Herrie in de tent?

Toen ik afgelopen week naar een aflevering van De Wereld Draait Door zat te kijken (trouwe lezers weten dat dat één van mijn lievelings-programma’s is) was er een item op over slagwerk. In diezelfde show zat trouwens ook een item over harp, maar daar heb ik het nou even niet over.

Ik dacht terug aan de tijd dat ik overwoog naar een conservatorium te gaan, het zal tussen 1980 en 1985 geweest zijn. Ik ging hier en daar eens in de keuken kijken en kwam in Arnhem, min of meer toevallig in de slagwerk-demo-les terecht.

Ik had tot dan toe gedacht dat ‘drummers’ altijd een beetje de domme jongens van de band waren. Geef ze twee stokken en ze rommelen verder wel aan… al is dat dan soms wat lawaaierig. Ik kon met goed fatsoen het lokaal niet meer uit, dus schoof ik een beetje geïrriteerd aan bij de houten stoeltjes. Nou daar heb ik mijn lesje geleerd. Goeiemorgen, wat is dat een gecompliceerd vak.

Het schijnt zo te zijn dat organisten het grootste deel van hun hersens gebruiken als ze volop aan het spelen zijn: ze hebben dan immers handen en voeten nodig en bij de moordende polyfone muziek van Bach en zijn companen moet je ook nog eens sommige melodieën harder laten klinken dan andere. Slagwerkers komen direct daarna, of zijn gelijkgeschakeld, wat die hersenhelften betreft.

Mijn mond viel open: al zou ik vijfentwintig jaar studeren, dat zou ik nooit kunnen. Al bij mijn piano-spel valt het op dat ik blijkbaar niet in staat ben mijn twee hersenhelften te scheiden: ik kan niet links luid en rechts zachtjes spelen of andersom, altijd doet de linkerhand met de rechter mee, om nog maar te zwijgen van het onvermogen meer noten tegelijk te lezen en om te zetten in muziek.

Ik had zeven jaar (!) les van niet de minste docenten en aan het einde van die zeven jaar gaf de commissie me zuchtend een 6-; ik zou het nooit leren; het zou maar het beste zijn als ik lesgaf met een pianist erbij. Dat probleem is voor een groot deel op te lossen door bandjes, CD-tjes en karaoke-ellende, maar als je klassiek les geeft en echt wil peuteren en interpreteren moet er een pianist bij en die dien je te betalen, want voor eerlijk werk hoort eerlijk geld.

Toen en daar verdween mijn vooroordeel over slagwerkers voor altijd. Ik verliet met het schaamrood op de kaken na de les het lokaal en heb daarna nooit meer denigrerend over ze gesproken, integendeel.

En woensdagavond jl. werd die beslissing nog eens bevestigd: er zaten zeven slagwerkers van zeven bekende bands aan tafel bij Matthijs. Vrijgevochten jongens, allemaal, maar spelen meneer de dokter, spelen… ze doen iets voor Soedan geloof ik met hun stokken, maar dat zal me allemaal worst wezen. Slagwerk is heerlijk, vooral als je thuis in je stoel zelf bij de volume-knop mag zitten en je er zelf voor kunt zorgen dat niet je lever en je nieren in de war raken en je ribbenkast rammelend een goed heenkomen zoekt. Je moet het gewoon niet te hard zetten, da’s alles. En ik zat te genieten van het loei-strak gespeelde eindstukkie: allemaal helden die jongens!

Ook de slagwerkjongens van grote orkesten zijn helden. Ik heb u vast wel eens verteld dat ik in een koor meezong en we Mahler’s Derde deden, waar een dubbele slagwerksectie inzit. De eerst drie kwartier heb je als koor niks te doen en ik vond dat in dit geval niet erg: ik zat een meter achter de slagwerksectie en heb me al die tijd vergaapt aan het enorme vakmanschap en de discipline waarmee de man of vijf, zes zich van hun taak kwijtte en tussendoor nog tijd had om onderling subtiele grapjes te maken ook.

Het meest dramatische moment was wel dat de in de finale van de symfonie er een enorme bekkenslag diende te volgen. Die slag was niet met zomaar een bekken, nee speciaal daarvoor had men de grote bekkens van stal gehaald, die jongens van een centimeter of vijfenzeventig doorsnee. De slagwerker die de eer te beurt viel stond ijverig mee te tellen en ik hield alvast mijn hand een beetje bij mijn oor, omdat ik wist dat er een enorme dreun zou komen; ik stond er vlakbij. De dreun kwam niet… hij miste ‘m! Ik zag de paarse vlekken opkruipen in zijn nek en de blik van de dirigent was bijna dodelijk. Wat had ik een medelijden met de man… ik had ‘m zo in mijn armen willen sluiten om hem te troosten. Hopelijk heeft die misser hem geen problemen veroorzaakt: het was de luidste misser in een orkest ooit…

In het filmpje een hilarische combinatie van voetbal, reclame, vriendschap en klassieke muziek… het gaat wel niet over het stukkie hierboven, maar het was te leuk om u te onthouden. U moet wel even doorbijten, want het duurt even voordat de clou in zicht komt.

Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *