vinden, maar haar betekenis staat voor mij vast.

Ze werd in Europa vooral bekend nadat ze zich in 1969 hier vestigde: in de opera in Berlijn werd ze met haar debuut een van de eerste gekleurde operazangers ter wereld.

Trouw omschrijft haar treffend: “Daar stond iemand die niet zomaar een recital gaf, maar een hoogmis van de zangkunst celebreerde.” Dat was ook een beetje wat mij aan haar irriteerde: dat onontkoombare, zowel qua verschijning als qua geluid. Soms zou je wensen dat ze opging in de heilige muze van de zangkunst, maar dat deed ze niet: ze stak die muze eerder naar de kroon: die demonstratie van hoe ze haar techniek beheerste en het bijna triomfantelijke waarmee ze lastige passages zong. Ik had wel eens de neiging mijn ogen dicht te doen. En als ik dat deed voltrok zich het wonder van de muze… en daarvoor moeten we haar eeuwig dankbaar blijven.

Ik laad een opname op van het troostrijke lied van Richard Strauss ‘Und morgen wird die Sonne wieder scheinen’, ik kan het niet horen zonder dat de tranen me in de ogen springen. Maar luister het uit, doe uw ogen dicht en wellicht komt ook u er gelouterd uit.
Dank, Jessye Norman!

Und morgen wird die Sonne wieder scheinen und auf dem Wege, den ich gehen werde,
wird uns, die Glücklichen sie wieder einen inmitten dieser sonnenatmenden Erde…
und zu dem Strand, dem weiten, wogenblauen, werden wir still und langsam niedersteigen,
stumm werden wir uns in die Augen schauen, und auf uns sinkt des Glückes stummes Schweigen.