We hebben er nog een! Een opera-beest bedoel ik Nou ja we҅ hij is geboren op Malta in 1978, dus niet van Nederlandse origine, zoals Eva Maria Westbroek die vorige week in deze kolommen genoemd werd.
Ik bedoel Joseph Calleja. Hij was vorige week in het Concertgebouw en mocht heel even zijn opwachting maken bij De Wereld Draait Door, waar hij een welkome afwisseling was van de anderhalve-minuut-klereherrie die normaal daar iedere werkdag klinkt (het enige moment dat ik de opname vaak doorspoel…). Het concert in Amsterdam leverde hem een klinkende recensie in De Volkskrant en een staande ovatie uit de zaal op.
Jospeh Calleja dus, hij begon op zijn zestiende te zingen en op zijn negentiende al debuteerde hij als Macduff in Verdi’s Macbeth. Pfoe, da’s nogal, zo jong en dan al Verdi!
In 1998 won hij de Caruso Competition in Milaan en in 1999 was hij prijswinnaar in Plácido Domingo’s Operalia International Opera Competition. Tioen kon hij de 21ste eeuw in als meest veebelovende tenor.
In november vorig jaar werd hij zelfs Doctor of Literature Honoris Causa als erkenning van zijn kwaliteiten als tenor. Hij heeft zo’n beetje in alle grote Europese huizen gestaan en CD’s gemaakt.
De aria die hij in het filmpje hieronder zingt, is een mooie aanleiding om u te vertellen over een leuk project waar ik in juni in meezing. Opera Zuid , ook niet gek, weet dat het met veel minder subsidie toe moet en wil toch proberen grote producties te doen. Voor Tosca, waar niet heel veel koor in zit, proberen ze nu de amateurkoren in de steden waar ze de opera spelen in te schakelen. Zij leveren de zangers in de drie koorstukken die er in de opera zitten (waaronder het denderende ‘Te Deum’, aan het einde van de eerste acte) en die krijgen zo de kans om mee te doen aan een echt opera-project en Opera Zuid hoeft geen koor te betalen. Het vereist wat extra organisatie, maar daar zet je een mannetje of vrouwtje op en hoppa: een slimme constructie is geboren…
Hieronder de speellijst. Ik zing in Tilburg mee en wie weet in Den Bosch, als het koor daar me voor één productie wil hebben.
Eindhoven, zaterdag 18 mei 2013
Venlo, dinsdag 21 mei
Den Bosch, donderdag 23 mei
Maastricht, zaterdag 25 mei
Den Haag, dinsdag 28 mei
Utrecht, donderdag 30 mei
Tilburg, zaterdag 1 juni
Enschede, dinsdag 4 juni
Valkenburg, donderdag 6 juni
Groningen, dinsdag 11 juni
Breda, donderdag 13 juni
Sittard, zaterdag 15 juni
Leuke dingen om vooruit te kijken naar de lente en voor zoiets maak ik graag de zangstem, die al meer dan een jaar slaapt, wakker. Eens kijken of ik het nog kan.
Terug naar Calleja. Dit is inderdaad de mooiste aria ooit. Ik ben het met de verkiezing eens. En die inleiding! De klarinet speelt tevens eens van de mooiste solo’s voor klarinet ooit en wat belangrijk is… hij (in dit geval) speelt vrijwel de hele aria vóór, als u goed luistert speelt hij tijdens het eerste deel van de zang de rest van de aria. Ik weet niet wie de dirigent is, maar het is een leukerdje en hij geeft alle ruimte. Het orkest heeft alleen begeleidende akkoorden, op de strijkers na, die de melodie in vette octaven meespelen. Weergaloos knap gecomponeerd, die Puccini!
Calleja weet ook te wachten als het nodig is. Deze aria kun je kapot jakkeren in je zenuwen. Wachten is het devies, laag en diep ademen en wachten tot je je inzetten door het orkest voorgespeeld krijgt. Dat luistert heel nauw en dat wachten is voor die hypere tenoren heel, heel moeilijk! Het gaat als het ware tegen je energie in, za’k maar zeggen… En áls je voor bent, krijgt je mooi de gelegenheid hier en daar te wachten tot het orkest weer bij is. Dat maakt het zo lekker om Puccini met orkest te zingen.
En hulde aan de regisseur die de klarinettist weet te vinden te midden van het orkest en die de mooie momentjes kiest: de hand van de zanger, precies op het moment dat hij ‘disperato’ zingt (wanhoop!) en zijn hand als een klauw optilt. En hoewel dit geen man is die aan het einde van zijn leven gekomen is, (daarvoor is hij te ‘eager’) wordt wel degelijk ook in deze concertante uitvoering duidelijk hoe dramatisch dit moment voor Cavaradossi is. Want een drama is het: Cavaradossi staat op het punt ge-executeerd te worden, net nu hij zijn grote liefde gevonden heeft en zoveel van het leven houdt.
E lucevan le stelle ed olezzava la terra
stridea l’uscio dell’orto e un passo sfiorava la rena.Entrava ella fragrante, mi cadea fra le braccia.
O! dolci baci, o languide carezze, mentr’io fremente le belle forme disciogliea dai veli!
Svanì per sempre il sogno mio d’amore. L’ora è fuggita, e muoio disperato!
E non ho amato mai tanto la vita.
Terwijl de sterren glinsteren en de aarde geurt, piept het hek van de tuin en een voetstap drukt in het zand, zij kwam binnen en viel in mijn armen.
O zoete kussen en verlangde liefkozingen, terwijl ik de mooie vormen van haar sluier van haar lichaam liet zakken.
Voor altijd is mijn droom van liefde verdwenen, dat moment is voorbij en ik sterf in wanhoop. En nooit hiervoor had ik het leven zo lief.
Ik zal voor altijd van Rolando Villazon houden, maar deze man gaat een hele grote worden, of is het eigenlijk al. Waar Villazon als een jonge hond ín de muziek kruipt en het allemaal beleeft, houdt Calleja wat meer afstand. Dat zal op den duur beter zijn voor zijn constitutie: Villazon heeft regelmatig stemproblemen omdat hij geen afstand kan houden en zich op emotie kapot zingt. Daar valt hij ook om te prijzen (handjes af van Rolando Villazon, zegt Vocalies!), maar het is natuurlijk voor je carrière en je ‘houdbaarheid’ heel gevaarlijk.
Graag tot ziens bij een van de uitvoeringen van Tosca, een van de mooiste opera’s ooit!