Twee dingen deze zaterdag. Twee tips eigenlijk.
Vanavond naar tv kijken want de tweede aflevering van ‘Sing off’ bij SBS6. Misschien beter: neem het op dan kunt u de werkelijk vreselijke presentatie (en de reclame) doorspoelen. Degene die de teksten voor Tooske Ragas (jeuk op alle verkeerde plaatsen krijg ik ervan) en Danny de Munk (iets minder jeuk omdat hij gelukkig nog wat authentieks plat Amsterdams over houdt) moet op zijn donder hebben, want de ene flauwe voorspelbare, misplaatste opmerking volgde de ander. Danny kon nog even terug naar zijn leuke zelf in de filmpjes, maar wat presentatie betreft was het huilen met de pet op. Maar gezongen dat er werd: ik sloeg steil achterover. Hoog niveau. Nooit gedacht dat ik nog eens zo zou vallen voor ‘hippe’ zang. Het is fenomenaal wat die broekies voor elkaar krijgen. Petje af.
Tip twee… twee… twee…
Aanstaande zondag (morgen dus, 20 maart) ’s avonds om 20.00 uur in de Broekhovense kerk in Tilburg zingen we (‘we’ is het Möbius Ensemble Tilburg, kort gezegd het ‘MET’) de Petit Messe Solennelle van Gioacchino Rossini. Daar ga ik u dus eens lekker over doorzagen.
Toen dirigent en vriend Carl belde om te vragen of ik zijn sopranen wilde versterken vroeg ik: ‘is het heel veel studeren, want daar ontbreekt mij de tijd voorŒ (dat is op zich waar, maar ik verdoezel er ook altijd handig mee dat ik een luie studeerder ben…). Hij antwoordde geruststellend: het is ‘jouw’ muziek, de noten zijn vrij overzichtelijk en de koorleden tamelijk geroutineerd dus het zal best lukken…
De dondersteen! Ik zei dus ja en kreeg keurig de partituur thuisgestuurd en ik had zelf een prachtige opname van het RIAS kamerkoor onder leiding van Marcus Creed. Daar hoorde ik het al… Rossini was weer aan het ‘koortje pesten’. Er zitten twee donders lastige fuga’s in: eentje aan het einde van het Gloria en eentje in het Credo, nondepatatten wat zijn ze lastig. Hoezo ‘er doorheen lezen’? Zit ik met mijn ouwe lubberstembanden nog te studeren ook! U merkt al: ik zit een beetje te mopperen, want met die lubberstembanden valt het wel mee en eens een keertje studeren kan ook al geen kwaad. Bovendien is het heerlijk vroeg in de avond door Tilburg te lopen, van het station naar het conservatorium en je als ouwe sopraan weer eens te voegen in een koor (waar de buurvrouw van 19, eerstejaars conservatorium, godbetert ‘u‘ tegen je zegt). Het gaat ons lukken die fuga’s te tackelen en kom vooral naar het concert aanstaande zondag. We rekenen op een volle kerk, dat u dat weet! Voor de prijs van de kaartjes hoeft u het niet te laten: 14 euro!
Nog even over de mis.
Rossini schreef zijn mis in 1863, vier jaar voor zijn dood. Het was meteen het laatste dat hij componeerde. Hij wilde niet dat de mis gepubliceerd werd. Dat werd een jaar na zijn dood (gelukkig maar!) toch gedaan. Omdat de mis niet voor een kerk gecomponeerd werd maar in opdracht van een of andere graaf om in zijn privé-kapel uit te voeren kon Rossini er vrouwenstemmen in opnemen (die mochten nl. nog steeds niet in de kerk zingen, vrouwen….)
Eigenlijk is de mis klein, noch plechtig: mijn partuur telt meer dan 200 pagina’s, hij heeft alle misdelen op noten gezet (kleine missen hebben vaak geen credo), lange misdelen geschreven en er nog aan toegevoegd (de hymne ‘O salutaris hostia’ is meestal geen onderdeel van een mis) en plechtig is-ie al helemaal niet: eerder vrolijk en – op het einde – opera-achtig. Je zou bijna contra-alt willen worden om het Agnus Dei te mogen soleren: het is werkelijk prachtig!
Rossini doet er zelf ook een beetje badinerend vrolijk over, getuige een paar opmerkingen tegen de lieve God (ja echt!): hij heeft het over het verschil tussen la musique sacrée (heilige muziek) en la sacré musique (verdoemde muziek) een woordspeling die alleen in het Frans leuk is…. en hij vindt dat de lieve Heer ‘m nu toch echt maar binnen moet laten: hij heeft immers een mis geschreven. Hij doet net wat ik wel eens doe: proberen te onderhandelen met de lieve Heer; ik ben in goed gezelschap.
Nog één leuke opmerking en dan schei ik erover uit (Brabants!): er wordt van de mis gezegd dat er niet zo heel veel nodig is om hem uit te voeren: ‘slechts’ een kleine concertzaal, 2 piano’s, een harmonium, 8 koorzangers en de 4 beste solisten ter wereld!
Nou die hebben wij in Tilburg! Kom luisteren!
Als opwarmertje alvast in het filmpje die vermaledijde fuga: ‘Cum sancto spiritu’ met Maestro Chailly en een heel orkest eronder. Wij doet het met de originele bezetting: piano en harmonium. En wij gaan niet hip over het podium dansen, zoals die jongens en meisjes van Sing off aan het begin van dit stukkie: we zijn een keurig koor!
Tot zondag!